Hoofdstuk 16

344 34 19
                                    

"Kom maar! De kust is veilig." Werd er geroepen. Het was Wesley. Hij had het overleefd. Ik was al die tijd bij Liam gebleven. Hij was nog steeds bewusteloos. Met een paar mannen wisten we Liam uit de hut te tillen. Om mij heen was er een grote ravage. Er stonden hutten in de fik. Ik zag mannen op de grond liggen. Gewond of.... dood. Ik ging op de grond zitten en legde het hoofd van Liam in mijn schoot. Hij gloeide. "Waar is de dokter?" Vroeg ik. Liam moest blijven leven. Een van de mannen wees naar een lichaam op de grond. Van een afstand kon ik zien dat hij niet meer leefde. Ik slikte. "Kan je medic..." "In vuur en vlam opgegaan. Alle medicijnen en al het verband is weg." Zei Wesley. Collin kwam aangerend. In zijn hand hield hij een buisje. "Het tegengif." Zei hij. Meer tegen Wesley dan tegen mij. Wesley twijfelde. "Hij moet blijven leven." Zei Collin. "We hebben namelijk een plan om hier weg te komen." Ik keek hem verbaasd aan. Wesley keek net zo verbaasd. Collin wachtte niet langer en liet een paar druppels van het tegengif ik de wond van Liam lopen. Nu was het wachten geblazen... Ik kon nog alleen maar denken aan hem... Aan zijn echte naam....

Ik voelde dat iemand met mijn haar aan het spelen was. Langzaam drong het tot mij door dat ik in slaap gevallen moest zijn. Ik opende mijn ogen en draaide mij om. "IAN!!!" Schreeuwde ik ik drukte mijn lippen op die van hem. Mannen werden wakker. Ian maakt zich van mij los. "Ian?" Zei een van de mannen. "Hij heet Liam, schat." Ik draaide mij naar hem om. "Nee. Hij....." ik stopte met praten. "Ian." Zei Ian. "Dat is mijn naam." Zei hij. Ik knikte. "Ja. Ik heb dromen gehad." Zei ik. "Dromen zijn bedrog." Zei de man. Ik schudde mijn hoofd. "Nee. Ik herinner mij zo veel." Zei ik. "Ik zal alles dat ik weet vertellen." Inmiddels waren alle overlevenden wakker geworden. Ze stonden in een kring om Ian en mij heen. Niet veel later was Wesley ook gekomen. "Wat is dit?" Vroeg hij. "Hazel, Liam, uitleg!" Gebood hij. "Mijn naam is Ian...." kon de jongen alleen nog maar fluisteren. "Hazel?!" Sprak Wesley. "Hazel, ik herinner mij ALLES!" Schreeuwde Ian tegen mij. Niet veel later voelde ik zijn lippen op die van mij. Ik kuste hem terug. Vlinders verspreidden zich vliegensvlug in mijn buik. Ik voelde mij zo gelukkig. Dit gevoel werd meteen verdrongen door de dingen die ik mij besefte. Één, de mannen die om mij heen gesneuveld waren lagen nog dood op de grond en twee, het feit dat we hier nooit meer uit zouden komen en mijn familie nooit meer zouden kunnen vinden.
"Vertel alles, jullie twee." Zei Wesley. Ik werd knipperde een paar keer en werd wakker uit mijn gedachten. Ik begon te vertellen. Ik begon met het woud, de savanne, water en sneeuw. Daarna vertelde ik over het strand en de zoektocht naar mijn ouders. Ik vertelde elk detail. Vooral over de brief die we hadden gekregen op het laatste. Ze waren onder de indruk. Sommige ook angstig. Vooral vanwege het feit dat we bekeken werden. We hadden geen idee wat er zou gebeuren.. Of we hier ooit uit zouden komen was ook nog maar de vraag.....

POV Ian (Liam)
Ian... Ian.... Mijn naam is Ian... ik kon het nog steeds niet helemaal beseffen.

Hazel stopte met praten toen een van de mannen op ons afgelopen kwam. "Ian?.." zijn stem sloeg over. "Wacht, ben jij het Tristan?!" Vroeg ik. "Ja gozer, ik herinner mij zo veel dingen weer." We gaven elkaar een bro-hug. Een glimlach verscheen op mijn lippen. Tristan zag dat. "Kluizenaar?" Vroeg hij grinnikend. Ik knikte. Daar moest ik weer aan denken.

"Is Dave hier?" Vroeg Hazel plots volledig in paniek. "Dave?" Zei Wesley. "We hebben geen Dave hier." Zei hij. Ik zag tranen opwellen in haar ogen. Snel sloeg ik een arm om haar heen. "Het komt goed." Fluisterde ik in haar oor. Ze glimlachte zwakjes.
"Ahm... tortelduifjes." Onder brak Gally ons. Gally. Hij was er dus nog. "We moeten iets gaan doen." Begon hij terwijl hij om zich heen wees. Ik keek om mij heen. Mannen lagen op de grond. Huizen waren nog aan het na smeulen. Rookwolken stegen op. "Wat is er gebeurd?" Vroeg ik sprakeloos. "Hoe kon ik zo egoïstisch zijn dat ik dit niet eens heb opgemerkt?" Fluisterde ik. "Ja, hoe kon je zo egoïstisch zijn!?" Zei Gally verwijtend. Ik keek schuldbewust naar mijn voeten. "Speciaal voor jou hebben we het tegengif gebruikt. Ik heb gesmeekt of het voor Jay gebruikt mocht worden, maar jij was belangrijker." Ik keek geschokt naar Gally. Daarna naar Wesley. Hij sloeg zijn ogen neer. Ik keek van Hazel naar Collin en naar de ravage om mij heen. Het was mijn schuld. Ik was egoïstisch. "Laten we beginnen met een begrafenis." Zei Hazel. Ze was vastbesloten de leiding op zich te nemen. Ik kon er niet meer aan denken. Al deze doden. Ik rende weg. Naar de muur met alle namen van de doden erop. Ik moest en zal alle namen erop zetten. Van alle overleden mannen.

Ik begon verward met opschrijven. Steeds meer namen kwamen erbij. Al snel kreeg ik hulp. Van Hazel, Wesley, Collin en... Gally. We waren de rest van de dag bezig. Aan het einde van de dag was ik doodmoe. Alle namen stonden niet alleen op de muur, maar we hadden ook iedereen begraven. We konden ze natuurlijk niet laten liggen. De begrafenis was... ja hoe zeg ik dat... mooi? verdrietig? We moesten per slot van rekening afscheid nemen van zo veel mannen. Mijn hart brak pas echt toen ik zag dat Rick en Sven ook bij de doden lagen. Ze waren gestorven voordat ze ook maar iets hadden gezien of gehoord van hun familie.

Na wat gegeten te hebben werd het echt tijd om te gaan slapen. Ik kon bijna niet meer op mijn benen staan. We gingen bij het kampvuur liggen dat nog brandde. De warmte straalde er vanaf. Het was lekker, maar wat pas echt goed voelde was dat Hazel tegen mij aan kwam liggen. Ze nestelde zich dicht tegen mij aan. Haar gezicht tegen mijn borst aan. Ik legde mijn hand om haar middel heen. Na zo een vreselijke dag was ik toch nog gelukkig. Allemaal dankzij Hazel. Zij kon mij er wel doorheen helpen. Wat zou ik zonder haar moeten? Degene die ons dit aangedaan heeft zal ik koste wat kost vermoorden.

POV Hazel.
"Weltruste." Fluisterde ik tegen Ian zijn borst aan. Ian speelde met mijn haar. Het was een heerlijk gevoel. Wat was ik opgelucht dat hij nog leefde. Ik had vandaag zulke tegenstrijdige gevoelens. Ik was zó opgelucht dat Ian nog leefde, maar was zeer verdrietig vanwege het feit dat er zo veel man was gesneuveld. Ik sloot mijn ogen. Ik was moe. Zó moe. Het was een lange dag geweest. Mijn ogen zakte langzaam dicht. Het laatste wat ik hoorde was Ian de fluisterde: "Weltruste Hazel, wat hou ik toch ontzettend veel van jou." Daarna vertrok ik naar dromenland.
-------------------------------------------------
Hey readers,
Ik ga mijn best doen om zo snel mogelijk het volgende hoofdstuk te plaatsen!
Lees ze!!
Don't forget to follow, vote and comment!
Xx Lara

Kill Or Be Killed - Deel 2 ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu