De sneeuwstorm en de ziekenzaal

14 2 0
                                    

Na een paar uur werd ik wakker. Ik wist dat het een paar uur zou moeten zijn omdat ik me weer uitgeslapen voelde. Ik had het koud en lag daar in een sneeuwstorm. Ik hoopte dat ik niet onderkoeld zou raken. Toen ik weer wat helderder kon nadenken realiseerde ik me dat toen ik neerviel het ook harder was gaan waaien. En toen ik beter boven me keek zag ik dat ik onder een laag sneeuw lag. Op een of andere manier voelde ik toen ik die gedachte kreeg dat het wat warmer werd. Ik vond het wel raar maar ik had in ieder geval niet meer het gevoel alsof ik onderkoeld zou raken. Maar ik hoopte nog wel dat andere me snel zouden vinden.

Ik liep naar de ziekenzaal om te kijken hoe het met Seridona ging. Toen ik bij de ziekenzaal was aangekomen zeiden ze me dat ze net weg was gegaan. Toen ik vroeg of ze wisten waar ze naartoe was gegaan zeiden ze dat ze dat niet wisten. Ik heb hun gelijk een uitbrander gegeven omdat ik gelijk dacht aan de vorige keer dat er zo'n sneeuwstorm als nu was. De vorige keer waren er namelijk allemaal kinderen vermist geraakt na dat er een sneeuwstorm was geweest. Ik hoopte dat ze niet naar buiten was gegaan. O ik vergeet me voor te stellen ik ben Servreno Cranonno Secratre. Ik ben de gene die haar had gescout. Toen ik haar voor het eerst zag had ik het gevoel dat ze sterker was dan haar gave liet blijken. Daarom zit ze ook op deze school. Net toen ik naar buiten ging kwam er iemand van de ziekenzaal naar me toe gerend en die zei dat ik beter eerst de rest van het kasteel kon doorzoeken dan nu gelijk naar buiten te gaan. Alleen wist ik dat dat niet kwam omdat ze het zelfde dacht als ik maar gewoon vond dat ik met dit slechte weer beter niet naar buiten zou moeten gaan. Uiteindelijk had ze me overgehaald want ja waarom zou ze in die kou naar buiten gaan. Dat is toch onlogisch.


Nadat het kasteel is doorzocht.

Omdat ik Seridona niet in het kasteel vond belde ik haar ouders. Ik vroeg hun of ze even wouden komen. Ze zeiden dat ze op vakantie maar toen ik hun verzekerde dat ze op onze koste nog een week extra weg mochten en dat wij het zouden regelen met school stemde ze in. Toen ze in mijn kamer kwamen en nadat we even hadden gepraat kwam ik er achter dat dit niet haar echte ouders waren toen ik vroeg naar haar echte ouders zeiden ze me dat die dood waren en dat ze nu haar familie waren. Ze waren vrienden van haar echte ouders. Toen ik hun uitlegde wat er aan de hand was dat er gevraagd werd of ze wouden komen zeiden ze me dat ze altijd al van de kou hield en dat ze zich daar een soort van door aangetrokken voeld. Toen ze dat hadden gezegd regelde ik snel de afspraak en zorgde ik ervoor dat ze vervoer kregen. Daarna ging ik gelijk naar buiten toe.



Toen ik buiten was waaide het ik realiseerde me dat het een paar uur geleden opeens heftiger was geworden. Opeens legde iemand een hand op mijn schouder. Het was de vrouw van de ziekenzaal die ik eerder die dag ook al had gesproken. Ze zei tegen mij dat ik beter wanneer de sneeuwstorm minder was geworden kon zoeken. Wat ik me toen niet realiseerde was hoe ze wist dat ik dacht dat Seridona buiten was wat ik toen niet wist was dat Seridona dit hoorde. Daar had de vrouw van de ziekenzaal een punt dus ging ik terug naar binnen daar bleef ik wachten totdat de sneeuwstorm minder zou worden. Wat ik toen nog niet wist was dat de sneeuwstorm nog wel een tijdje zou duren.

Opeens na een tijdje merkte ik dat ik me niet kon bewegen. Opeens hoorde ik stemmen. De stemmen kwamen me vaag bekend voor en toen wist ik het weer de ene was van een vrouw van de ziekenzaal. De andere van een man die me de laatste tijd in de gaten had gehouden. Toen bedacht ik me dat dat waarschijnlijk de man is geweest die me heeft gescout. Ik hoorde alles wat ze zeiden en toen realiseerde ik me dat ze het over mij hadden. Toen de vrouw van de ziekenzaal hem had overgehaald gingen ze weer terug naar binnen. Ze hadden me niet gevonden maar ik wist nu wel dat ze naar me op zoek waren en ik dus waarschijnlijk wel na de sneeuwstorm zou worden gezocht. Wat ik toen ook nog niet wist was dat het nog een tijdje zou duren voordat de sneeuwstorm minder heftig zou worden.

Na een paar uur was de sneewstorm minder heftig geworden. De vrouw van de ziekenzaal had me nog gevraagd of ze mee kon helpen met zoeken. Ik had het beleeft afgewezen. Ik wou Seridona zelf zoeken. Na een tijdje te hebben gelopen merkte ik dat hoe verder ik een bepaalde kant opging hoe heftiger de sneeuwstorm was. Uiteindelijk zag ik een klein heuveltje. Toen ik dichter bij was en beter keek zag ik dat er allemaal vreemde bloemen oplagen. Ik vond ze een beetje lijken op ijsbloemen maar die waren al sinds de elementenoorlog uitgestorven. Voor de zekerheid pakte ik er een paar. Toen ik dat had gedaan ging ik kijken wat er was dat er voor zorgde dat er een klein heuveltje in de sneeuw lag. Toen ik wat sneeuw opgeschoven had zag ik iets wat me liet schrikken. Daar lag Seridona bevroren ik zag dat ze nog ademhaalde maar ze was helemaal bevroren ik pakte haar gelijk op en bracht haar gelijk naar het kasteel toe.

Een paar uur nadat de twee mensen weg waren gegaan kwam de man van de twee mensen weer terug. Ik hoorde hem steeds dichterbij komen. Ik hoorde hoe hij wat van de bloemen plukte die op de sneeuwlaag die op me lag groeide. Kort nadat hij de bloemen had geplukt hoorde ik hem graven in de sneeuwlaag die op me lag. Ik wou bewegen ten teken van leven maar het enige waaraan je nog kon zien dat ik nog leefde was mijn ademhaling. Toen hij we had gevonden tilde hij me op en bracht me naar binnen.

Toen ik met Seridona in de ziekenzaal aankwam zag ik dat er nog maar 1 zuster was toen ik vroeg waar de andere zusters waren zei ze dat ze met de andere leerlingen op excursie waren. Daarna keek ze naar Seridona.

Toen de zuster had gezegd dat de andere allemaal op excursie waren keek ze naar mij. Toen ze dat deed zag ik dat ze met een uitdrukking van woede, angst en walging naar me keek. Toen ik terug dacht aan eerder die dag vroeg ik aan de man hoe hij wist waar hij moest zoeken. Toen hij dat had uitgelegd vroeg ik of hij even weg wou gaan zodat ik even alleen was met de zuster. Toen hij dat had gedaan kwam ik meteen ter zaken. Hoe wist jij dat hij wist dat ik buiten was en hoe wist jij dat ik buiten was. Ik heb dat namelijk helemaal niet tegen je gezegd. Haar reactie verbaasde mij. Omdat ik wist waar jij was. Maar, hoe? Vroeg ik. Ze zei daar kom je later nog wel achter.

Dodenkracht 1: zielenziener.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu