Hoofdstuk 7

238 18 3
                                    

'Ik denk dat ik een grote kans heb om te winnen dit jaar', zei ik en Mags knikte goedkeurend. Zo moest ik me dus gedragen. Zelfzeker en flirterig. Perfect voor mij, al zeg ik het zelf. 'En hoe is je familie?' Vroeg ze toen. Ik wou zeggen dat ze nu aan het sterven waren van het verdriet door deze wrede spelen, maar ik wist dat ik moest liegen. 'Goed. Ze zijn trots op mij. Niet iedereen krijgt de kans om te mogen deelnemen', glimlachte ik. 'Dat is goed, Finnick', zei Mags. 'Is het ook goed van Aria?' Vroeg ik. Ik wist niet waarom ik het vroeg. Misschien was er iets in mij dat hoopte dat zij het zou halen als ik het niet haalde. Of naast haar de blinde jongen. Maar ik wist dat dat onmogelijk was. Ik had nog het meeste kans van de drie. Mags zuchtte. 'Nou laten we zeggen, niet schitterend.' Ze keek me aan. 'Neem het niet persoonlijk op, Finnick. Maar jij kan goed liegen, maar bij haar zie je al direct als ze nog maar een kleine leugen vertelt. Ze zegt dat dat komt omdat haar moeder haar al van jongsaf heeft aangeleerd niet te liegen.' Ik wist niet hoe te reageren. Waarom maakte ik me zoveel zorgen om Aria? Voor de boete had ik nog nooit van haar gehoord. Misschien omdat we samen in een arena zouden zitten? En toen kwam de vraag die ik me eigenlijk al langer afvroeg, maar gewoon niet durfde de stellen aan mezelf. Was ik wel wreed genoeg om de hongerspelen te winnen? 

Ik keek naar Aria die haar haar gekruld had. 'Je ziet er mooi uit', zei ik. Ze glimlachte. 'Dank je. Jij ook, trouwens.' Soms vroeg ik me af of ze niet ook zoveel medelijden had met mij als ik met haar. Ik was immers 2 jaar jonger dan haar. Ik keek nog eens naar mezelf in de spiegel. Naar mijn pak waar ik eigenlijk halfnaakt inzat. Maar dat was mijn techniek. 'Klaar?' Vroeg Marine. Ze zag er gespannen uit. Ik wist dat ze hoopte dat ik zou winnen. Ze had het me zelf gezegd. Ik knikte. Ik en Aria gingen in de rij van tributen staan. Voor ons stonden de tributen van 1, 2 en 3 al klaar. Ik besefte dat minstens 5 van hun er niet meer zou zijn volgend jaar. Volgend jaar. Volgend jaar zouden hier weer 12 nieuwe tributen staan, klaar om afgeslacht te worden. En over alle tributen die dit jaar zouden sterven? Over die tributen zou niks meer gezegd worden. Die zijn verleden tijd. Alleen de winnaar zou nog herhaald worden. 'We beginnen', zei een vrouw met een opvallend gele pruik. Ik rechtte mijn rug, ookal was het nog niet mijn beurt. Caesar Flickerman kwam op het podium. 'Welkom. Welkom', begroette hij het publiek. 'Welkom bij de 65ste jaarlijkse hongerspelen!' Ik werd slecht van zijn enthousiasme en nog slechter van het gejuich van het publiek dat daarop volgde. Saffire, de vrouwelijke tribuut van district 1, werd opgeroepen. Zij doet zoals verwacht een schitterend optreden. Net zoals alle vrouwelijke tributen van district 1 is ze beeldschoon, maar ook bloeddorstig. Dat zie je in de wijze hoe haar ogen glinsteren en hoe ze glimlacht. Ik krijg er rillingen van. En dat krijg ik ook bij de andere tributen. Bij het besef dat ze allemaal dood moeten gaan als ik het wil overleven. Aria deed het goed. Ze kon haar tranen bedwingen en lachte zelfs een paar keer. Alsof het haar niks meer deed. Toen ze wegstapte, was het mijn beurt.'En nu voor de jongen die ondertussen al veel meisjesharten heeft sneller laten slaan: Finnick Odair uit district 4!' Ik hoopte dat ik geen rode blos had gekregen van wat hij net gezegd had toen ik het podium opkroop. Ik hoorde een luid applaus en ik glimlachte. 'Finnick Odair, Finnick Odair', begroette Caesar me al lachend. 'Ga zitten.' Ik ging zitten op de zetel die was voorbehouden voor de tributen. 'Hoe gaat het met je?' Vroeg hij. Afgezien van het feit dat ik straks in een arena terechtkom en er een grote kans is dat ik daar sterf? 'Goed', zei ik echter. 'Heb je veel kans om te winnen?' Ik dacht na. Dit had ik met Mags geoefend. 'Ik denk dat ik een grote kans heb om te winnen dit jaar.' Het was exact de zin die ik tegen haar gezegd had. 'Nou met je uiterlijk heb je al zeker veel fans', zei Caesar en hij knipoogte. En met die ene zin kon hij het hele publiek laten gillen, juichen en applaudiseren. Nu voelde ik mezelf rood worden. Sinds wanneer ben ik zo verlegen geworden? Ik wist niet hoe te antwoorden, dus ik glimlachte alleen maar. 'Weet ik.' 

Ik ging het podium af, waar Aria, Marine en Mags me al opwachten. 'Goed gedaan', zei Mags al direct. 'Dank je', zuchtte ik. Dit was het dan. Morgen ging in de arena in. Het leek zo onvoorspelbaar. Ik keek naar het televisiescherm voor de volgende tributen. Ik probeerde me op hun te concentreren, maar ik zat nu weer met mijn hoofd bij de arena. 'Ik hoor geluiden. En als ik me daarop baseer kan ik verder', was één zin dat ik nog kon verstaan van de blinde jongen. Hij had hoop. En dat was nog het ergste. Ik denk dat het beter is dat je leert leven dat je dood zal gaan. Want je geeft niet alleen jezelf hoop, ook je familie. En als je dan plots vermoord wordt, komt de slag nog harder aan. Maar ik kon geen kritiek hebben. Want misschien was ik net hetzelfde aan het doen. Na de mannelijke tribuut van district 12, keerden we terug naar de kamer. Ik nam me voor veel te eten en ervan te genieten. Het was één van de laatste keren. 

Het was stil aan tafel. Aria deed hetzelfde als ik: veel eten. Ze was waarschijnlijk op van de zenuwen, net als ik. Ik dacht aan mijn moeder, aan mijn vader en aan mijn zus. Ze zouden waarschijnlijk ook nerveus. Zullen ze vannacht ook heel de nacht wakker liggen denkend aan mij? Waarschijnlijk wel. 'Ik ga gaan slapen', zei ik toen ik echt niks meer opkon. Ik stapte weg en kroop in mijn bed en weigerde aan de arena te denken. Ik moest zorgen dat ik uitgerust was tegen morgen. Om de spelen te kunnen winnen. 

Finnick Odair's HongerspelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu