Hoofdstuk 45 - Wessel

1K 57 0
                                    

Hoofdstuk 45

Haar woorden sloegen in als een bom, maar ik had het kunnen weten. Ik hing meteen op. Ik hoefde niet meer te horen, en ik wist al helemaal niet meer wat ik moest zeggen. Het had sowieso al een dag geduurd voordat ze dit durfde te zeggen. Langzaam liep ik de trap op en zei mijn moeder gedag. ‘Waar ga je heen?’ vroeg ze bezorgd.

‘Ik ga met Mert uit, wacht maar niet op mij. Het kan wel eens laat worden.’ Ik zag haar bezorgde blik en schonk haar een trieste glimlach. Ze wist dat het niet goed ging tussen Emma en mij. Maar ze wist niet wat er speelde. Ik pakte mijn fiets en fietste naar onze vaste uitgaansplek. Mert stond buiten, te dealen natuurlijk. ‘Wessel, het moet niet gekker worden. Twee avonden op een rij?’ zei hij terwijl ik van mijn fiets afsprong. Ik zag nu pas dat er een meisje naast hem stond. Ze zat helemaal aan hem vast geplakt. ‘Ik ben Melissa’, zei ze meteen toen ik aan kwam lopen. ‘Ik ben Wessel’, zei ik. Dit was dus Melissa. Ze had haar blonde haren in een knot op haar hoofd zitten. Ze zat zwaar onder de make-up. Haar kleren waren té kort. En laat ik er verder maar over ophouden. ‘Nog niet alles goed met jouw vriendin?’ vroeg Mert en begon zijn verdiende geld te tellen.

‘Nee niet echt. Maar goed. Ik kan beter alleen blijven.’

‘Precies. Met zo’n uiterlijk als jou kan je het beter bij scharrels laten.’

Ik rolde met mijn ogen en ging naar binnen. Misschien waren de anderen hier ook wel. Na een rondje gelopen te hebben, had ik ze nog niet gevonden. Ik trok maar de conclusie dat ze er niet waren, helaas. Ik liep naar de bar en bestelde een cola. Bier leek mij niet zo verstandig na afgelopen nacht. In een slok dronk ik de cola naar binnen. Blijkbaar had ik dorst. Ik keek om mijn heen. Misschien had Mert gelijk. Misschien moest ik het inderdaad wel bij scharrels houden. En de eerste scharrel had mij blijkbaar al gevonden. Een roodharig meisje kwam dapper op mij afgelopen. Haar hakken waren wel tien centimeter hoog, en ook zij had té korte kleren aan. Vast zo’n barbie, dacht ik nog. Een roodharige barbie. Maar toen ik in haar licht groene ogen keek, zag ik een millimeter make-up. Haar ogen stonden helder toen ze een bacardi cola bestelde. ‘Ik betaal wel’, zei ik tegen de barman en gooide een vijfje op de toonbank. ‘Wat een heer’, zei ze.

‘Altijd.’

‘Ik ben Mischa.’

‘Ik ben totaal niet geïnteresseerd Mischa’, zei ik zo nonchalant mogelijk. Daar hielden ze van. Geen interesse tonen. Tenminste, niet meteen.

‘Ik wel in jou. Dus wat is jouw naam?’

‘Wessel.’

‘Bedankt voor het drankje Wessel. Waar had ik dat aan verdiend?’

‘Omdat jij de enige bent zonder een liter make-up op haar gezicht, en omdat ik wel val op roodharige.’

Leugen. Dat deed ik niet. Totaal niet. Ik zag dat haar wangen rood werden.

‘Mischa! Kom we gaan naar de volgende bar!’ Iemand riep het roodharige meisje.

‘Oh ik moet gaan…uhm…’

‘Ken je het Vendelpark?’ vroeg ik haar ineens.

‘Uhm ja, bij die blauwe huizen toch?’

‘Morgen om twee uur zie ik je daar’, zei ik en voordat zij weg kon lopen, liep ik al weg.

Ik had geen idee waarom ik met haar had afgesproken, maar het voelde goed. Ik kon het nog. Ik kon meisjes inpalmen zonder ze ook maar één keer aan te raken. Voor het eerst sinds tijden dook ik met een goed gevoel mijn bed in. Maar de slaap bleef uit.

Om precies twee uur was ik in het park de volgende dag. Ik had Sam bij mij, en gooide een tak voor hem weg. In de verte zag ik iemand aankomen, en aan haar loopje te zien, was het Mischa. Toen ze dichterbij kwam rende Sam vrolijk op haar af. ‘Oh hoi’, zei ze verrast en aaide Sam over zijn hoofd. ‘Hij doet niets’, zei ik.

‘Weet ik.’

We gingen op het bankje zitten. Ik slikte. Dit was hét bankje. Het bankje van mij en Emma. Snel haalde ik die gedachte uit mijn hoofd. Zij wilde mij niet. Ik legde voorzichtig een hand op Mischa’s been. Die keek mij verrast aan, maar deed verder niets. ‘Het is mooi hier joh, woon jij in een van die blauwe huizen?’

‘Nee gelukkig niet. Ik woon een rij verder. In een normaal huis.’

Ze moest lachen en kreeg schattige kuiltjes in haar wangen. Ik pakte haar hoofd vast en gaf haar een kus op haar mond. Ze duwde mij weg. ‘Wessel…dit gaat veel te snel. Dit wil ik niet.’

‘Maar het voelt toch goed?’ zei ik en duwde weer mijn mond op die van haar. Ze duwde mij alweer weg. Hard to get dus. Ik liet mij niet zomaar wegduwen en ging gewoon door. Mischa begon tegen te strippelen, maar ik was sterker. Toch wel een voordeel, al dat zwemmen. Toen ik Mischa een seconde adempauze gaf, en om mij heen keek of niemand ons zag, keek ik recht in háár ogen. Emma’s ogen.

Haunted (Voltooid)Dove le storie prendono vita. Scoprilo ora