18

4.2K 238 10
                                    

Ik ademde rustig in en uit, maar van binnen spatte ik bijna uit elkaar van spanning. Aya zat naast me op het bankje in het gerechtsgebouw. Mijn advocaat was buiten even een telefoontje plegen. Ik denk dat Aya zich hetzelfde voelt als ik. Al is ze nog maar acht jaar, ze is een heel slimme meid en weet dondersgoed wat er allemaal aan de hand is. Beide zeiden we niets. Woede borrelde in me op. Er kwam nog net geen rook uit mijn oren, toen ik BenNabil het gerechtsgebouw binnen zag komen. Rustig Safa, als je hem aanvliegt, kan je fluiten naar de voogdij. Loop alsjeblieft door. Loop alsjeblieft door, dacht ik gespannen. Maar nee hoor. Precies voor het bankje stond hij stil. Ik keek naar zijn schoenen, weigerde hem aan te kijken. ''Hallo Aya.'' Hoorde ik zijn zware stem zeggen. ''Ken je mij nog?'' Uit mijn ooghoeken zag ik haar hevig met haar hoofdje knikken. ''Ja, jij bent de slapende meneer!'' Hij moest hard lachen. ''Inderdaad.'' Hij gaf haar een aai over de bol en liep toen verder. Als het niet in deze situatie was geweest, had ik er ook om kunnen lachen, maar helaas.

Mijn hart kromp ineen toen Lana en Hassan onze kant op liepen. Die grijns zou ik met alle liefde van hun gezicht willen slaan. Toen ze wat tegen Aya wilden zeggen stond ik op en ging voor haar staan. ''Loop verder en laat Aya met rust.'' Probeerde ik rustig te zeggen, maar de trilling in mijn stem verraadde mijn ingehouden woede. Lana trok Hassan mee aan zijn arm. ''Geen zorgen liefje, na vandaag kun je haar elke dag zien en spreken.'' Ze keek me nog vijandig aan toen liepen ze weg. Waar blijft Hans nou? Een klein minuutje later kwam hij aanlopen met een koffertje in zijn rechterhand. Hij was niet alleen zag ik. Een vrouw van middelbare leeftijd liep naast hem. Ze zag er wel vriendelijk uit. ''Sorry dames, het ging over een andere zaak van me. Zullen we naar binnen gaan?'' We stonden beide op. ''Aya, jij kunt niet naar binnen, deze mevrouw zal op je passen tot de grote mensen binnen klaar zijn.'' Ik zag een ernstige blik op Aya's gezicht. Ze weet dat ze niet met vreemden mee mag. ''Het is goed engeltje. Ga maar met de mevrouw mee.'' Zei ik met een brok in mijn keel. De vrouw pakte haar hand en samen liepen ze weg.

Hans en ik liepen de zaal in. Ik voelde alle ogen op me prikken en vooral die van BenNabil. De kwal, hoe hij me zo ongegeneerd stond te observeren. Nog nooit een vrouw in een jurk gezien zeker. Naast de tafel van de tegenpartij namen we plaats. We moesten alleen nog maar wachten op de rechter. Ik hoopte dat het een vrouw was. Maar helaas. Er kwam een man binnen van een jaar of vijftig gehuld in een toga. Iedereen ging staan, pas toen hij plaatsnam ging iedereen weer zitten. De zenuwen werden alleen maar erger en mijn mond was kurkdroog. Ik nam een slok water van een glas dat op tafel stond.

''Goedemorgen.'' Zei de rechter. Na een korte pauze ging hij verder. ''We zijn hier vandaag voor de voogdijzaak. En het betreft Aya Redouani.'' Toen hij die naam opnoemde wilde ik het bijna uitschreeuwen. Bijna. ''Beide partijen worden verhoord. En naar aanleiding daarvan zal ik tot een uitspraak komen.'' Mijn blik ging naar die van Hassan. Die klootzak had een bepaalde blik in zijn ogen. Een blik dat zei dat hij ging winnen vandaag, maar mooi niet dat, dat zonder slag of stoot gaat gebeuren. ''De heer Hassan Redouani. U mag plaatsnemen in de getuigenbank.'' Na de eed stond mijn advocaat op en begon met zijn vragenlijst.

''Meneer Redouani, hoe lang was u in Marokko voordat u mijn cliënte bezocht?'' ''Een paar weken.'' Reageerde hij kortaf. ''Een paar weken dus. En in die paar weken had u geen tijd of geen zin om uw dochter op te zoeken?'' ''Protest, hij legt mijn cliënt woorden in de mond.'' Hoorde ik BenNabil brullen. ''Toegewezen.'' Zei de rechter. Ik begreep niets van die woorden. ''Goed ik formuleer mijn vraag anders.'' ''Meneer Redouani, waarom ging u niet eerder bij u dochter langs?'' Ik zag Hassan's geïrriteerde blik. ''Omdat ik niet wist waar ze zich bevond. Pas na een paar weken had mijn privé detective haar gevonden en toen ben ik meteen naar haar toegegaan.'' Ik hield het niet meer. Wat een leugenaar, ik wist zeker dat hij al weken wist waar we waren, de schoft. Een paar vragen later was Hans klaar en was het de beurt aan BenNabil. Hij stond op liep om de tafel en keek me vluchtig aan. Toen ging zijn blik naar Hassan.

''Meneer Redouani, verteld u even in uw eigen woorden wat er acht jaar geleden is gebeurd.'' Hassan schraapte zijn keel. Langzaam begon hij aan het verhaal. Hoe mijn zus en moeder zijn omgekomen en dat hij daardoor erg van slag was. Met moeite bedwong ik de tranen die hun weg naar buiten zochten. Hoe durft die schoft de namen van mijn moeder en zus in de mond te nemen. ''Ik was helemaal in de war. In een fractie van een minuut was ik mijn geliefde vrouw verloren. En bleef ik achter met een paar maanden oud kind. Ik wist helemaal niet wat ik moest doen. Toen heeft Safa zo lang op me ingepraat dat zij voor Aya zou zorgen. Ik wist helemaal niet dat ze haar mee zou nemen naar Marokko. En er alles aan zou doen om haar bij me weg te houden. Ze gaf me namelijk ook de schuld van het ongeluk.'' Mijn mond viel open van verbazing. Alles is gelogen! Wat een hufter. Hij ging verder met zijn toneelspel. ''Toen ik hoorde dat mijn geliefde dochter bijna omkwam bij een brand wist ik dat ik haar moest meenemen. Naar Nederland, waar zij een toekomst heeft. Maar ik ben niet zoals Safa, ik neem niet zomaar een kind mee naar een vreemd land. Al had ik dit makkelijk kunnen doen, ik ben haar vader. Maar ik wilde Safa nog een kans geven. Zij is echter zo verbitterd, dat ze meteen een rechtzaak wilde.'' Het verhaal werd steeds mooier. Nu ben ík het die een rechtzaak wilde. Mijn handen jeukten om niet naar hem uit te halen. Als de rechter dit fantasieverhaal geloofd dan is er flink wat mis met zijn ogen en oren. ''Goed, dank u wel. Ik ben klaar.'' Gromde de advocaat van de duivel.

Toen was het mijn beurt om plaats te nemen in de getuigenbank. Ik nam diep adem en keek strak voor me uit. Mijn advocaat stelde me een paar vragen, maar hij vroeg me niet mijn verhaal te doen. Hier werd ik best boos om. Ik moest ook de kans krijgen mijn verhaal, het echte verhaal, uit de doeken te doen.

De zwarte met het witte hart (VOLTOOID)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu