chapter 7

60 4 3
                                    

"Finn!! Finn!!" we liepen al uren door het bos maar nog steeds geen spoor van Finn. Schuldgevoel brandde in me alsof het mijn schuld was dat hij weg is. Ik had beter moeten opletten en die beer zien aankomen maar ik wist dat dat geen enkel nut zou hebben. Trouwens, hij zou waarschijnlijk toch bij de boomhut zijn, bleef ik me telkens voorzeggen. Maar het is niks voor hem om mij zomaar alleen achter te laten. Misschien ging hij weg om medicijnen te halen, straks komt hij bij de beer aan en ziet hij geen glimp van mij. Ik had daar gewoon moeten blijven, wachten tot hij terug kwam. Want hij zou terug komen, toch? Of had ik beter zelf kunnen kijken bij de boomhut? Het zou nogal lastig gaan om daar naartoe te gaan want ik had nou niet bepaald een fotografische geheugen. Elke bomen leken hetzelfde en het maakte mezelf zelfs duizelig. Alsof ik al niet duizelig was. De wonden brandden van de pijn alsof iemand er met een groot mes in zat te steken. Wat opzich ook een beetje waar was. Ik wist zeker dat ik er grote littekens van zou over houden. Ik strompelde verder samen met Dave. Bij elke stap verdeelde ik mijn gewicht met de tak in mijn hand. Mijn andere hand was vrij sinds ik mijn zwaard in Dave's tas had gedaan. Van de manier waarop ik mijn zwaard bungelde, was hij bang dat ik mijn eigen benen er zou afhakken, Wat waarschijnlijk ook gebeurd zou zijn. Nu kon ik ook moeilijk Dave dwingen om naar de boomhut te gaan. Het was waarschijnlijk toch nooit gelukt. Ik, als een klein meisje dat geen eens met wapens om kon gaan tegen een grote man die wel degelijk wist wat hij deed. Ik slaakte een zucht. "Zijn we er al bijna?" vroeg ik. Ik had het idee dat we al uren liepen. "Daar is het!" zei Dave opeens stralend. We kwamen uit in een open plek van het bos. Snel liep ik naar het midden toe en keek om me heen. Er was dus echt helemaal niks. Alleen maar stoffig zand en een paar harde rotsen. Hier had ik dus echt helemaal niks aan. Ik weet niet hoelang Dave alleen is geweest maar volgens mij ziet hij echt spoken. "Dave, ik weet niet wat je bedoelt als je zegt dat het hier is want er is hier dus helemaal niks!" hoofdschuddend en met een dikke grijns keek hij mij aan. Het stond dus vast, hij was echt gestoord. Hij liep naar een plek waar allemaal takken hingen. Met een grote stap liep hij door de bladeren heen! Verbaasd bleef ik achter, alleen in de wildernis. Stap voor stap liep ik er naartoe, duwde de takken voorzichtig aan de kant en stapte naar binnen. Binnen bevond ik me een kleine grot met een houten bed. Verder was er nog een groot kampvuur in het midden met een pannetje er boven op. De zachte gloed van het kampvuur liet ook Dave zien die iemand aan het omhelzen was. Zo te zien was degene nou niet bepaald een knuffelbeest omdat ze de omhelsing niet terug begroetten. Terwijl ik naar de awkward gebeurtenis keek, schraapte ik mijn keel. Dave draaide zijn hoofd om. "Oja," zei hij. "Hazel, dit is Ava en Ava, dit is Hazel." Voor me zag ik een vrouw van rond de vijftig jaar oud met een grote speer. Ze had pikzwart haar alhoewel ik toch nog een paar grijze plukjes er door heen zag pieken. Daarnaast had ze ook een nonchalante blik op haar gezicht alsof ze mij gelijk afkeurde. Dit werden nog eens fijne dagen, dacht ik bij mezelf terwijl ik haar net zo gemeen aankeek. Ava was op het punt iets te zeggen toen Dave haar aandacht trok. "Dit moet je echt zien," zei Dave terwijl hij door zkjn rugzak zocht. "Het is echt geweldig, Haz- He? Waar is het nou? oke, wacht even hoor." met beide armen doorzoekt hij zijn hele rugzak. "Hoe kan zo'n groot ding nou kwijt raken?!" hij pakte zijn tas op en kieperde hem om. Allemaal spullen vielen op de grond. Opeens hoorde je een klein bonk van metaal dat op de grond viel. Dave raapte het op. "What the-." In zijn hand lag een klein bedeltje in de vorm van een zwaard! "Hoe is dit mogelijk?" ik slaakte een zucht. Beiden gezichten keken nu mijn kant uit. Voorzichtig pakte ik het bedeltje uit Dave's hand en binnen een paar seconden vormde het weer een grote zwaard. Ava en Dave deinsde achteruit en ikzelf was hier ook niet op voorbereid. Uit reflex liet ik los en het zwaard kletterde op de grond. "Jullie gaan mij nu vertellen wat hier aan de hand is!!" Snauwde Ava naar ons. Dave keek mij verwachtingsvol aan en ik wist dat ik hier niet meer onderuit kon stappen. "Ik weet het ook pas een tijdje maar.. Wacht ik, ik laat het wel zien." vurig hoopte ik dat ging lukken terwijl ik een bedeltje van mijn armband afging halen. En ja hoor, binnen een paar seconden zat er weer een groot wapen in mijn handen. Dit keer was het een kruisboog, versiert met allemaal lijntjes en ongeveer twintig pijlen erbij. "Ik heb het armband van mjjn oma gekregen. Het is het familie wapen en blijkbaar bedoelde ze dat letterlijk." Ik was verbaasd over hoe kalm ik erover was. Alsof ik het eigenlijk al die tijd al had geweten. Het voelde als een stukje van mijzelf die bij mij hoorde. Van het touwtje waarmee hij vast zat tot aan de punten van elk wapen. Met een raar gezicht, alsof ik een eng beest was, keek Ava mij aan. Ik zag aan haar dat als ze me al vertrouwde, ze dat nu zeker niet meer deed. Met een uitgestoken hand, klaar om weg te springen, liep Ava naar me toe. Voorzichtig pakte ze mijn kruisboog en ja hoor, binnen een paar seconden was het weer een bedeltje. Een paar seconden keek ze er naar, haalde haar schouders op en gooide het naar Dave toe. "Ik heb wel raarder dingen gezien," zei ze terwijl ze zich om draaide en wegliep. Verbaasd keek ik op naar Dave en vroeg me af wat ze in haar leven gezien had. Dave haalde zijn schouders op en met zijn handen maakten hij een 'weet niet' grbaar alsof hij mijn gedachten kon lezen. Alsof er net helemaal niks was gebeurd stond hij op. "Kom," zei hij terwijl hij mij weer naar buiten begeleidden. We kwamen weer uit op het openveld en terwijl ik hoodie uittrok en me klaar maakte op het gevecht, hing Dave daar in plaats van houten borden met getekende cirkels op. "Laat maar eens zien wat je kan!" Dave keek stralend op me neer. Een beetje teleurstellend pakte ik van mijn armband een pijl en boog. De boog was een groot ijzeren ding met aan het uiteinde sierlijke spiralen. De pijlen waren ook helemaal mooi gemaakt van zilver en ik keek er bewonderend naar. Onhandig tilde ik mijn boog op en legde er een pijl op. Toen ik klein was had ik een speelgoed boog maar ik had volgens mij alles verleerd. Ik slaakte een zucht en sloot mijn ogen. Kom op Hazel, je kan dit! Moedigde ik mezelf aan. Trillend spande ik het touw aan. Shoof! De pijl schoot weg. Maar inplaats van in het rondje kwam hij nog geen meter van me vandaan op de grond te recht. "Verdomme!" niet alleen om de slecht worp vloekte ik maar ook omdat het touw een rode striem had achtergelaten op mijn arm. Het brandde verschrikkelijk. "Dat was.. H.. het kon beter?" Zei Dave aarzelend. "Wacht, ik heb daar iets voor," zei hij terwijl haar naar mijn onderarm keek. Uit zijn tas haalde hij een harde leren band speciaal voor boogschutters om het om je arm te doen. Ik mompelde een bedankje, pakte het aan en bond het om mijn onderarm heen. Ik legde een nieuwe pijl op de boog en spande hem weer aan. Snel kwam Dave achter me staan. Hij pakte mijn armen beet en zette ze in de goede richting. "Het beste is om met een oog te richtten. Hoewel je dan wel niet te diepte ziet, kan je wel goed scherpstellen en richten." Ik knikte en hij liet mijn armen los. Ik liet het touw los en de pijl schoot naar voren en... landde op de grond. Ik had het idee dat hij minder ver was gekomen dan de eerste keer. Gelukkig had ik nu geen rode striem op mijn arm. Alsnog smeet ik boos de boog op grond en stormde naar grot. Ik kon ook niks goed! Als ik een survivaltrip zou doen, was ik waarschijnlijk al de eerste dag dood. Vuur maken kon ik ook al niet en laat staan op jacht gaan! En die stomme wonden die nog steeds brandde van de pijn. Ik had er schoon genoeg van. Ik wou weer terug naar Adelaide, naar mijn familie, zonder al deze overlevingskansen. Zuchtend liet ik mezelf zakken op het bed en wreef over mijn schouders en dijen. Ik voelde een hard korstje en opgedroogde bloed. Zo te zien was niet alles opgedroogd want toen ik mijn hand weghaalde, zaten er rode strepen op. Vermoeiend leunde ik naar achteren en liet met een plof mezelf op het bed vallen. En waar was in vredesnaam Finn? Nadat ik hem weer voor het eerst zag besefte ik pas hoe erg ik hem had gemist en nu was hij weer door mijn vingers geglipt. Nu ik hier zo lag merkte ik hoe moe ik was. Het was nog maar twee dagen dat ik hier was maar het voelde meer als een hele week. Ik had nog zoveel vragen over hoe alles eigenlijk in elkaar zat. Waarom we hier waren. Hier zou een reden voor moeten zijn maar wat? Waarom at het beest ons gewoon niet op? En terwijl het in mijn hoofd een tornado leek begonnen toch mijn ogen te sluiten en mijn ademhalingen werden rustig.

Ik knipperde met mijn ogen. Ja hoor, ik zat nog steeds in de grot. Het was geen grote nachtmerrie en ik zou hier voor eeuwig blijven. Ik sleurde mezelf omhoog en merkte dat mijn armen en dijen minder pijn deden. Blijkbaar waren ze goed aan het genezen en hadden ze gelukkig geen ontsteking. Ik rekte mijn armen en benen uit en onderdrukte een gaapje. Ik voelde me veel beter dan gisteren. Ik stond op en wou net wat gaan eten toen ik opeens vol aan de kant werd geduwd. Ik kwam keihard linkerarm op de grond te recht en voelde er al weer een schaafwond. Lekker was dat. Woedend keek ik op en strompelde weer omhoog. Daar zag ik Ava, klaar om nog een keer op me af te rennen en terwijl ik maak dat ik weg kwam hoorde ik haar achter me roepen: "laat maar eens zien wat je bent zonder je wapens!!"

The UnkownWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu