Wonderland

30 3 0
                                    

Ik zucht en draai me nog eens om, in een poging toch nog wat te slapen. Ik heb de hele nacht bijna niets geslapen, ik kan maar niet stoppen met nadenken hoe ik Del kan helpen. Ik wil haar helpen, o zo graag. Ja, ik wil haar echt helpen. Ik weet dat ze van me houdt en dat ze diep, diep vanbinnen nog steeds hetzelfde is als vroeger, daar ben ik zeker van. En ik ga er alles aan doen om deze weer naar boven te krijgen. Het ligt niet in de aard van een Maeve om te veranderen, ik denk zelfs niet dat het ooit al is gebeurd. Maar voor alles is een eerste keer, en ik ga er voor zorgen dat het ons lukt. Ik ga... rustig Allyseaia, rustig. Laat je gedachten even met rust, je hebt de hele nacht door al zitten nadenken, gun jezelf nu even rust. Maar ik moet het vinden. Ik moet weten hoe ik haar kan helpen. Ik zou het mezelf nooit vergeven als ik haar op deze manier zou achterlaten.

Nooit.

Ik zucht nog eens en kijk op mijn wekkerradio.

6:48

Goed genoeg. Ik geeuw en rek me uit, waarna ik uit bed stap. Ik kijk even na of de gordijnen goed dicht zijn en plooi mijn vleugels open.
Oh, ik heb er echt veel te lang mee gewacht. Het voelt geweldig, ik voel me zo vrij als ik ze los kan laten. Waarom ben ik nu toch de Sylleth en niet iemand anders? Ik wil weer kunnen vliegen, me zo vrij voelen als een vogel. Nee, niet zoals een vogel. Als een elf. Want dat is wat ik ben en dat is waar ik mee zal moeten leren leven. Zowel met de positieve als met de negatieve delen ervan.
Ik geeuw en ga naar de badkamer om een douche te nemen.

Weeral geeuwend en gekleed in een joggingbroek en te grote T-shirt hobbel ik de trap af.
Ik kijk op de klok en zie dat het kwart na zeven is. Tot mijn grote verbazing zit Ryfon al aan de eettafel.
'Goedemorgen!' Zegt hij opgewekt.
Hoe kan hij zo actief en gelukkig zijn op dit uur van de dag.
Ik mompel wat terug en maak een koffie voor mezelf.
'Hé, jij ziet er chagrijnig uit zeg.'
'Hmm? Nee, gewoon moe.' Zeg ik, terwijl ik een slok van mijn koffie neem en aan tafel ga zitten.
'Je denkt te veel na, is het niet? Je zou echt eens moeten ophouden met over alles zo veel na te denken.'
'Maakt het iets uit? Het is toch al ochtend nu ik kan toch niet meer slapen.'
'We kunnen iets leuks gaan doen?'
'Zoals?'
'We zouden naar Wonderland kunnen gaan.' Stelt hij voor. Hij zegt het alsof het niets is, maar mijn ogen worden meteen groot.
'Wonderland? Het attractiepark? Dat meen je niet, ik ben er nog nooit geweest!'
'Voor alles is er een eerste keer, weet je wel. En trouwens, het is misschien wel de laatste keer dat we naar een attractiepark kunnen gaan want we gaan waarschijnlijk in Lathai blijven. We moeten de kans grijpen nu ze er is, vind je niet?'
'Mmm ja, het zal wel. Begrijp me niet verkeerd, ik wil het echt wel, graag zelfs, maar hoe moeten we er geraken? En wat als mijn ouders er niet mee instemmen?'
'Met de auto? Het is niet omdat je nu een elf bent dat je niet meer met de auto kan.' Zegt hij met een knipoog. 'En natuurlijk zeggen ze ja, ze zijn verschrikkelijk aardig.'
Ik wil juist antwoorden als ik mijn vaders stem achter me hoor: 'Wie zullen ja zeggen? Jullie zijn stiekem toch geen plan aan het verzinnen om ons te vermoorden, of wel?'
Ik lach. 'Nee. Ry en ik willen graag naar Wonderland en... nou ja, je weet wel, we wouden aan jullie vragen wat jullie er van vonden?'
'Ik zal het er wel even met Phyrra overleggen oké? Ik ben zo terug.'
Ik kijk Ryfon aan, en zie hoe hij met een pijnlijke blik voor zich uit staart.
'Ryfon... gaat het wel?'
Hij draait zijn hoofd van me weg en staart uit het raam.
'Hé...' Ik neem zijn handen vast en hij draait zijn gezicht weer naar me toe, met een gekwelde blik in zijn ogen. Papa heeft de foute woorden gebruikt, besef ik. Ik vind het zo erg voor Ry, dat zijn ouders dood zijn... en hoe het allemaal is gebeurd. Ik neem hem in mijn armen en aai over zijn rug.
'Ik begrijp dat het je pijn doet Ry, maar zo bedoelde mijn papa het niet, dat weet je toch? Het is nu al een tijdje geleden dat het gebeurd is en ik-' Ik zucht. 'Sorry, ik kan mezelf niet goed uiten. Het is gewoon... Ik begrijp dat die ene stomme zin je aan je ouders deed denken maar je zal er ooit overheen moeten geraken... En ik ga je daarmee helpen, beloofd.'
'Al goed, al goed.  Ik kom er heus wel overheen, het is gewoon, sommige dingen doen me terugdenken aan dat moment, en ik beleef het helemaal opnieuw. Het eet me stilaan op, weet je?'
Ik zwijg. Ik heb geen idee wat ik hierop moet zeggen.
'Eet snel iets, pak jullie zakken in en dan brengen we jullie weg.' Klinkt mijn papa's stem van bovenaan de trap.
Ik kijk Ryfon aan en hij glimlacht naar me. 'Kom, hoe sneller we zijn hoe meer tijd we in Wonderland kunnen doorbrengen, denk je niet?'
Ik knik en smeer een boterham, die ik vlug in mijn mond prop.

'Wonderland!' Roep ik enthousiast.
'Kom, laten we gaan!' Zegt Ryfon, en hij neemt mijn hand vast.
Lachend rennen we samen het park door. Het is hier geweldig. Het is groot, heeft veel coole attracties en het is redelijk rustig. Papa komt ons weer ophalen om zes uur, als het park sluit. Het is nu half 10, en het park is net open, dus we hebben nog genoeg tijd.
We staan al bij de eerste attractie. "De wereld van de Elfen" heet het. Geweldig, een betere naam konden ze duidelijk niet verzinnen. Na een half uurtje aanschuiven mogen we met z'n twee in een karretje gaan zitten terwijl degenen voor ons vertrekken. Als het karretje voor ons om de hoek is vertrekt ook de onze. Engelengezang klinkt uit de boxen in het karretje en ik word er stilaan gek van. Het is een beetje te luid en te... ik weet het niet... heilig. Het karretje rijd rond doorheen wat een elfenwereld zou moeten voorstellen. Bloemetjes, schattige meisjes- en mooie jongens elfen. Ze zouden eens moeten weten hoe het er echt is.

Ryfon en ik zitten samen op een bank een ijsje te eten, naast "de vuurdraak", een attractie met drie loopings. Die is echt heel cool, we zijn er al twee keer in geweest.
'Dankjewel voor het geweldige idee Ry, echt waar.' Ik glimlach naar hem. 'Ook al ben ik redelijk uitgeput door een tekort aan slaap, ik vind het geweldig dat we hier zijn.'
Hij glimlacht naar me. 'Dat maakt me blij.'
We eten onze ijsjes op en hollen daarna onmiddellijk naar de leuke waterattractie een eindje verderop. Deze dag is geweldig, en ik ben hem echt dankbaar. Als het aan mij had gelegen had ik heel de dag zitten brommen, maar nu zijn we hier, hobbelend van de ene attractie naar de andere, met een grote glimlach op ons gezicht gelijmd.




The difference between usWhere stories live. Discover now