67 - Sem

2K 141 154
                                    


Sems p.o.v.

Ik schrik wakker door de deurbel die gaat. Verward kijk ik op mijn wekker om te zien hoe laat het is. Mam is al weg en pap is de hele week niet thuis vanwege een zakenreis. Mam zou nooit aanbellen, ze zou gewoon achterom komen en de achterdeur opendraaien om naar binnen te komen. Maar nu wordt er aangebeld. Lang voor mams doen. Veel te lang voor mij in het algemeen. Ik trek vlug wat kleren aan en ga de trap af. Het bellen is ondertussen gestopt.

   Ik open de deur en frons diep zodra ik niemand zie staan. Dan krijg ik een hartverzakking als ik opeens iemand naast de deur zie zitten – doorweekt en bibberend en al. Meteen herken ik Kasper; hij slaapt. No way dat hij hier de hele nacht in de stromende regen heeft gewacht om met me te praten. Aangezien Kasper hier nog ligt te slapen, kan het niet dat hij heeft aangebeld. Verward kijk ik de straat af en zie dan iemand met een aangelijnd hondje lopen. De vrouw kijkt nog een keer bezorgd om maar let dan niet meer op ons zodra ze doorheeft dat Kasper nu gevonden is.

   In paniek ren ik de woonkamer in en pak de telefoon. Ik bel Karin op voor haar advies, misschien weet zij wat ik moet doen. Terwijl de telefoon overgaat loop ik weer terug naar de gang. Mam zal Kasper niet gezien hebben vanochtend omdat ze altijd de achterdeur gebruikt, zowel bij het binnenkomen als het uitgaan van het huis. Nog een keer een harde toon in mijn oor. Ik doe een schietgebedje in de hoop dat Karin zal opnemen.

   'Hallo, met Karin,' klinkt in mijn oor.
'Hallo, Karin -'
   'Ik ben er nu even niet. Spreek maar een boodschap in na de piep,' klinkt er dan. Gefrustreerd hang ik de telefoon op. Daar hebben we niets aan, dan zal Karin pas een paar uur later reageren, en om Kasper hier nou nog een paar uur langer te laten zitten is ook geen stijl.

   Voorzichtig leg ik mijn hand op Kaspers schouder. Hij voel ijskoud, zo koud als steen. Hij schrikt wakker en kijkt verward om zich heen. Hij kijkt rillend naar me op, de meest verwarde en gepijnigde blik die ik ooit heb gezien. Weer kijkt hij om zich heen.  Hij lijkt helemaal van het padje te zijn. Hij kijkt weer naar me op zodra ik iets zeg. 
   'Kom, Kasper, je moet echt even opwarmen, je bent helemaal doorweekt,' zeg ik bezorgd. Ook al is Kasper zo'n lul geweest, ik maak me nu echt zorgen om hem. Hij zal nu wel ontzettend onderkoeld zijn.

Suf knikt Kasper en doet een poging om omhoog te komen. Het lukt hem niet, zo hard trilt hij en zo erg lijkt zijn lichaam afgekoeld te zijn. Zijn benen bewegen zo stroef dat het haast lijkt alsof ze van ijs zijn gemaakt. Ik help hem mee omhoog, zie dat Kasper zich ontzettend hard schaamt. Ik vraag me af wat er allemaal door Kaspers hoofd heenging dat hij hier is blijven wachten. Zo speciaal ben ik nou toch ook weer niet? Ik begeleid hem richting de trap.

   'Je kan je opwarmen in de douche,' zeg ik terwijl ik hem mee de trap op help. Het gaat niet al te makkelijk; Kasper is nog altijd veel groter dan ik en zijn lichaam beweegt niet al te soepel door de kou. Ik voel Kasper naar me kijken. Ik kan een licht blosje niet tegenhouden.

Met moeite weet Kasper zijn benen te bewegen en de trap op te komen. Ik zet hem neer op de zoldertrap en pak vlug wat spullen bij elkaar. Kasper kijkt duf toe vanaf de trap. Ik leg kleren van mijn vader klaar in de badkamer, die zal hij vast wel passen. Dan leg ik nog een handdoek neer op de grond zodat Kasper na het douchen niet zal uitglijden en daarna leg ik een handdoek klaar waarmee Kasper zich kan afdrogen.

Ik stress helemaal, bang dat elke seconde op dit moment fataal zal zijn voor Kasper. Wanneer ik alles klaar heb liggen waarvan ik denk dat Kasper het nodig zal hebben, help ik hem de badkamer in. Kasper kijkt me leeg aan.

  'Nou, dan kun je nu even douchen. Ik ben in mijn kamer, dus je kan roepen als er iets is,' zeg ik. Kasper knikt.
'Bedankt,' mompelt hij. Ik kijk naar zijn lippen, die helemaal blauw zijn geworden. Het blauwe steekt fel af tegen zijn huid, die nog nooit zo bleek is geweest als nu. Zijn blonde haren plakken tegen zijn voorhoofd. Kasper heeft er nog nooit zo beroerd uitgezien, en dat alleen maar omdat ik gisteren niet met hem wilde praten. Vlug ga ik de badkamer uit en doe de deur achter me dicht. Ik kan het niet aan om Kasper nog langer zo te moeten zien.

OFDWID [bxb] || De 'Het Gayft Niet'-SerieWhere stories live. Discover now