hoofdstuk 3

3.2K 84 12
                                    

"Hoe weet je mijn naam?" vraag ik met trillende stem. De vrouw geeft me een kille glimlach "We weten alles over je" zegt ze. Er komen een paar andere mensen binnen die apparaten klaarmaken. Mijn aandacht wordt getrokken door een scherpe pijn in mijn arm. Ik kijk omlaag en zie een snee in mijn arm "omdat je mijn man zijn knieschijf hebt gebroken" zegt ze grijnzend.

Ze steekt een paar naalden in mijn lichaam. Een man geeft haar een paar zakjes in allerlei kleuren aan. Ze bevestigd de zakken aan de naalden. De vrouw drukt op een paar knopjes en de vloeistof gaat door de buizen in mijn lichaam. In het begon voel ik niets maar dan komt alle pijn in een keer. Het brand onverdraaglijke veel.

Ik weet niet hoelang ik al op de operatiestoel zit. Minuten, uren, dagen? Ik weet het niet meer. De machines worden afgezet en ik voel me versuft. Een van de bewakers maakt me los en tilt me op. Hij brengt me naar mijn cel en legt me op bed.

Er wordt ruw in mijn zij gepord waardoor ik wakker schiet. Er staat een vrouw van in de 30 met een verpleger pak aan. Ze glimlacht en geeft me een stapel kleren. Ik sta recht en kleed me om achter een doek. Het is een korte spijkerbroek en een zwart t-shirt.

Fijn, als ze toch op ons experimenteren dan zien we er toch goed uit. Voel je de sarcasme?

Ik zucht en trek de kleren aan. De kleren passen perfect. Ik doe mijn haar in een zijwaartse vlecht. De vrouw begeleidt me naar een soort kantine waar allerlei kinderen van ongeveer mijn leeftijd zitten.

De meisjes dragen dezelfde kleding als ik en de jongens dragen een lange jeansbroek met een zwart t-shirt.

Er wordt een bord in mijn handen gedrukt met een vreemd goedje op en ik ga aan een lege tafel zitten. Ik prik met mijn vork in het 'eten' voor ik een hap neem en direct uitspuug, zo walgelijk is het dus.

"Kan ik hier komen zitten?" vraagt een vrouwenstem. Ik kijk omhoog en zie een meisje van mijn leeftijd staan, ze heeft rood haar en blauwe ogen. Ik knik en ze komt tegenover me zitten. "Ik ben Ari" zegt ze voor ze in haar eten begint te prikken zoals ik. "Ik ben Haven" zeg ik voor ik me terug op mijn 'eten' concentreer.

Na het eten worden we terug naar onze cellen gebracht. Ik ga op het bed liggen en probeer te rusten.

Een uur later gaat de deur open. Ik open mijn ogen en zie weer dezelfde vrouw als gisteren staan. Ik draai met mijn ogen en sta zuchtend recht. De bewaker bindt mijn handen achter mijn rug en trekt me mee. We komen aan bij een soort van trainingszaal. De deuren gaan open en er worden 9 andere kinderen, waaronder Ari, naar binnen geduwd. De bewakers maken onze handen los en we worden direct onder schot gehouden.

Niet dat dat iets uitmaakt, maar laat het ze maar proberen.

Er komt een man binnen van in de dertig, te zien aan zijn kleding is hij de baas. "Beste kinderen, jullie vragen je hoogwaarschijnlijk af wat jullie hier doen" goh, zou je denken? "Misschien hebben sommigen het gemerkt of niet maar jullie hebben allemaal iets gemeen. Jullie zijn allemaal getraind tot de perfecte moordenaars in jullie kindertijd" zegt hij met een gemene grijns.

"En daarom weet ik dat die geweren jullie niet tegen houden" zegt hij terwijl hij ons glimlachend aankijkt.

Ik mag hem nu al niet

de man kijkt de kamer rond. Er gaat een deur open en iemand duwt een karretje met houten wapens naar binnen. "Jullie zijn een groep. Er zijn 3 groepen van 10 personen en omdat jullie elkaar niet mogen vermoorden of te hard verwonden moeten we wel hout gebruiken, maar vrees niet. Als ons experiment lukt dan zul je je geen zorgen meer hoeven maken over dat" zegt hij met weer zo'n irritante grijns die ik er maar al te graag zou willen afslaan.

Wat bedoelt hij daar nu mee? Er stapt een bewaker op ons of en duwt ons naar de kar. Ik kijk aandachtig naar de wapens en pak uiteindelijk de houten wapenstokken eruit en bekijk ze aandachtig. "Owh ja, het is een man tegen vrouw gevecht en wij geven de groepen aan." zegt de man nog voor hij de deur uitstapt.

Ik wordt op een mat geduwd en sta nu tegenover een jongen met donker bruin haar en bruine ogen.

Hij is best knap.

Hij kijkt me onderzoekend aan. We kijken elkaar even in de ogen. Hij valt me aan en ik ontwijk zijn slag met gemak.

Een bijl huh.

Hij loopt weer op me af en maakt een schijnbeweging. Ik zie hem aankomen en rol net optijd weg. Ik val aan en raak hem recht in zijn gezicht. Hij deinst achteruit en ik vloer hem met een lenige beweging. Ik kijk gauw om me heen en zie dat de rest nog bezig is.

De jongen vloert me en ik kom met een bonk op de grond terecht. Ik rol weg voor hij me slaat met zijn bijl. Ik schop tegen zijn arm waardoor zijn bijl ver weg glijdt en hij doet hetzelfde met mijn wapenstokken. Ik sla met mijn vuist in zijn gezicht en hij stompt me in mijn maag.

Hij pakt me langs achter vast. Ik probeer me los te wurmen maar elke beweging doet meer pijn. Ik geef hem een kopstoot waardoor zijn greep verzwakt. Ik gooi hem over mijn schouder zodat hij op zijn rug valt. Hij trekt me mee en draait zich om waardoor hij bovenop me ligt.

Onze gezichten zijn maar een paar centimeter van elkaar verwijderd en ik kijk recht in zijn ogen. Hij staat langzaam recht en helpt me overeind. De bewakers trekken ons weer mee naar onze cellen. Ik zak neer op het bed en denk over wat 'de baas' zei.

Hoe bedoelde hij, dan hoef je je geen zorgen mee te maken?

Kidnapped Assassin's (Nederlands) (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu