Peter pan imagine #1

437 6 0
                                    

(Y/N) P.O.V
Felix en ik zijn goeie vrienden. We vertellen elkaar alles. Nou ja bijna alles dan. Ik heb al sinds ik hier ben een crush op Peter. De baas van iedereen. De jongen die ons allemaal gered heeft. Ik ben hier al een tijdje. "Hey (Y/N)." "hey Felix." We liepen naar de tafel toe. "Lekker geslapen?" "Ja. Jij?" Hij knikte. De andere lost boys kwamen er ook aan. Iedereen ging zitten. Pan kwam er aan. Hij ging langs Felix zitten. Felix en pan zijn goeie maten. Felix is zijn rechterhand.

*na het eten*
"We gaan op het strand oefenen. Pan wilt dat je hier blijft." "Oké." "red je dat alleen?" Ik knikte. "Oké. Tot straks dan." "Tot straks." De lost boys liepen het bos in. Pan stond tegen een boom aangeleund. "Hey pan." "noem me maar gewoon Peter." "Uhh oké." hij stond ineens voor me. "Niet zo nerveus zijn. Ik ben het maar." hij keek me lachend aan. "Sorry." ik keek maar mijn voeten toe. Ik voelde een hand op mijn kin. Hij duwde mijn hoofd voorzichtig naar boven toe. "Hoe kan ik jou laten ontspannen." Ik keek hem in zijn ogen aan. Verschillende emoties waren te zien. Lust. Kwaad. Verdwaald en liefde. hij gaf me een kleine glimlach. "Kun jij 2 uur op ons kamp letten?" Ik knikte. "Oké. Dankje." Ineens stond hij bij een boom. "Tot straks dan maar." "Ja. Tot straks. " Ineens was hij weg.

*3 uur later*
Ik zat op de grond. Met een stok in mijn hand. Poppetjes te tekenen in het zand. "Heey." de lost boys kwamen het kamp op gelopen. "Hey." Felix kwam naar me toe gelopen. "Heey (Y/N)." "Hey Felix." hij kwam langs me zitten. "Wat heb je getekend." hij keek naar het zand toe. "Poppetjes?" Ik knikte. "Waarom zo stil? Is er iets." "Nee er is niks." "Er is wel iets. Vertel." ik schudde mijn hoofd. "Er is niks." "(Y/N)." "Laat me gewoon met rust." Ik stond op en liep boos weg. Ik liep het bos in. Hij is soms zo vervelend. "Hey (Y/N). Wat ga je doen?" Peter stond voor me. "Oh hoi. Ik ga effe wat wandelen." "Oh leuk. Mag ik mee?" "Nou ik wil eigenlijk effe alleen zijn." "Ik ga mee. Of je het nu leuk vind of niet." "Peter....." "pan is het voor jou." hij keek me kwaad aan. "Sorry ik bedoel pan." Hij stond voor me. zijn ogen waren donker. "Als je me nog een keer Peter noemt heb je een probleem. Begrijp je dat?" Ik knikte. "Begrijp je dat?!" "Ja pan." Hij knikte. "Goedzo." "Ik heb geen zin meer om te wandelen. Ik ga maar eens weer terug." ik draaide me om. En liep terug naar het kamp toe.

*na het avond eten*
Iedereen stond te dansen rond het vuur. Behalve Pan en Felix. En ik. Ik zat verder op bij een boom. Pan stond op en liep naar me toe. "Waarom dans jij niet?" Hij kwam tegenover me zitten. "Geen zin." "Ach kom op. Hoe kun je nu geen zin hebben." hij keek me lachend aan. Ik haalde mijn schouders op. "Niet zo treurig zijn." "Sorry." hij glimlachte. Hij heeft altijd van zo'n stemmingswisselingen. De ene keer is hij super aardig. De andere keer is hij heel erg gemeen. hij stond op. En liep terug naar de andere toe. Hij begon wat op zijn fluit te spelen. Alweer dat stomme liedje. Wat hij de laatste tijd alleen maar speelt. "Oké jongens. Tijd om naar bed te gaan. Het was een goeie dag vandaag." Iedereen liep naar zijn tent toe. Ik stond op en liep naar mijn tent toe. "Behalve jij (Y/N). Jij bent toch geen jongen?" Ik zuchtte. Ik liep naar pan toe. "Je gaat me eerst uitleggen waarom je zo treurig bent." "Weet ik niet." "Dat weet je wel (Y/N). Niet liegen tegen me." Zijn ogen werden donker. "Sorry." "Nou. Ga je het nog vertellen?" "Ik voel me gewoon raar." Hij knikte. "Mijn gedachtes enzo." "Pubertijd?" Ik schudde mijn hoofd. "Nee. Mijn gevoelens. Doen heel raar." hij knikte. "Misschien ligt het ook in de pubertijd." Hij kreeg weer lichtere ogen. "En wat voel je dan. Of wat denk je dan?" "Van alles." Hij pakte ineens mijn hand. "(Y/N) ik wil helpen. maar dan moet je wel alles tegen me vertellen. Oké?" Ik knikte. "Kom." ik liep hem achterna. We liepen zijn tent in. hij zat op zijn bed. Hij klopte langs hem. Voorzichtig ging ik langs hem zitten. "Vertel. Alles." "ik denk alleen maar aan een jongen. En mijn gevoelens voor hem worden steeds groter. En het is zo vervelend. Ik kan niet eens normaal meer denken. En ik weet toch dat hij me niet op de zelfde manier leuk vind." je bent verliefd. Zeg het dan meteen." Hij keek me lachend aan. "Ik wil je best helpen. Wie is de gelukkige?" Oh nee. "uhh." "wat? Is hij zo erg. Dat kan toch niet?" Ik keek hem aan. "Kom op. Zeg." hij keek me nog steeds lachend aan. "Pan. Ik uhh." "is hij echt zo erg. Nee dat geloof ik niet. Jij bent perfect. Dus ik denk dat je keuze ook perfect zal zijn." Hij keek me vragend aan. "Ik zal je niet uitlachen. Oké?." Ik kreeg geen woord uit mijn mond. "Is het devon?" Ik schudde mijn hoofd. "Felix?" weer schudde ik mijn hoofd. hij noemde elke naam. "Wie dan. Ik heb iedereen genoemd." "Niet iedereen." "Wie dan niet. Ik heb iedereen opgenoemd. Behalve me zelf...." hij keek me verbaast aan. "Ik? Ben ik het?" Ik keek naar mijn handen. "Ja." het was een tijdje stil. Voorzichtig keek ik hem aan. Tranen stonden in zijn ogen. "Echt?" "ja. Echt." zijn ogen waren nog nooit zo licht geweest. Hij kreeg een glimlach op zijn gezicht. voor ik het wist drukte hij zijn lippen op de mijne. Ik begon hem terug te zoenen. Mijn handen gingen door zijn haren heen. Hij trok zich een beetje terug. "Ik heb al zo lang op dit moment gewacht." "Ik ook." "zou je misschien vannacht bij me willen blijven?" "Oké." We kropen in bed. Ik kroop tegen hem aan. Hij sloeg zijn armen om me heen. "Ik hou van je (Y/N)." "Ik hou ook van jou pan." "Peter. Is het voor jou." "Oké. Peter." Ik viel langzaam tegen hem in slaap.

Ouat imagines Where stories live. Discover now