[9] van riool naar wijken

714 62 12
                                    

En daar gingen we dan. We liepen één voor één de deur uit en liepen het riool in. Ben liep achter me en liep een beetje in mijn nek te hijgen. Dit stoorde me ontzettend. Ik probeerde het zo goed als mogelijk te negeren.

Ik probeerde me ergens anders op te concentreren dan het gehijg en vroeg in het algemeen 'weet eigelijk iemand van jullie wat Anoeska eigelijk is? Dat ze geen mens is wel duidelijk.' Ik hoorde iemand van voor grinniken en hoorde Edris haar keel schrapen 'goede vraag menselfje.' Wacht even menselfje, meende ze dat. Edris ging door 'eigenlijk weet niemand wat ze is, het is haar al vaak gevraagd maar ze geeft er gewoon weg geen antwoord op. We denken dat ze misschien een kruising is van twee soorten of misschien wel half mens half bovennatuurlijk wezen is. Waarschijnlijk schaamt ze zich.' Zei Edris droog.

Ben voegde daar aan toe met zware bas stem 'op het moment gaat er te ronde dat ze misschien deels nimf en deels vampier is. Maar eigelijk ben ik het niet mee eens wat het vampier stuk betreft. Als dat zo zou zijn zou ze anders ruiken, en ze ruikt eigelijk helemaal niet slecht.' Ik hoorde Fawna lichtjes snuiven, luid genoeg voor mijn oren.

'Hoe ruikt ze dan als ik vragen mag.' De afkeur hoorde je in Fawna's stem. Ben had het blijkbaar niet door en antwoordde doodleuk 'het is te vergelijken met een mengeling van het lekkerste geuren van een bloemenbed vermengd met zwavel. Een hele vreemde combinatie maar echt niet onaangenaam. En ik zeg je vampiers, of zelfs halfvampier ruiken meer naar een kelder.' Bij dat laatste slikte ik mijn lach in en kreeg ik de hik.

Ik hoorde Edris een geërgerd geluid maken en vervolgens zeggen 'kun je alsjeblieft stoppen met die hik Nora, of wil je dat ze ons van ver aan horen komen?' Ik fronste diep, alsof je zo even kunt stoppen met hikken. Ja dag. Ik ga er echt niet op in hoor.

Na een tijdje door het riool gelopen te hebben hielden we stil bij een ladder die ik al eerder had gezien. Daar gingen we dan weer. Op naar de tunnel des doods. Haha ja hoor, ik krijg het nog steeds van tunnels. Edris begon te klimmen en ook Fawna volgde haar snel. Toen Fawna al een aardige hoogte had bereikt greep ik ook de lader en begon te klimmen. Onder me hoorde ik Ben ook aan zijn klim beginnen. Ik keek naar boven en zag hoe Edris de ijzeren plaat weg schoof, het gat verlichte een stuk van het riool en de trap daardoor had ik een iets beter zicht op alles.

Ik luisterde goed of ik geen auto's hoorde aankomen, maar het was rustig. Edris klom naar buiten en hielp Fawna ook naar buiten. Toen ik mijn hoofd naar buiten stak keek ik in de kille ogen van Edris 'schiet een beetje op ja!' Zei ze koud. Oke, geen handje hulp voor mij dus. Ik klom zo snel als het kon uit het gat en ging recht op staan.

Ben volgde snel en Edris schoof de putdeksel weer op het gat. Ze draaide zich naar ons om en liep met een drafje richting de uitgang van de tunnel. Ik keek Fawna aan en ze knikte naar me. En ook wij zette een drafje in richting de uitgang.

Ik zag het einde van de tunnel al, het was immers niet zo ver. Maar toch kreeg ik de zenuwen van het stukje rennen. Het leek alsof het een eeuwigheid duurde voordat we eindelijk het einde hadden bereikt. Ik was nog steeds bang dat een auto ons zou rammen. Maar we hadden weer geluk, de spits was voorbij en de avond was al behoorlijk gevallen. Dus het was zeer rustig, ik zou bijna zeggen te rustig.

Toen we de tunnel uitkwamen sprongen we snel over de vanghekken en rende de bossen in. Daar kwamen we even tot rust. Edris keek ons hooghartig aan terwijl Fawna en ik even tot adem kwamen. Tja een paar dagen trainen was niet genoeg om onze conditie weer op pijl te werken.

Toen Fawna en ik weer op adem waren zei Ben 'oké dat kunnen we verder. Welke richting moeten we op om in jou dorp te geraken Nora?' Ik keek hem even aan en zei toen 'ik weet niet precies waar we nu zijn maar mijn dorp ligt een aantal kilometers van Breda vandaan.' 'En vanaf welke richting van Breda?' Vroeg Edris sceptisch. Ik trok een gezicht 'tussen Breda en Dordrecht. De plaats heet Moerdijk maar dan aan de uiterste kant richting Doredrecht ligt mijn wijk.' Edris knikte en mompelde wat in zichzelf 'we zouden... Nee niet de trein.....het ligt aan water.....mmmhh nee ook nog geen optie.' Ze keek me aan en vervolgde harder 'jij kunt autorijden he?' Ik keek haar met opgetrokken wenkbrauwen op.

DNA twistedOù les histoires vivent. Découvrez maintenant