Ik ben hier weg!

14 1 0
                                    

Kira dook neer in de Zielenzee en liet zichzelf overspoelen met de gedachten van de zielen rondom haar.

Tussen de ijle groene wolken ziel in zwom ze rond, terwijl hun herinneringen aan leven haar hoofd binnenstroomde.

Beelden van zonlicht en van zeestormen, van verliefdheid en van oorlogen, van alle uithoeken van de wereld. Kira zag ze, maar voelde niks.

Hoelang Kira daar al ronddreef, wist ze niet meer, maar ze hield ervan om tussen de zielen te dobberen. Om hun herinneringen aan leven te zien waar ze zelf zo naar verlangde, maar het was toch niet echt.

De beelden waren er, maar het gevoel ontbrak. Kira zuchtte, zwom terug naar de oever, klom uit de poel zielen en keek rond in de paleistuinen.

"Een grote stenen vlakte met hier en daar paarse obelisken noemen we tegenwoordig ook al tuin" dacht Kira terwijl ze onder de rookstenen spitsbogen doorliep richting het paleis.

Praatjes maken met andere schimmen zat er precies niet in vandaag, aangezien er hier nergens te bekennen waren.

"De anderen zijn waarschijnlijk allemaal gaan kijken hoe pa en zijn 'elites' op strooptocht vertrekken" dacht Kira toen ze de poort naar de hal opende.

"Verdomme, pa! Mij hier eerst al thuislaten en dan nu al de rest nog weglokken! kloeg ze terwijl ze haar helm en messen opraapte die ze eerder die dag daar tegen de grond had gekeild. 

Al slenterend naar boven dacht Kira "waarom kan ik hier nu niet weg?" Een gedachte die langzaam veranderde in: "Kan ik hier weg?" En toen ze in het deurgat van haar kamer stond, had ze besloten.

"Ik ben hier weg!" zei Kira, rennend door haar kamer terwijl ze haar spullen bijeen raapte: haar messen, zwaarden, pijlen, wat kleren en een paar boeken.

Ze rolde alles op in een deken, bond het samen, gooide haar boog over haar schouder en spurtte de trappen terug af.

Ongelofelijk dat ze hier nog niet eerder aan gedacht had, ze kon effectief WEG! Pa was weg op strooptocht, die zou pas over een week terugkomen.

En een tijd geleden had Kira een klein elfenbootje zien aanspoelen, een kano had pa het genoemd.

Dit was haar kans, nu of nooit! Kira stormde de hallen door, op weg naar de dokken.  

Ze struikelde bijna van de keldertrap in haar haast, en kwam zo buitenadem als een geest maar kan zijn aan in de dokken van het paleis. 

Kira slaakte een kreet van opluchting: "gelukkig, hij ligt er nog!" en sprong in de kano.

Ze greep de roeispaan en begon te peddelen, gelukkig had vaderlief haar dat nog geleerd: "links-rechts-links-rechts, Kij'aie'Rah!"

"Hah, die naam hoef ik nu nooit meer te horen." dacht Kira terwijl ze de vrijheid tegemoed peddelde.

De SchimmenprinsesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu