De prinses der Schimmen?

29 0 0
                                    

500 jaar later

-"komaan pa, waarom moet ik nu weer thuisblijven?"

-"Verdomme, we hebben het hier al over gehad, Kij'aie'Rah, je bent niet nodig! En wat meer respect als je me aanspreekt!" riep de Schaduwkoning.

-"Oké oké,  uwe majesteit Koh'Orn'Mebir!  Uw wens is mijn bevel!" kaatste de puberende schim sarcastisch terug, "Maar ik ben tien keer beter dan die ganse hoop 'elite'-krijgers van jou bijeen!" 

-"Jongedame, zo is het genoeg! Ik heb je niet opgeleid zodat je een dikke nek zou krijgen! Naar je kamer, en kom er het komende jaar maar niet meer uit!" brulde Koh'Orn'Mebir naar zijn dochter.

De prinses der schimmen keilde haar helm en messen tegen de obsidianen vloer en stampvoette naar boven terwijl ze riep: "Ben al weg, uwe majesteit!"

Toen ze de zwartmarmeren haldeuren dichtsmeet hoorde ze haar vader haar nog naroepen: "Maak daar maar twee jaar van, brutaal nest!"

Kij'aie'Rah plofte op bed toen ze haar kamer binnenstormde, starend naar het lavastenen plafond vol oude runetekens. "Het is gewoon niet eerlijk..." begon ze, en keek om zich heen naar de sober ingerichte kamer.

Ze besloot haar harnas maar uit te trekken en iets met minder ijzer aan te doen. Nadat ze zich omgekleed had en haar harnas naast haar wapens aan de muur gehangen had, ging Kij'aie'Rah voor de spiegel staan en keek naar zichzelf.

Ze zag een duistere vlek in de spiegel, ongeveer in de vorm van een menselijke tiener, maar slecht afgewerkt. Ze zou nog aan die materialisatie-techniek moeten werken, waar vader haar al 300 jaar op trainde.

Als ze ooit Schaduwkoningin wilde worden, moest ze een volledige vorm kunnen aannemen, geen flauwe waas! Ze rechte haar schouders, keek in de blauw oplichtende ogen van haar spiegelbeeld en zei: "Komaan, Kira, meid, het lukt je wel!"

Kira... die naam had ze al lang niet meer uitgesproken. Ze vond die mensennaam die ze zichzelf gegeven had veel mooier dan Kij'aie'Rah Do'Mebir, haar officiële schimmen-naam.

Maar haar vader wou er niets van weten: "Je bent godverdomme de prinses der schimmen, draag die titel met trots en hou op met dat gezever over die Vesturianen!" had hij aan tafel gebruld.

Kira was gefascineerd door dat mensenvolk aan de overkant van de zielenzee. Ze verdronk zichzelf helemaal in hun boeken over dingen zoals zonlicht en warmte. Maar als opvolgster van een Schaduwkoning die de Vesturianen niet hoog in de vaandel draagt, zou ze die dingen nooit voelen...

Koh'Orn'Mebir, derde Schaduwkoning van het geslacht Mebir, meester in de kunst van de matrialisatie (jezelf als schim een tastbare vorm geven) en Kira's vader, vond dat zijn dochter naar familietraditie in een Woudelf zou moeten matrialiseren: grote, bruingetinte wezens die al 20 000 jaar een enorm goede band met de Mebir-dynastie hadden. Om eerlijk te zijn vond Kira wel dat het haar vader goed stond: een donkerbruin-getinte huid, een breedgeschouderd lichaam van twee meter en tien, lange gebogen puntoren, helblauwe ogen en een lange bos zwarte dread-locks die op een staart tot halverwege zijn rug hingen, het beeld van een sterke koning.

Maar zelf wou ze er liever als een Vesturiaanse uitzien: lang blond haar, een bleke huid, ranke handen en vingers en gewone ronde oren, hetgeen haar vader uitspuwde als "ordinair mens!"

Kira keek naar haar spiegelbeeld en zag niets dan problemen: haar vorm was te vaag, haar huid zwart in plaats van wit en een gezicht kon ze niet herkennen op haar hoofd.

Vol zelfkritiek draaide Kira zich om en keek naar buiten: het plein voor het paleis stond vol vormeloze schimmen, net zoals Auranix en Cornorax, de twee andere eilanden van de Schaduw-archipel. 

"Tijd om een luchtje te scheppen tussen de 'onderdanen' !" zuchtte Kira, en ze sprong door het torenraam naar beneden.


De SchimmenprinsesDonde viven las historias. Descúbrelo ahora