Ouder dan bomen (NL)

289 10 8
                                    

Familie duurt een mensenleven lang.

- Gerrit Achterberg

"Pap, waarom worden mensen niet zo oud als bomen?" Dit soort vragen zijn 1 van de 1000 redenen dat ik zoveel van hem hou. Ik kijk hem aan en lach. "Dat is een hele goede vraag. Zullen we het aan mam vragen zodra we haar zien?" Mattheo knikt instemmend. Het is stil en rustig op straat. Ik wilde dat mijn gedachten weer eens zo rustig waren. Mattheo onderbreekt die stilte met een van zijn honderden vragen. Ik beantwoord ze zo goed mogelijk. Op de meeste weet ik zelf het antwoord niet eens en zeg ik maar wat.

Terwijl we verder lopen komen we langs een plein. Dit herken ik uit duizenden. Hier zag ik haar voor het eerst zitten. Met die dikke jas die ze aanhad en de muts die ze nog steeds heeft, om haar af te schermen van de koude herfstwind die toen waaide. Ik kon mijn ogen niet van haar af houden. Ik begin over van alles en nog wat te denken. Het geluid van de weinige auto's die op straat rijden vervaagd langzaam totdat ik alleen ben met mijn gedachten. "Hoe moet het nu verder? Waar moeten we heen? Ik kan dit toch nooit alleen aan?" Ik denk terug aan vroeger. De tijd waar ik zo erg maar terug verlang. Waar we met zijn allen aan de tafel zitten. Te lachen, zo gelukkig. Het huis vol met spullen en een vrolijke sfeer. Nu is dat anders. De kast die vroeger altijd goed gevuld was met boodschappen, daar staan nu nog maar een paar blikken met eten en kant en klaar maaltijden. De boekenkast, vroeger gevuld met al haar favorieten boeken, is nu leeg en zit vol met spinnenwebben. De vroeger o zo schone vloer ligt nu vol met hondenharen en ander vuil. Terwijl we over de bijna lege straten lopen verzink ik steeds verder in mijn gedachten. Voordat ik weet zijn we er al. We lopen naar de balie en melden ons aan. Terwijl we verder lopen in het grote gebouw komen we langs ballonnen. Mattheo wijst naar een ballon. "Mag ik die hebben?" Hij kijkt me aan met een bijna droevige blik. "Vooruit dan maar." we lopen verder door de grote gangen. Overal rennen dokters langs die snel naar hun afdeling moeten. Zodra we de kamer in lopen zie ik haar daar liggen. Naast al die machines die van alles en nog wat meten en in de gaten houden, naast al die boeken die vroeger thuis stonden maar die ze hier heeft gelezen om tijd te verdrijven. Ze is er slecht aan toe dat zie ik meteen. Mattheo rent vrolijk naar haar toe en geeft haar een knuffel. Hij weet nog niet zo goed wat er allemaal aan de hand is. Ik zie dat de knuffel haar pijn doet maar ze zegt niks. Ik loop maar haar toe en geeft haar een kus op haar voorhoofd. "De dokters zeggen dat het met de dag slechter gaat." Ik krijg alleen al door de verslagenheid in haar stem tranen in mijn ogen. Mattheo komt aangelopen met de ballon en kijkt haar verdrietig aan. "Hier voor jou." Ze lacht. Ik zie dat ze het moeilijk vind. Ze kan haar tranen nog net tegenhouden. Ik probeer haar moed in te spreken. Te zeggen dat ze moet blijven vechten en niet moet opgeven. Maar hoe erg ik haar ook probeer op te vrolijken, ik zie de moed langzaam in haar ogen verdwijnen. 

"Mensen worden helaas niet zo oud als bomen."

Short StoriesWhere stories live. Discover now