Hoofdstuk 4

43 3 5
                                    

Maar de klap was anders dan ik had verwacht. Ik viel op de grond in plaats van dat ik geraakt werd door een zwaard. Mijn hoofd kwam hard op de vloer en ik zag zwarte vlekken. Ik werd opgetild door iemand en zag dat het de bakkerszoon was. Hij rende met mij over zijn schouder de kamer uit. Op de plek waar ik eerder had gestaan lag een lichaam. De borst van de dokter was rood van het bloed. "Ik hou van je Tessa." Was het laatste wat ik hoorde voor we de kamer uit waren.

Ik snikte en fluisterde. "Het spijt me."

"Kom terug!" Ik hoorde de schreeuw van de prins die achter ons aan kwam. De bakkerszoon ging een hoek om en dook een kamer binnen. Hij zette me neer op de grond en ging beschermend voor me staan. De prins stormde binnen en schreeuwde "Ik zal de laatste wens van mijn vader in vervullen. Ik zal het meisje doden."

Ik week naar achteren maar zag dat er een raam achter me was en ik niet verder naar achter kon.

"Dan moet je eerst langs mij." De bakkerszoon pakte een mes wat hij had meegenomen.

De prins sprong op de bakkerszoon af en pakte het mes uit zijn had en stak het in het been van de bakkerszoon. Die schreeuwde het uit en viel op de grond, naar zijn been grijpend.

"En nu naar jou." De prins kwam dreigend op me af gelopen. "Weet je wel niet hoe graag ik dit wilde doen? Mijn moeder wreken? Ik had altijd gedacht dat het een rebel was geweest, een man die de koninklijke familie haatte, niet een klein meisje."

"Ik was het niet." Ik keek bang naar de prins die me niet leek te horen.

"Al die jaren verdriet door een klein meisje. Een jong meisje, een kind." Hij lachte bitter.

"Alsjeblieft doe het niet." De bakkerszoon greep naar het been van de prins maar die trapte hem in zijn gezicht.

Ik zocht naar een uitweg, ik was te zwak om met hem te vechten ook al had de prins geen wapens meer. Ik was te langzaam om langs hem heen te rennen en er vandoor te gaan. Om hulp schreeuwen had niet zoveel zin, waarschijnlijk kon niemand me horen.

Dus ik bleef staan. Dit keer was er niet iemand die me kon redden, dit keer had ik geen geluk.

De prins stond nu voor me en had een enge grijns op zijn gezicht.

"Vaarwel." En hij duwde me door het raam naar buiten.

Ik probeerde iets vast te grijpen maar het enige wat ik greep was lucht. We waren op de derde verdieping dus deze val zou ik niet overleven. Ik naderde steeds sneller de grond en met een klap raakte ik de grond en alles werd zwart.

The Kingdom (The Forest 2) ✔Where stories live. Discover now