Henry Mils imagine #1 part one

164 1 1
                                    

(Y/N) P.O.V

"Schiet op!" Ik rende door de straten heen. Jeffrey rende voor me. "Wacht op mij!" Jeffrey rende steeds sneller tussen de menigte. "Jeff!" Ik zag hem niet meer. Ik draaide me om. Die boze mensen zijn gelukkig weg.

*in de avond*

Ik liep alleen over straat. "Wat een sukkel." Ik schopte een steentje weg. Ineens voelde ik mijn telefoon trillen.

Jeffrey: waar ben je?

Ik schudde mijn hoofd.

(Y/N): Weet ik niet.

Ik stopte mijn telefoon weer terug in mijn broek zak. Een koude windvlaag raasde langs me heen. Wrijvend over mijn armen liep ik verder.

*laat in de avond*

Ik zat op een stoeprandje. Beetje steentjes te gooien. Aan de overkant ging een deur open. "Kom op. Dan gaan we terug naar storybrook." Er liepen 3 personen naar buiten toe. Een jongen rond mijn leeftijd keek me aan. Ik zag dat hij iets zei tegen een vrouw en een man. Ze keken me met zijn drieën aan. Gelijk stond ik op en liep ik van ze weg. "Hey!" Ik keek achter me. De vrouw rende naar me toe. Uit het niets rende ik het steegje in. De vrouw rende achter me aan. Snel klom ik een lader om hoog. "Hey, stop eens." Ik klom steeds sneller omhoog. De vrouw ging me achterna. Eenmaal boven rende ik verder. "Stop, ik wil je geen pijn doen." Ik kwam aan de rand van het gebouw aan. De vrouw stopte vlakbij en keek me angstig aan. "Kom, Ik doe je niks." Ze stak haar hand voorzichtig uit. Ik keek achter me. "Kom. Doe geen stomme dingen." De man en de jongen stonden achter haar. Ik schudde mijn hoofd. Ik draaide me om en sprong naar het achter gebouw toe. Ik greep me vast aan de reling en trok me zelf omhoog. Ze keken me alle drie verbaast aan. Snel rende ik verder.

*in de ochtend*

Ik werd wakker van de auto die langs reden. Ik wreef in mijn ogen en Voorzichtig stond ik op. Ik voelde mijn telefoon trillen.

Jeffrey: Kijk op een naam bordje

Jeffrey: Waarom reageer je niet?

Jeffrey: Ik heb je net al 2 x gebeld.

Jeffrey: Ik maak me zorgen.

Ik zuchtte en stopte mijn telefoon weg.
Hij maakt zich geen zorgen. Hij gebruikt me om dingen te stelen. Ik begon richting de markt te lopen. Stiekem pakte ik een appel en stopte hem snel weg. "Ze zijn vers. 5 kilo voor 5,99." Ik schudde mijn hoofd. "Het is een goeie deal." "Ik lust geen appels. Sorry." Hij haalde zijn schouders op. Snel liep ik verder. Ineens zag ik die drie mensen van gister staan. Bij een broodkraam. De jongen keek me aan. Hij trok aan de jas van de vrouw. De vrouw zag me. Snel draaide ik me om en liep de menigte in. Ineens ging mijn telefoon af. Snel pakte ik hem uit mijn zak. Jeffrey. Snel liep ik door en nam hem op

Jeffrey ; "waar ben je?!"
(Y/N) ; "ik ben op de markt. "
Jeffrey ; "ik kom er aan blijf daar."
(Y/N) ; "snel want ik word achterna gezeten."
Jeffrey ; "ik doe mijn best."

Hij ging op. Ik zag die mensen achter me aan lopen. "Hey! Stop eens." Snel rende ik een steegje in. Shit dood lopend. De vrouw stond tegen over me. "Nu kunnen we eens praten." De man en de jongen kwamen langs haar staan. "Wat moeten jullie?!" "Rustig we willen je helpen." "Ik hoef geen hulp." De jongen liep naar me toe. "Jawel. Je bent alleen op straat." Ik lachte naar hem. "Jij weet niks van mij." Hij zuchtte. "Jawel ik weer wie jij bent." Ineens hoorde ik een motor in het steegje komen. Jeffrey. "Kom dan!" Snel rende ik door ze heen en sprong op de motor. "Ik zei het toch. Ik hoef geen hulp." De jongen keek me teleurgesteld aan. Jeffrey reed het steegje uit en ik zette een helm op. "Wie waren dat?" "Weet ik niet. Ze volgen me al sinds gister." "Komt goed." 'Als nog herken ik die jongen ergens van.' "Waar denk je aan?" "Oh niks. Gewoon dat jij me gister alleen liet." Hij begon te lachen. "Ja sorry." En we reden de markt af. "New York?" "Ja is goed." En we reden naar New York toe.

------
Misschien een vervolg???😉

Ouat imagines Where stories live. Discover now