Chapitre 1🥀

688 63 98
                                    

"Ik ga dit doen. Het is genoeg geweest Hadiya." Ik zucht en herhaal "Ik ga dit doen. Het is genoeg geweest Hadiya." Mijn adem stokt in mijn keel en ik blijf kijken naar mijn spiegelbeeld en herhaal. "Ik ga dit doen. Het is genoeg geweest Hadiya."

Ik adem diep in en uit en herhaal het weer. Hoe lang ik dit al doe, ik heb geen idee maar zeker meer dan een uur. Dit kan zo niet langer, dit is niet wat ik wil. Ik sluit mijn ogen en houdayfa's woorden galmen door mijn hoofd "alsjeblieft Hadiya, kom uit je kamer. Je doet iedereen pijn, jezelf maar het meest mij en mama." Een stille traan rolt over mijn wang en vind zijn weg naar beneden, stilletjes huilt mijn hart mee.

Het is waar ik doe iedereen pijn inclusief mezelf. Ik haat mezelf ervoor. Ik heb mezelf al 5 maanden verwaarloosd. Letterlijk. Ik verwaarloos mezelf, ik sloot me af van de buitenwereld. Ik verstopte me, letterlijk. Ik werd gek! Maar geen haar op mijn hoofd die aan mijn geluk dacht.

Ik heb al die maanden lang geen stap uit mijn kamer gezet, tot gisteren. Ik had mezelf opgesloten voor de buitenwereld. Ik wou de waarheid niet onder ogen zien, maar ik kan niet anders. Ik kan er niet omheen of onderdoor, de enige weg is er doorheen.

Soms moet je gewoon.

Ik sluit mijn ogen en denk weer aan gister. Toen Houdayfa gebroken voor mijn gesloten kamer deur zat, met zijn rug geleund tegen de deur terwijl ik stilletjes aan de andere kant tegen de deur zat met mijn rug er tegen geleund. Het enige wat ons scheidde was die ene deur.

"Je doet me pijn Hadiya, je doet me heel veel pijn. Ik mis je, ik wil je weer terug hebben. Ik wil je in me armen kunnen houden. Ik weet dat je naar me luisterd. Hadiya inou, kom please naar buiten. Ik kan dit niet aanzien, dagenlang praat ik hier uren voor de deur hopend dat je een stap buiten zal zetten. Ik wil je beschermen en zeggen dat alles goedkomt net zoals vroeger." Waren zijn woorden die hij met een brok in zijn keel uitsprak.

Een volgende traan rolt over mijn wang. Dat was het moment. Het moment dat wat er nog over was van mijn hart, brak. Het ene stukje hart brak in miljoenen andere mini stukjes, toen het tot me door drong dat ik hem, mama en de rest pijn deed.

Niet alleen ik ben papa kwijt, maar ook Houdayfa, mama, Shamseddine en Imrane. Kleine nog maar net 2 jarige Imrane. En dat momemt dat ik mijn deur na 5 maanden opende, was het moment dat ik spijt kreeg. Waarom had ik dat niet eerder gedaan?

Want toen ik eindelijk Houdayfa knuffelde besefte ik me dat dit het medicijn was. En hoe Imrane zijn kleine armpjes betraand om me heen sloeg en Shamseddine me niet meer los kon laten. Of hoe me moeder hartverscheurend huilde van geluk, van blijdschap dat ik, Hadiya die verdomde kamer eindelijk uit was gekomen.

Wat deed ik ons gezin aan, hoe kon ik? Hoe kon ik? Hoe zeg mij hoe? Waarom liet ik mezelf lijden en de rest? Ik werd gek van de stilte en hoorde dagenlang het getik van de klok maar toch bleef ik. Ik was degene die mezelf gek maakte wat nog meer pijn doet.

Ik laat mijn blik rusten op de spiegel en bestudeer mijn spiegelbeeld. Mijn grijze ogen straalde geen glans meer uit. Geen geluk, enkel en alleen verdriet. Van die vrolijke, spontane Hadiya is niks meer te zien. Daar is niks meer van over.

Mijn miljoenen stukjes gebroken hart heb ik moeizaam opgeraapt en kapot terug gestopt. Mijn hart zal nooit meer heel zijn. Niks zal ooit nog zijn zoals vroeger. Ik zal nooit meer de oude worden.

Dit allemaal toen ik mijn vader verloor. Toen is het begonnen. Ik verloor niet alleen mijn vader, maar ook mijn geluk, trots en mijn wereld. Mijn wereld die nu donker en duister is zonder enige kleur.

