Zielen en een brief.

27 4 0
                                    

Het was zover ik zou vandaag 12 jaar worden. Het is vandaag 8 februari. Mijn verjaardag. Zoals elke andere dag werd ik wakker nog voordat mijn wekker ging en ging ik me omkleden. Daarna ging ik eten en daarna mijn tanden poetsen. Toen ik daarmee klaar was werd ik omdat ik vandaag jarig ben gefeliciteerd. Alleen vierde mijn familie mijn verjaardag nooit echt uitgebreid. Dat komt door mijn gave. Ik heb namelijk de gave van genezing. Een van de minst sterke gaves. Ik was een schande voor de familie zeiden de meeste mensen want ik kwam uit een familie van sterke krachtenstuurders. Ja, kwam mijn echte familie is dood. Ik woon nu bij mensen zonder gave maar die mogen me niet echt. Ze zijn er als de dood voor dat iemand ooit ontdekt dat ik een gave heb ookal is het een zwakke. Zoals elk werd ik ook door een paar andere mensen gefeliciteerd een paar mensen die alleen ik kan zien. De dag was al snel voorbij en toen ging ik slapen ik zou morgen alleen thuis zijn want de familie waar ik nu woon zou 2 weken weg zijn ze gingen op vakantie en zoals elk jaar mocht ik niet mee.

De volgende dag stond ik weer vroeg op. Ik weet niet waarom maar ik heb minder slaap nodig dan andere. Toen ik naar beneden ging en ging kijken of er post zag ik een envelop op de mat liggen. Toen ik die envelop zag bedacht ik me opeens dat er vandaag geen post werd verwacht omdat het zondag was. Toen ik de envelop aanraakte ging die opeens zweven en praten. De envelop zei: gefeliciteerd, u bent gekozen om een opleiding te volgen op de G.A.V.E. school. U zal om 2 uur vanmiddag wirden opgehaald.

Ik was verbaasd want ik kon me niet herinneren dat er in ieder geval sinds de elementenoorlog ooit nog een genezer op die school had gezeten. Opeens kwamen er een paar onzichtbare mensen naar me toe. Toen ik beter keek wist ik zeker dat wat ik gisteren dacht waar was ik kan zielen zien. De zielen hielpen me om mijn koffers te pakken en ze zorgden er voor dat ik niks zou vergeten. Om 2 uur precies stond ik klaar om opgehaald te worden.

De rit duurde behoorlijk lang maar dat was ook wel logisch de school lag namelijk aan de andere kant van het land. De school was echt giga dat kon ik al 20 km daarvandaan zien want ik kon de school toen al zien. Ik kon het echt niet geloven dat ik op die school zit. Ik heb een briefje achtergelaten voor wanneer mijn familie terug komt en ik had met behulp van de zielen had ik alles ingepakt en was ik dus niks vergeten. Toen ik binnen kwam werd ik naar de receptie gebracht. Daat kreeg ik een plattegrond, mijn lesrooster, de sleutel van mijn kamer en nog wat andere dingen.

Toen ik bij mijn kamer was en de deur open deed zag ik 2 andere een meisje en een jonge we gingen wat praten en toen hadden we uiteindelijk besloten om vrienden te worden ik vond wel oke ze leken me namelijk nogal aardig en ze hadden nog niet echt veel vrienden. We merkte allemaal dat we werden dus lieten we de namen en de gaves maar voor morgen.



Ik droomde dat ik in een bos lag op een vredige plek. Opeens zag ik twee wezens opduiken ze werden opgejaagd. In het midden van de open plek werden ze ingehaald en gedood. Opeens was ik niet meer op die vredige plek maar liep ik van een gebouw naar een kasteel. Het kasteel was behoorlijk ver weg maar ik was er verrassend snel. Hoe dichter bij het kasteel hoe slechter het weer werd. Opeens toen ik bijna voor het kasteel stond werd ik heel snel naar binnen getrokken. Toen ik in een bepaalde zaal was zag ik een schim ik werd naar die schim toe getrokken en toen ik bij de schim was werd ik wakker.

Ik schrok wakker en keek of mijn kamergenoten ook wakker waren maar toen ik opkeek zag ik dat ik niet meer in mijn kamer lag maar in een zaal. Toen ik beter keek zag ik dat dit de ziekenzaal zou moeten zijn van de school. Een paar minuten nadat ik weer wakker was geworden kwam er een zuster naar me toe. Toen ze zag dat ik wakker was schrok ze even maar dat duurde maar even. Toen ging ze kijken of het goed met me ging. Ik had geen flauw idee waarom ik in de ziekenzaal lag maar toen ze zag dat er niks met me aan de hand was mocht ik gaan. Ze zei dat het geregeld was dat ik vandaag geen lessen ging volgen.

Toen ik in mijn kamer was voelde ik me moe maar toen viel ik staand in slaap. Ik droomde wat ik die nacht ook had gedroomd. Toen ik op de klok keek wist ik dat ik weer genoeg had geslapen. En ik heb dus die nacht een beetje gefantaseerd.


De volgende dag werd ik apart genomen. De mensen die me apart namen zeiden dat omdat ik gisteren de indeling had gemist ik vandaag zou worden ingedeeld. Ik werd naar een kamertje gebracht en daar moest ik een oude hoed opzetten. De hoed twijfelde tussen de afdelingen maar omdat ik van mijn kamergenoten had gehoord dat de afdeling van de zilveren slang heel veel slechte krachtenstuurders had ontwikkeld vroeg ik in mijn hoofd of ik in een andere afdeling dan de afdeling van de zilveren slang mocht komen. Uiteindelijk werd ik geplaatst in de afdeling van de gouden leeuw. Toen ik ernaar vroeg zeiden ze me dat mijn oude kamergenoten ook op die afdeling zitten. De eerste paar dagen mocht je vrij dingen doen.





Ik koos ervoor om even naar buiten te gaan. Ik was de enige die buiten was want er was buiten een sneeuwstorm maar ik vond dat niet erg ik was namelijk altijd al aangetrokken door kou. Toen ik na een tijdje lopen stopte merkte ik dat ik niet meer kon zien waar de school was. Ik liep door zodat ik misschien ergens een beschut plekje zou vinden. Op een gegeven moment stopte ik even. Ik voelde een vreemde aanwezigheid. Toen ik weer verder liep merkte ik dat de wereld om me heen steeds meer vervaagde. En opeens was alles weg overal was wit maar dat kwam niet door sneeuw. Het was opeens onheilspellend stil geworden. Ik ging wat langzamer lopen en toen voelde ik het weer. Die vreemde aanwezigheid. Maar het voelde nu dichterbij. Ik had het gevoel alsof er gevaar dreigde want dat kan ik aanvoelen. Daarom ging sneller lopen en uiteindelijk ook rennen. Na een tijdje stopte ik opeens ik realiseerde me opeens iets. Dit was me een paar keer eerder ook overkomen. Toen wouden een paar zielen even met me praten. Dit was geen gewone witte plek. Dit is een waar je privé met zielen kan praten. Toen zag ik opeens een paar gedaantes opdoemen. Ze waren wit. Ze kwamen naar me toe. Toen ze vlakbij me waren kwamen ze opeens sneller op me af. Opeens werden ze zwart.




En dat was het laatste wat ik zag voordat ze door me heen gingen. Toen ze door me heen gingen werd ik overspoeld door een intense kou. En toen viel ik bewusteloos neer. Het laatste wat ik zag was hoe al het wit wegging en ik in de sneeuwstorm lag.

Dodenkracht 1: zielenziener.Where stories live. Discover now