3.

46 1 0
                                    

Ruby.

Ik loop met een glimlach naar huis.  Het is bijna een uur lopen, maar dat vind ik niet erg. Ik ben een station te vroeg uitgestapt. Het is een prima gozer, maar hij heeft mijn nummer al, hij hoeft niet ook nog mijn woonplaats te weten. 

Je kan niet voorzichtig genoeg zijn, zei mijn moeder altijd.

Het werkt niet altijd hoor, voorzichtig zijn, je kan nog steeds worden nageroepen, nagekeken, verkracht, gestoken, vermoord. De kans is alleen kleiner als je voorzichtig bent, that's all.

Ik doe dat eigenlijk nooit, mijn nummer geven aan een man. Er was iets met deze man, alsof hij zo ongelukkig was dat hij gelukkig was, of andersom. Iets speciaals, iets unieks, maar toch zo regulier. Alsof er iets klopte, het hoorde zo te zijn, het lot, of toeval, who knows. 

Het zal wel, ik zie hem waarschijnlijk toch nooit meer. Hij heeft immers een vriendin, en ik ben niet zo van de trio-relaties. Hij heeft niets over zijn vriendin gezegd, dus waarschijnlijk heeft die al langer een relatie, en is het minder 'verliefd' en meer 'houden van'. Hij heeft niets gezegd maar toch weet ik het. Toen hij mijn nummer vroeg en ik goedkeurde, opende hij zijn telefoon en twijfelde hij. Nou 3x raden wat zijn achtergrondfoto was. 

Ik ben geen dramaqueen, ik heb geen zin in gedoe. Dus als hij een vriendin heeft hoef ik zeker niets met hem te krijgen, wel ben ik benieuwd waarom hij mijn nummer vroeg. Hij was nieuwsgierig, dat snap ik, maar hij heeft een vriendin. Nou heb ik geen vriend, maar als mijn vriend aan vrouwen hun nummers gaat vragen, zou ik niet per se dolgelukkig worden, denk ik. 

Het gekke is, ik ben ook nieuwsgierig. Meestal vind ik andere mensen saai. Ze maken zoveel gedoe van alles of willen alleen seks. 2 categorieën waar ik weinig zin in heb. Maar deze man, wiens naam ik niet weet, hij trekt mijn aandacht. Ik zou het oprecht jammer vinden als hij niet zou appen. Ik zou niet huilen, maar wel jammer. 



Ik heb wel een baan hoor, het is niet dat ik de hele dag in de trein zit en koffie drink. Ik werk met jongeren met een beperking. Keitof om te doen, maar ook zwaar. Vooral in het begin van mijn carrière was het zwaar. Ik had toen wel een paar keer stage gelopen bij bijvoorbeeld de GGZ, maar als je het dan in je eentje in het echie moet gaan doen, is keispannend. Je bent gewoon nog onwennig in je beroep. Ik moest nog wennen aan de sfeer, mijn collega's en de clienten, niet te vergeten.

Gelukkig is het allemaal wel goed gekomen. Ik houd van mijn baan en de clienten zorgen elke dag voor een glimlach op mijn gezicht, dat is denk ik wat ze bedoelen met niet alleen werken voor het geld.

Er zijn best wat mannen te vinden in de gehandicaptenzorg, gemiddeld meer vrouwen, maar nog steeds meer mannen dan bijvoorbeeld in de wijk. Dat vind ik dus zo interessant aan die gozer, dat hij in de wijk werkt, terwijl er vrijwel alleen maar vrouwen werken in de wijk als verpleegkundige. 

Misschien is hij homo, dat kan natuurlijk ook. Ik heb geen foto van een meid gezien op zijn beeldscherm, dus het kan net zo goed een gozer zijn geweest. We zullen het meemaken. 

Vandaag ben ik vrij, daarom werk ik nu niet. Ik vind het leuk om dan te gaan reizen. Nou ja, reizen is een groot woord. Gewoon vervoert worden, onder de mensen zijn, buiten komen, daar houd ik van. Ik kan niet een hele dag op de bank hangen of in bed liggen en Netflix kijken. Ik bedoel, tuurlijk kan ik het wel, praktisch gezien, maar ik word er totaal niet gelukkig van. Ik voel me dan nutteloos en als ik een ding haat in deze wereld, is het wel nutteloos voelen. 

Het is leuk om gewoon een trein te pakken, ergens uitstappen en koffie te gaan drinken, gewoon zwarte. Geen specifieke trein, geen specifieke plaats, geen specifieke koffie, geen specifieke jongen. 

Gewoon, tijdsbesteding. 

Thuis, ik doe de sleutel in het gat en terwijl ik Noor, mijn hond, begroet, voel ik een trillende telefoon in mijn achterzak. 

'Hee helderziende'


UnexpectedWhere stories live. Discover now