Alles is anders, ook mama, Houdayfa en Imrane. Mama is niet meer zoals vroeger. Ze kropt al haar gevoelens op en doet haar best om ons gelukkig te maken. Ze doet haar uiterste best om ervoor te zorgen dat we niks tekortkomen. Ze denkt alleen aan onze geluk en daardoor cijfert ze zichzelf weg. Ze zet ons op nummer 1 en zichzelf onderaan.

Ik zie de pijn en verdriet in haar ogen. Ik zie hoe ze hem mist, keer op keer. Ik zie hoe ze kapotgaat. Het doet me zoveel pijn haar zo te zien.

Ik kamde mijn haren door en verrichte mijn dagelijks gebed. Dit is wat 1 van de dingen die me levend hebben gehouden. Het gebed. Zonder mijn geloof weet ik niet waar ik nu terecht zou zijn gekomen. Ik deed mijn hoofdoek af en legde die op het bed neer waarna ik de kamer uitging en de trap af liep.

"Bolle kom is" hoorde ik Houdayfa zeggen. Ik draaide me om en liep naar zijn kamer. Hij bleef me lang aankijken en zei niets. "Het is klaar Hadiya, laat het los" zei hij. "Ik weet het, en ik doe mijn best."

"Sterven is niet het grootste verlies in 't leven, het grootste verlies is wat er binnen in jou sterft terwijl je nog leeft. Blijf niet stilstaan" zei hij. Ik wist niks uit te brengen. Hij had gelijk. Het was zo waar wat hij zei. Ik heb de tijd niet gedood de tijd heeft mij gedood.

"En sinds wanneer zijn ezels slim?" Vroeg ik terwijl ik hem aankeek met gespleten ogen. "Herhaal dat is nog eens, moezedjif (hoofd)" zei hij grijnzend. "Niks, laat maar grapje" zei ik en ik liep een stuk naar achter. "En sinds wanneer zijn ezels slim?" Gilde ik waarna ik de trap af racede.

Wat ik aan het proberen was? Geen idee, want ik wist toch dat hij me zou pakken. En ja hoor ik was de trap nog niet eens af, of hij had me al vastgepakt. "Wat probeer jij a tamshount (heks)" grinnikte hij. "Hou je bek lelijkerd, en laat me los" zei ik.

In plaats daarvan hield hij me nog strakker vast. Met maar 1 arm had hij me vast, 1 arm is genoeg voor hem. Zijn gespierde arm ging strak rond mijn gehele lichaam. "Wil je me botten breken ofso, lelijkerd" lachte ik. "Ach schatje toch, als ik jou kippenbotjes wou breken was dat allang gebeurd. Waarom denk je anders dat ik voorzichtig met je doe."

Droog keek ik hem aan "achterlijke randdebbiel" zei ik en ik schoot in de lach. "Wil je niet los" grinnikte hij. "Moet jij niet naar school? En tuurlijk wel want je stinkt" zei ik en ik kneep mijn neus dicht met mijn hand die hij niet vasthad. "Dat bepaal ik nog altijd zelf en zeg dan eerst dat ik je mooiste broer ben."

"Laat los je moet naar school" zei ik. "En jij dan is vandaag eerste schooldag, jij moet juist gaan. Kleine kinderen hebben dat nodig." "Hou je bek, yemma wil niet gelijk dat ik naar school ga net nu ik vooruitgang boek." "Dacht je ik zou je laten gaan a stinkdier, mohim zeg dat ik de mooiste broer ben." Ik grijnste en zei "Houdayfa is mijn mooiste broer."

Hij knikte tevreden en liet me los. "Broer, je bent mijn enige broer. Je bent tering lelijk" gilde ik en ik stak mijn middelvinger op waarna ik de trappen afrende om mijn moeder in de keuken te helpen.

God, wat heb ik deze tijden gemist. Zal het me dan echt lukken, om door te gaan. Zal het voorbij zijn? Glimlachend knikte ik in mezelf. Het is over.

Maar lieve mensen dat is wat Hadiya dacht. Gelooft ze het nou zelf? Het is zo niet voorbij, het is nog niet eens begonnen. Dit is pas het begin. Geluk zal niet bestaan voor de nietsvermoedende Hadiya.

Hii boo'ss❤️

Hehehe eerste hoofdstuk staat online :) Laat me weten wat jullie vinden van het begin en mochten er tips zijn graag💋🥀Promoties voor m'n nieuwe boek zijn ook welkom💕

Maar lady's how are you all? Hoe gaat school het leven tell me. Ik moet echt bijpraten met jullie lmfao🥰

Vergeet geen sterretje en een leuke achter te laten.

Dikke kus en knuffel Salma:)

Thorns In My HeartWhere stories live. Discover now