Hoofdstuk 26 - Emma

1.1K 60 3
                                    

We zaten nog steeds op het bankje en zeiden niks. Wat viel er te zeggen? Ik wilde hem echt niet vertellen waarom ik zo deed. Dat was iets van mijzelf, dat was iets wat andere mensen niet hoefde te weten. Niemand kan mij hier toch mee helpen, ik moet het helemaal alleen doen. Gelukkig was Wessel gestopt met vragen, ik had niet zoveel veel zin in dat gezeur. Wat maakt het uit, het is mijn leven. Hij hoeft daar toch niet naar te vragen? Oke, vragen mag, maar ik hoef niet te antwoorden. 'Gaat het weer'? Vroeg hij terwijl hij me aankeek. 'Hmm' mompelde ik. Het zal altijd blijven, ik zal er nooit overheen komen. Het is gewoon wachten tot de volgende paniek aanval, moeilijker is het niet. Misschien was het maar beter als ik ging, dadelijk komt mama thuis en is ze mij kwijt. Daarbij weet ik niet zeker of ik de deur wel opslot heb gedaan. 'Ik moet gaan'. Met een ruk stond ik op. Wat dacht ik eigenlijk, dat hij mij kon helpen? Nee, dat kan hij niet. Waarom ben ik hier gaan zitten, waarom ben ik hem achterna gegaan? Hij moet gewoon weg, ik wil niets met hem te maken hebben. Mijn hoofd liep over van de gedachtes. Ik wil het niet, ik wil niet nog een keer een vriend. Ik kan het niet. Het is maar beter als we zo weinig mogelijk afspreken, zodat hij mij vervolgens kan vergeten. 'Gaat het wel weer'? Vroeg hij bezorgd. Ja, bezorgd.. Die kennen we. Hij is helemaal niet bezorgd, ik ben gewoon een uitdaging. Hij wil mij gewoon zo snel mogelijk het bed in krijgen, dat is alles. Maar ik wil niet, ik wil dit niet.  Ik wil geen vriend, ik wil geen liefde. Het enigste wat ik wil is naar huis, voor altijd alleen blijven. Mensen doen je pijn, altijd. Het maakt niet uit hoe, iedereen verlaat je uiteindelijk. Behalve je familie, die zit aan je vastgeplakt met sterke lijm. De rest is prit, wanneer je het langer laat zitten gaat het los. Het gaat weg. Je hebt niks aan mensen, je hebt niks aan liefde.  'Ja, ik wil nu alleen graag naar huis' zei ik. 'Ik loop met je mee ik laat je- Nee' onderbrak ik hem bot. 'Sorry' zei ik omdat ik het toch wel zielig vond. 'Sorry, maar je hoeft gewoon niet mee te lopen, okay?' Hij keek me raar aan. 'Nee, niet okay' zei hij. 'Jij gaat mij vertellen waarom je zo doet, eerder ga je niet weg'. Shit, hij is boos. 'Nee, het is mijn leven' beet ik terug. Ik kreeg tranen in mijn ogen, hij moet zich er niet mee bemoeien! 'Nee, ik wil het weten. Ik ben bezorgd'! Ik lachte hard. 'Jij, bezorgd? Doe alsjeblieft geen moeite! Het gaat je niks aan, het zijn niet jou zaken.'

Nou, ik ben wel bezorgd. Je gaat nu zeggen wat het  is'!' Hij kwam dichterbij en ik voelde dat ik bang werd. Flitsen van die avond vlogen weer door mijn hoofd in. 'Ik ben verkracht okay! Ik ben fucking misbruikt. Zo. Nu weet je het. Nu je zin? Is dit wat je wil! Mij helemaal kapot maken, ga alsjeblieft weg, ik kan je niks bieden. Ik ben gewoon een stomme slet!' Ik draaide me om en begon te rennen, waarom heb ik dat nou weer gezegd?

Haunted (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu