Hoofdstuk 1

49 5 3
                                    

"Wakker worden Tessa." Ik kreunde en stond met tegen zin op.

Het was twee jaar geleden dat mijn zus gestorven is. Ik werd toen gevonden door een jonge vrouw die me meteen naar haar man, een dokter, heeft gebracht. Ik had veel bloed verloren maar ik had het wel overleefd. De dokter en de vrouw konden geen kinderen krijgen dus hebben ze mij geadopteerd. Toen ze me vroegen wat mijn naam was heb ik die niet verteld. Dat was het minste wat ik nog voor mijn zus kan doen, de enige belofte die ik heb kunnen houden. Ik heb die twee jaar lang mijn naam en haar naam niet verteld. Dus de dokter en de vrouw hadden me een naam gegeven, Tessa. Ik hielp ze in het huishouden. Ze konden mijn hulp goed gebruiken omdat de koning dus zo veel belasting vroeg.

"Ik kom al." Ik liep naar de keuken en pak een sneetje brood.

"Er is een aankondiging op het plein dus schiet op." De vrouw liep langs me en woelde door mijn haar.

"Jaja." Ik streek mijn haar weer glad en at snel het brood op en we liepen naar het plein.

Op het plein was een verhoging en daarop stond een jonge man. Hij droeg een harnas maar had zijn helm niet op.

"Gegroet, ik ben de prins en ik wil een voorstel doen." De mensen keken hem wantrouwig aan. Nadat ik twee jaar daar had geleefd snapte ik waarom iedereen zo verdrietig was, het leven hier was zwaar en niet fijn.

"Ik weet dat jullie onderdrukt worden door de koning en ik vind dat een schande. Als jullie mij helpen de koning van de troon te stoten, worden jullie rijkelijk beloond. Ik zal dan de koning zijn en beter voor mijn volk zorgen dan mijn vader." Zei de prins vol overtuiging.

De mensen keken elkaar vragend aan. Konden we hem vertrouwen? Was dit niet weer een truc van de koning?

"Bewijs dat je het meent!" Schreeuwde iemand en mensen knikten instemmend.

"Ik ben hier gekomen zonder een brief van iemand, zonder het wapen van de koning op mijn harnas en zonder andere ridders voor bescherming." Zei hij.

Sommige mensen knikten, andere waren nog een beetje achterdochtig. Ik geloofde hem, hij klonk zo oprecht en zijn redenen waren wel logisch.

"Wie gaat er met mij mee?" De prins stak zijn zwaard in de lucht.

Sommige mensen staken met een kreet hun vuist in de lucht. Andere liepen weg, terug naar hun werk.

Mijn de dokter trok me weg van de groep.

"Ik wil ook gaan." Ik stribbelde tegen.

"Nee dat mag niet, dat is veel te gevaarlijk en je bent te jong." De dokter liep gewoon door.

"Ik ben niet jong en jullie zijn mijn ouders niet dus hebben jullie dat niet te beslissen." Zei ik boos.

Ik zag een vlaag van pijn over het gezicht van de man gaan, "Je gaat niet punt uit."

The Kingdom (The Forest 2) ✔Where stories live. Discover now