-hoofdstuk 7-

705 37 16
                                    


-Mirella-

Ik open voorzichtig mijn ogen.

Ik ruik de verbrande lucht en ik mijn ogen wellen de tranen weer op.

Monster Mirella. Je bent een monster.

Ik sta voorzichtig op en klop mijn knieën af. Ik kijk in het rond iedereen is weg.

Een schok gaat door mijn lichaam wanneer ik het verbrande lichaam van Clayton iets verderop zie liggen.

Ik wil gillen maar er komt geen geluid uit mijn keel.

Tarzan en Jane zijn verdwenen. Ze zijn vast weggerend. Weggerend van mij. Weggerend van mijn krachten. Als ik het kon zou ik het ook doen.

Ik begin te lopen. Als een zombie. Ik voel niet eens de pijn wanneer ik door doornbossen loop. Ik voel even niets meer. Ik heb iemand wat aangedaan. Ik heb iemand vermoord.

Ik begin te snikken. Mijn handen beginnen ongecontroleerd te trillen, en mijn zicht word troebel door alle tranen. Ik laat mezelf op de grond vallen.

Ik stop met snikken wanneer ik een hoog geluid hoor. Het klinkt als een soort fluit. Ik spring achter een boom.

Een lange jongen loopt door de bossen met een meisje met een gele jurk. Tarzan en Jane

Ik wil naar ze toe rennen, ze roepen. Maar ik blijf staan. Ze zijn om een reden weggegaan. Ze willen me vast niet zien.

"Mirella!" Roept Tarzan plotseling. Zonder goed na te denken spring ik weg achter de boom. De rare oude man ziet me als eerste en begint op en neer te springen.

Jane's ogen lichten op wanneer ze mij ziet. Ze rent op me af en omhelst me. "O god we waren zo bezorgt." Ik frons.

Tarzan omhelst me ook. "Je rende ineens weg, alsof iemand achter je aanzat. Je moet daarna vast weer teruggekomen zijn."

Ik kan me daar helemaal niets meer van herinneren. Vreemd.

Ik zicht diep. "Hopelijk is die sukkel Clayton nog niet wakker." Moppert Jane

Opluchting gaat door me heen. Hij is niet dood. Ik heb hem niet vermoord.

"Kom laten we naa-" Tarzan stopt plotseling met praten. Luid wolven gejank weerklinkt door de bomen. Jane begint te hyperventileren en Tarzan blijft verstijf staan.

Dan beginnen we te rennen. Zo hard als we kunnen.

Op dat moment raakten we elkaar weer kwijt. Rennend voor mijn leven kom ik uit bij een rivier. Zonder echt goed na te denken spring ik erin.

Ik kan niet zwemmen! Happend naar adem lukt het me af en toe boven water te komen.

Ik heb geluk dat er op dat moment een grote steen in het water lag. Ik klamp mezelf er trillend aan vast. Met moeite klim ik op de gladde steen.

Ik kom hijgend op adem.

Mijn blik valt plotseling op iets oranjes. Pompoenen.

Ik kom zonder verwondingen van de rots af en spring op het land. Pompoenen? Wat doen die nou hier? Ik heb ze nergens anders gezien.

Ik loop voorzichtig op de pompoenen af. Opeens uit het niets valt er een briefje vlak voor mijn neus.

Nieuwsgierig pak ik het op.

Bibbidi-Bobbidi-Boo

Fronsend kijk ik van de letters naar de pompoenen. Er gebeurt helemaal niks.

De letters op het papiertje verdwijnen weer en er verschijnen weer nieuwe.

Hardop, lieverd.

Ik begin een beetje in paniek te raken. Wat als het een vloek is? Ik kan helemaal niet hardop praten.

Toch probeer ik het. Ik heb er een goed gevoel over.

Als betovert begin ik te praten. Hakkelend maar wel praten. Ik was vergeten hoe mijn eigen stem klonk.

"Bib-b-bidi-B-bobbi-d-die-Boo." Een glimlach tovert zich op mijn gezicht. Ik heb gepraat. Ik heb gewoon gepraat! Wel een raar woord. Maar het is iets.

Mijn aandacht vestigt zich echter plotseling op iets anders. Voor mijn neus beginnen de pompoenen te groeien.

Ze worden immens groot. Ik ren een stukje weg zodat ik niet geplet word. Eventjes ben ik bang dat ze niet meer stoppen met groeien. Ze veranderen in een grote prachtige koets.

Meer dingen veranderen. Vier muizen veranderen in spierwitte paarden, een salamander verandert in een soort bediende, een gans verandert in de koetsier. En mijn jurk..

Mijn jurk verandert in een prachtige jurk. Zoiets moois heb ik nog nooit gezien. Aan mijn voeten ontstaan glazen muiltjes.

Er verschijnen nieuwe woorden.

Met een ware kus verdwijnt de betovering. Behalve de betovering uit je hart.

Ik frons. Wat zou daarmee bedoeld worden. De bediende houd de deur van de koets open. Voorzichtig stap ik naar binnen. Mijn mond valt open bij het zien van de prachtige beschilderingen.

Dat noemen ze dus magie.

De koets begint te rijden.

Na een tijdje begin ik bekende dingen te zien. Tarzan.

Ik gooi de deur los. "Tarzan." Roep ik. Tarzan kijkt verbaasd op. Eerst herkend hij mij niet maar dan begint hij te schreeuwen.

"Mirella!" Hij begint mee te rennen met de koets. Gelukkig word de koets gestopt. Tarzan springt naar binnen. Zodra de deur sluit begint de koets weer te rijden.

"Hoe hoe?" Tarzan komt niet uit zijn woorden. "Hoe in vredesnaam is dit gebeurt?" Vraagt hij gebarend naar de hele koets en mij.

Ik vertel Tarzan het hele verhaal. Hij zit het hele verhaal geboeid te luisteren. "Dat is echt iets wat alleen jou kan overkomen." Grinnikt hij.

"Waar is Jane?" Vraag ik voorzichtig. Tarzan laat verdrietig zijn schouders hangen. "Ik raakte haar en haar vader halverwege kwijt. Maar Jane is in orde, dat voel ik." Ik kan aan zijn stem horen dat hij het meent.

Plotseling stopt de koets. Tarzan en ik blijven op onze hoede zitten. Ik voel gewoon dat er iets mis is.

Voorzichtig en tegen Tarzans protesten in duw ik de deur open. Ik steek mijn hoek voorzichtig om de hoek van de deur. Niemand te bekennen.

Ik stap de koets langzaam en voorzichtig uit. Ik til mijn jurk van de grond en zie tot mijn verbazing dat er niets mis is. De koetsier en bediende zitten nog gewoon op hun post. Hun angstige blikken laten me meteen weer op mijn hoede zijn.

"Hallo prinses."

Ik draai me vliegensvlug om en staar recht in zijn vuurspuwende ogen.

Hallo!
Ik ben weer terug met dit boek,
Ik was even inspiratieloos maar gelukkig vond ik nog wat inspiratie voor dit hoofdstuk!
Ik hoop dat jullie het leuk vinden!
Ik ben zeer benieuwd waar dit heengaat!
Tot het volgende hoofdstuk!

Groetjes mij!

Running from you ✎Where stories live. Discover now