XVII

189 14 1
                                    

17.

‘Dus, als ik het goed begrijp: Ian is ontvoerd door een gestoord meisje dat al één moord heeft gepleegd en jullie al twee keer bijna heeft omgebracht.’ Zei Ariana. Jack knikte, die net de koffie op het bureau zette. ‘Dat heeft u snel uitgelegd, Commissaris!’ zei Jack. De Commissaris leek rood te worden. Hij dook snel onder de tafel om zijn schoenen goed te doen. Jack grinnikte. ‘Ik ben goed in samenvatten.’ Mompelde de man. Ariana sloeg Jack op zijn schouder terwijl hij neerzakte in de overgebleven stoel. ‘Pest je baas niet zo!’ Jack trok een wenkbrauw op. ‘Uh, ik bedoel, voormalige baas.’ Voegde Ariana eraan toe. Jack knikte goedkeurend en nam een slok van zijn koffie.

‘Wat doe je eigenlijk nog bij deze zaak?’ vroeg Ariana terwijl ze melk in haar koffie goot. ‘De Commissaris heeft me nodig.’ Zei Jack met een knipoog. Nu mengde Thom zich weer in het gesprek. ‘Maar dit is dan ook echt zijn laatste zaak! Als het aan mij lag, was hij allang verbannen uit dit gebouw. Ik handel in belang van de zaak.’ Jack en Ariana rolden tegelijk met hun ogen. Jack wilde opstaan om nog een koffie te halen, maar de Commissaris liet hem weer zitten. Een opgewonden stem klonk uit zijn walkie-talkie. Thom bracht het apparaat naar zijn oor. ‘Ja? Wat? WAT?!’ Het laatste schreeuwde hij. ‘Wat is er?’ riep Ariana, die meteen overeind sprong. Jack stond ook op. ‘Er is iemand gevonden. Een lijk.’ Zei de Commissaris terwijl hij zijn jas aandeed en zijn walkie-talkie weer aan zijn riem klikte. Jack greep ook zijn autosleutels en rende al naar de deur. ‘Jack, ik en Ariana gaan met de politieauto!’ riep de Commissaris hem nog na. Maar Jack stond al bij de auto toen Ariana en Thom de deur door kwamen rennen. ‘Waarheen?’ vroeg hij terwijl hij instapte. ‘Bellcampstreet.’ Riep Thom, die ook naar zijn auto rende. Ariana sprong op de passagiersstoel van de politieauto, terwijl Jack de motor van de pick-up al liet ronken. Met gierende banden reed hij weg.

Jack sprong bijna uit zijn auto toen hij bij Bellcampstreet aankwam. Hij trapte keihard op de rem en  trok de sleutel eruit. Toen rende hij naar de stoep, waar twee agenten over een lichaam gebogen stonden. ‘Aan de kant.’ Zei hij. De twee agenten keken op. ‘Jack!’ riepen ze bewonderend. ‘Was jij niet…?’ vroeg een van de agenten zenuwachtig. Hij leek wel een beetje op Ian. Jack voelde even een steek door zijn hart. ‘Ik help de Commissaris nog met deze zaak.’ De agenten gingen snel aan de kant zodra de Commissaris en Ariana ook aan kwamen lopen. ‘Oh mijn…’ zei Ariana en ze verstijfde. Het lijk zag er vreselijk uit. Overal op het gezicht van het lijk zat bloed. Bloed en tranen. Het was een jong meisje, van hooguit 12 jaar. ‘Dit is vreselijk!’ stamelde Ariana. Jack knikte en knielde neer bij het meisje. Hij streek haar plakkerige, bebloede haren naar achteren en onderzocht haar nek. ‘Gewurgd.’ Zei hij uiteindelijk. De Commissaris had zich ook over het meisje gebogen. ‘Ik mis alleen één ding.’ Zei Jack toen. De Commissaris keek hem vreemd aan. ‘En daar kan je aan zien dat ik langer aan deze zaak werk dan hij.’ Zei Jack plagerig tegen Ariana. Ariana een  ikte, maar zodra ze het gezicht van de Commissaris zag, verborg ze haar lach en knielde ze snel ook neer bij de benen van het meisje. ‘Ik mis het raventeken.’ Zei Jack, nu weer serieus. ‘Bij elke misdaad laat The Ravengirl het teken van een raaf achter.’ Zei Jack. De Commissaris en Ariana keken hem bewonderend aan. ‘Hé, wat is dat?’ vroeg Ariana en ze wees op het T-shirt van het meisje. Er zat een grote, rode vlek op die snel groter werd. Jack tilde voorzichtig het shirt op. Met een kreet sprong Ariana achteruit. Ook de Commissaris sprong weg en Jack vloekte. In de buik van het meisje zat een enorm gat. Een gat in de vorm van een raaf. Het was ongelofelijk diep, bijna onmogelijk. Jack dacht dat hij bot zag zitten. Hij stroopte snel het shirt weer naar beneden en riep de twee agenten. ‘Bel een ambulance en breng dit lichaam naar het lab!’ zei Jack. De twee agenten knikten en renden naar de telefooncel.

‘Ariana, alles oké?’ vroeg Jack terwijl het lijk werd weggebracht. Ariana knikte en deed haar bruine lokken in een staart. ‘Ja, het gaat wel. Ik ben een agente.’ Zei ze met een glimlach van een boer met kiespijn. ‘Commissaris?’ vroeg Jack. De Commissaris stond snel op en depte met een zakdoek zijn voorhoofd droog. ‘Hoorde ik nu een gil?’ vroeg Jack pesterig. Thom schudde zijn hoofd. ‘Laten we gaan.’ Zei Jack tegen Ariana en hij legde een hand op haar schouder. Maar opeens bleef hij staan. Hij hoorde een klik achter zich. Alsof er een pistool geladen werd.

‘Waar ben je? Hallo? Oh shit, ik krijg geen contact!’ Ian fronste zijn wenkbrauwen. Tegen wie had Luna het? Ian begon weer aan zijn touwen te trekken. Onwillekeurig kreunde hij. Meteen voelde hij een mes tegen zijn toch al opengesneden mond. ‘Oh, hallo…’ stamelde hij. Luna’s gezicht zat angstaanjagend dicht bij het zijne. ‘Jij moet echt even leren om je minder met mijn zaken te bemoeien.’ Zei Luna kil. Ian slikte. ‘Jou zaken zijn ook de mijne.’ Zei hij toen, even kil. Maar dat had hij beter niet kunnen doen. Een inmense pijngolf schoot door zijn rechterzij. Luna had een mes in zijn zij gestoken! ‘Wat zei je?’ vroeg ze, met een uiterst gemene grijns.

-------------------------------------------------

Oeioeioei, onze twee agenten zitten flink in de problemen. Hoe loopt het af? Ja, dat moet nog even wachten! ;) Muhahaha, wat ben ik kwaadaardig :D

A Raven Girl (Book 1)Where stories live. Discover now