Hoofdstuk 227

2.5K 31 47
                                    

"Je kunt tot maandag vast wel ergens logeren," zeg ik tegen haar. Mijn lippen blijven maar dingen zeggen waar mijn hoofd het helemaal niet mee eens is. Het is net alsof ik er geen controle over heb.

Ik wil niet dat ze vertrekt, ik wil haar in mijn armen trekken en haar een kus geven op haar haar. Ik wil haar vertellen dat ik alles voor haar zou doen. Ik wil voor haar veranderen, en van haar houden tot ik doodga. Maar in plaats daarvan draai ik me om en loop weg.

Ik hoor haar door de kamer heen lopen, en ik weet dat ik eigenlijk naar binnen zou moeten gaan en ervoor zorgen dat ze niet weggaat, maar wat is het punt? Ze gaat maandag toch weg, waarom niet al iets eerder? Ik ben nog steeds verbaasd dat ze een langeafstandsrelatie voorstelde. Dat zou nooit werken, niet als ze op uren rijden bij me vandaan woont, me maar twee keer per dag belt en niet naast me slaapt. Ik zou dat niet kunnen.

Ik doe het toch wel, maar als onze relatie voorbij is hoef ik me tenminste niet meer schuldig te voelen als ik iets ga drinken of ga doen wat ik wil. Maar het is helemaal niet dat ik iets anders wil doen. Ik zit liever naast haar op de bank noodgedwongen voor de zoveelste keer Friends te kijken dat iets anders zonder haar doen.

Een paar minuten later verschijnt ze in de hal, met twee koffers en haar handtas hangt over haar schouder heen. Haar gezicht is helemaal wit weggetrokken.

"Ik denk dat ik alles heb, behalve een paar boeken, maar ik koop wel nieuwe," zegt ze met een lage, trillerige stem.

Dit is het. Dit is het moment dat waar ik bang voor ben geweest sinds ik het meisje heb ontmoet. Ze laat me achter en ik doe niks om haar tegen te houden.

"Oké."

"Oké." Ze haalt even diep adem, en recht dan haar schouders. Als ze bij de deur aankomt tilt ze haar hand op om haar sleutels te pakken, en haar tas zakt iets van haar schouder af. Ik weet niet wat er mis is met me, ik zou haar tegen moeten houden of haar helpen, maar dat kan ik niet.

"Nou, dit was het dan. Alle ruzies, het gehuil, de liefde bedrijven, het gelach, alles, het was allemaal voor niets," zegt ze zachtjes, zonder woede.

Ik knik, niet in staat om iets te zeggen. Als ik nu iets ga zeggen weet ik zeker dat ik het allemaal nog honder keer erger ga maken, voor ons allebei.

Ze schudt haar hoofd en opent de deur. Ze houdt hem open met haar voet zodat ze de koffers met zich mee kan trekken.

"Ik zal altijd van je houden, ik hoop dat je dat weet," zegt ze zo zachtjes dat ik het nog maar net kan verstaan.

Stop alsjeblieft met praten, Tessa, alsjeblieft.

"En iemand anders zal dat ook doen, hopelijk net zo veel als ik."

"Shh," zeg ik zachtjes. Ik kan dit niet aanhoren.

"Je zult niet voor altijd alleen blijven. Ik weet dat ik dat heb gezegd, maar als je hulp gaat zoeken voor je woede, dan zou je iemand kunnen.." Probeert ze me gerust te stellen.

"Ga maar gewoon." Ik gooi de deur dicht, en ik hoor haar scherp inademen aan de andere kant van de houten deur. Ik heb net de deur in haar gezicht gegooid, what the fuck is er mis met me?

Ik begin in paniek te raken, en laat de pijn door me heen vloeien. Ik heb het zo lang ingehouden, nauwelijks nog onder controle, totdat ze wegliep. Mijn vingers gaan door mijn haar heen, en mijn knieën raken de vloer aan. Ik weet niet wat ik met mezelf aanmoet. Ik ben officeel de grootse mislukking ooit, en er is niks dat ik daaraan kan doen. Het klinkt zo simpel, gewoon naar Seattle gaan met haar en dan gelukkig zijn, maar het is niet zo simpel. Alles zal daar anders zijn. Zij zal daar druk zijn met haar stage en nieuwe klassen, ze zal nieuwe vrienden maken, en nieuwe dingen ervaren, en mij vergeten. Ze zal mij niet meer nodig hebben.

After 3 (Dutch/Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu