VII

352 18 6
                                    

7.

'Hoe doen we dit?' 'Geen idee.' 'Hoezo, geen idee? Je weet toch wel hoe je dit moet doen? Het is je al eens bijna gelukt.' 'Ja, bijna...' 'Die inspecteur en zijn assistent heb je een beetje onderschat... Dat is toch niet zo erg? Die auto is tenminste kapot.' 'Ja, maar ik dacht toch echt dat ik ze met zo'n directe actie wel eronder zou krijgen.' 'Geef ze dan wat meer... tijd.'

Toen Jack zijn kantoor binnenstapte, ging er een rilling door hem heen. Was er iets anders? Koortsachtig speurde hij zijn kantoor af, opzoek naar iets wat hem opviel. Maar het enige bijzondere was de jonge jongen, met bruin, warrig haar, die ijverig aan het tikken was op de oude laptop. ‘Lukt ‘t, Ian?’ vroeg Jack. Ian antwoordde met wat gemompel over dat hij niet gestoord wilde worden, dus Jack liep naar de grote, groene fauteuil en ging zitten. Hij slaakte een zucht en wilde net even zijn ogen sluiten, toen zijn telefoon begon te trillen in zijn borstzak. ‘Wat nu weer?’ zuchtte hij enigszins geprikkeld. Hij kon dan wel tegen moorden en bloed en het was uiterst vermakelijk om naar Ian te kijken die het helemaal niks vond, toch wilde hij ook weleens rust. En hij wist ook, dat de misdaad nooit slaapt, maar dit was wel érg letterlijk genomen. Met een lichte kreun drukte hij op het knopje. ‘Met Inspecteur Jack van de Scotland Yard, wat kan ik voor u doen?’ Niets… Jack hoorde helemaal niets aan de andere kant van de lijn. Net toen hij wilde ophangen, klonk er een akelig hoge stem: ‘Laten we een spelletje spelen, Inspecteur Jack. Ik heb drie hints. Dit is nummer één: …Tik…’

Voordat Jack nog iets terug kon zeggen klonk er een klikje, en toen begon de telefoon te piepen. ‘Ian, dat rapport moet maar even wachten.’ Zei Jack. Ian keek verbaasd op van de laptop. Hij keek Jack met een vragende blik aan, maar die wenkte hem en wees op de fauteuil naast hem. Ian ging zitten en keek Jack verwachtingsvol aan. ‘Er heeft net iemand gebeld. Hij/zij zei dat we een spelletje gaan spelen. Er worden drie hints gegeven. En de eerste hint is Tik.’

Ian fronste zijn wenkbrauwen. ‘Tik? Hoezo tik?’ zei hij. Jack schudde zijn hoofd en keek peinzend naar zijn schoenen. ‘Ik ga even koffie halen. Wil jij ook wat?’ vroeg Ian. Jack knikte en zei, terwijl hij naar het bureau liep en ging zitten: ‘Vaste recept. Dankje, Ian.’ Ian glimlachte en duwde de deur open. Hij liep naar de kantine en drukte op het knopje van de automaat. Jack dronk zijn koffie altijd zwart. Ian dronk zijn koffie altijd met wat melk, omdat hij die bittere smaak maar vies vond. Toen hij het tweede bekertje uit de automaat pakte, voelde hij opeens dat er iets aan de achterkant zat. Hij draaide het bekertje om en trok het gele memobriefje eraf. Op het briefje stond: ‘Tak.,,’  Ians gezicht klaarde op. Hij greep de koffie en rende zo snel als de warme drank dat toeliet naar Jacks kantoor. Hij gooide de deur open en zette de koffiebekertjes iets té onstuimig op het bureau. Ze begonnen te schuiven en dreigden van het bureau af te vallen, maar een hand greep razendsnel de bekertjes en hield ze tegen. Ian reikte naar zijn bekertje, maar Jack pakte het op en keek er in. ‘Melk? Je bent een watje, Ian. Een watje.’ Normaalgesproken had Ian verontwaardigd gereageerd op die opmerking, die Jack vanaf het begin al maakte, maar nu niet. Hij duwde het briefje onder de neus van de Inspecteur en zei: ‘De tweede hint.’

Jack sprong overeind en griste het briefje uit de hand van zijn assistent. ‘Tak…’ las hij peinzend. ‘Tik… Tak…Wat volgt?’ vroeg Ian hoopvol aan Jack. Jack haalde  zijn schouders op. ‘Laten we alles nog eens nalopen.’ Hij pakte zijn koffie en liep weer naar zijn groene fauteuil. Ian deed hetzelfde. ‘Een vreemd persoon belt mij op en zegt dat we een spel gaan spelen. Vervolgens geeft hij of zij ons twee simpele woorden. De woorden tik en tak. Die kunnen van alles betekenen. En we weten ook niet wat er gebeurt als we alle drie de hints hebben.’  Zei Jack. Ian knikte en vroeg: ‘Maar hoe komen we daar achter?’ Jack keek, zijn hersens krakend, voor zich uit. Hij zuchtte. ‘Hmmmm…’ zei Jack. Een poosje was het stil. Maar opeens wist Jack het. ‘Wacht eens even…’ zei hij. Ian keek hem aan. ‘Het is een spel. Dat was de eerste hint. Niet tik, maar spel.’ Ian keek hem niet-begrijpend aan. ‘Denk eens goed na, Ian.’ Zei Jack als antwoord op zijn blik. ‘Welk spel begint met de woorden tik en tak?’ Ian liet zijn hersens kraken. En toen hij het wist, stolde het bloed in zijn aderen. ‘Tik… Tak… Boem…’

A Raven Girl (Book 1)Where stories live. Discover now