29

343 25 4
                                    

Nadat Mia weer rechtop stond besloten we gelijk naar Ljord te gaan. We weten niet hoelang het gevecht tussen Entropia, Jenava en Ljord nog duurde, maar we moesten nu écht gaan. We stonden op en begonnen te lopen. Als we eerder in Ljord aan zouden komen konden we Sarah redden voordat Joris terug zou komen. Volgens Tony was het ongeveer 4 dagen lopen.. 4 dagen de tijd om Sarah te redden en Ljord voor te zijn. Na een paar uur lopen en geen woord gezegd te hebben zien we in de verte een paar paarden lopen. Ik kijk Tony aan, die naast me loopt. Er verschijnt een opgeluchte glimlach op zijn gezicht en we beginnen te rennen, al snel hoor ik ook Bart en Mia achter ons aanrennen. Er staan maar 3 paarden, dus ik spring gelijk op een sneeuwwit paard. Tony springt ook op het bruine paard en Mia sprint Bart voorbij en springt op het grijze paard. We kijken naar Bart, die emotieloos naar ons kijkt. Ik schiet in de lach en ga recht op het paard zitten. Bart kijkt naar Tony. Tony zucht en knikt. Al snel zit Bart achterop bij Tony en we beginnen te rijden. Bart pakt Tony's arm vast omdat het bijna van het paard valt. Grinnikend kijk ik Bart aan, en hij kijkt zuchtend, maar met pretoogjes, terug. 

Met paard duurde de tocht maar tweeënhalve dag. En voor zover wij weten heeft het leger van Ljord geen paarden, dus zij moesten wel 4 dagen reizen. Al snel reden we door een sneeuwgebied, dat betekende dat we in Ljord zaten. Maar de hoofdstad van Ljord was nog een heel stuk rijden, want Ljord was enorm groot. Toen het donker werd gaf Tony een teken dat we gingen stoppen. Samen met Mia gingen we op zoek naar hout, terwijl Tony en Bart een kamp gingen opzetten. Het begint te schemeren, en ik liep snel achter Mia aan. We kwamen bij een open stuk bos, waar geen sneeuw lag. Verbaasd kijk ik naar Mia, en Mia kijkt verbaasd terug. 
'Dit vertrouw ik niet,' fluister ik en loop richting het midden van de open plek, waar iets staat. Mia loopt aarzelend achter me aan. Hoe dichterbij we komen bij het midden, hoe raarder ik het vind. Er brandt een zwak lichtje. Achter het lichtje, wat een fakkel blijkt te zijn, staat iets raars. Het is een vervallen huisje, maar er zitten zwarte stukken in het huis, alsof er brand is geweest. Ik pak de fakkel zodra we voor het huisje staan en kijk naar Mia, die aarzelend knikt. Ik kijk weer voor me en stap het huisje in. Binnen brandt een rode fakkel. Voor de fakkel zit een gat in de grond. Stap voor stap schuifel ik naar het gat toe, en zie dat er een trap naar beneden gaat. Het is een wenteltrap. Ik zie de bodem, en dat is behoorlijk diep. Er komt een ijskoude windvlaag uit het gat. Beneden hoor ik iemand om hulp smeken. Ik hoor een 2e stem, een dreigende stem. Ik hoor niet precies wat hij zegt, maar plotseling gilt de stem die om hulp smeekte en de dreigende stem lacht geamuseerd. Ik draai me om naar Mia, die doodsbang naar de trap kijkt. Ik stap voorzichtig op de eerste tree. 
'Wat zijn jullie in godsnaam aan het doen?!' zegt Bart plotseling achter ons. Ik schrik me dood waardoor mijn voet, die op de trap stond, naar voren schiet. Daardoor verlies ik mijn evenwicht en val hard op de trap. Voordat ik de trap af glij grijpt Bart mijn hand net op tijd vast en trekt me terug. Ik val op zijn borst en kijk verbijsterd in het gat waar de trap naar beneden gaat. 
'We gaan hier weg,' fluistert Bart en loopt weg, maar laat mijn hand niet los. Mia loopt voorop richting het kamp. Onderweg pakt Mia wat takken, terwijl ik nog steeds in schok voor me uit staar. Er waren 2 mensen.. En waarschijnlijk is één persoon dood en de andere persoon is de reden dat hij of zij dood is..  We komen aan bij het kamp, waar Tony bezorgd om zich heen kijkt. Zodra hij ons ziet zucht hij opgelucht en loopt gelijk naar Mia, die haar armen vol heeft met takken. Bart zet mij voorzichtig neer op het gras en ik ga zitten. Ik kijk naar mijn handen, en ik merk dat ik vreselijk erg tril. Ik haal trillend adem en ga met mijn armen over elkaar zitten. Ik heb het ijskoud. Plotseling begint er een kampvuur te branden en Tony staat trots op. Gelijk voel ik de warmte op mijn lichaam en haal diep adem. Rookwolkjes komen uit mijn mond. Ik hoor Tony, Mia en Bart praten over wat er net is gebeurd. 
'Heb je honger?' vraagt Mia en gaat naast me zitten. Ik schud mijn hoofd. 
'Ik wil Sarah vinden en terug naar huis, daarna eet ik wel,' zeg ik zacht. Mia kijkt naar Bart. 
'We gaan morgen verder, ga nu maar eerst slapen, oke?' zegt Bart en ik knik. Ik ga liggen op het gras en staar naar het kampvuur, totdat mijn oogleden zwaar worden en ik in slaap val.

Ik loop naar het huisje toe. Alleen. Het was aan het onweren, en door de regen was ik doorweekt. Met een zwaard loop ik het huisje in en loop de trap af. Het was ijskoud op de wenteltrap. Na een tijd kom ik eindelijk bij de laatste tree. Ik kom uit bij een tunnel. Zonder er over na te denken loop ik naar rechts, en volg de gang. Op de muren zaten enkele sporen van bloed. Om de 20 meter hing een zwakke fakkel. Plotseling verscheen aan het einde van de gang een figuur. Ik kon erop uitmaken dat het een man was. Dreigend loopt hij naar mij toe. Ik loop langzaam naar achteren, maar zodra hij begint te grinniken zet ik het op een lopen. Maar hoe snel ik ook ren, het lijkt alsof het gegrinnik steeds dichterbij komt. Ik voel een hand op mijn schouder en hij trekt me terug. Ik word tegen de muur opgegooid. Kreunend van de pijn wil ik opstaan, maar hij gooit me weer weg. 
'Zeg tegen je broers dat ik terugkom,' zegt de dreigende stem. 'Zo snel mogelijk..' 
'Lily!' hoor ik iemand schreeuwen aan de einde van de tunnel. Het leek op Bart. 
'Lily!' Trillend van angst draai ik me om en kijk recht in het gezicht van de man. 
'Lily word wakker!' Ik schiet hijgend overeind en wil gelijk opstaan, maar Bart houdt me tegen. 
'Eindelijk, gaat het?' vraagt hij bezorgd. Verdwaasd kijk ik om me heen, en zie dat het ochtend is. Ik knik en glimlach om hem gerust te stellen. 
'Ja, laten we nu naar Sarah gaan,' zeg ik glimlachend, en probeer de droom te vergeten. We gaan weer verder, maar ik vergeet de droom niet. Wat de man zei gaat maar niet uit mijn hoofd.. Zeg tegen je broers dat ik terugkom. Zo snel mogelijk..  



Princess Of The Sand (Kingdom Jenava)Where stories live. Discover now