chapter 6

75 5 0
                                    

"Hiep hiep hoeraa!!" zongen ze in koor. Mijn vader pakten een grote taart waar negen kaarstjes op stonden en zetten hem neer. "Doe maar een wens," zei hij glimlachend naar mij. Ik ademde een grote hap lucht in en blies de kaarstjes in een keer uit. Mijn moeder pakte een mes en begon de taart te snijden terwijl mijn vader een cadeau te voorschijn toverden. Het was een groot vierkant doos, helemaal versierd in papier. "Gefeliciteerd!" zei mijn vader terwijl hij mij een zoen op mijn voor hoofd gaf. Met grote ogen keek ik naar mijn cadeau en toen mijn vader zei dat ik hem open mocht maken hoefde hij dat geen twee keer te zeggen. Ik rukte het papier ervan af alsof ik een wild beest was.  Een grote doos kwam te vootschijn met een plaatje van een laptop erop. Gillend kwam ik op mijn ouders afrennen en begon ze te knuffelen. Ik wou altijd al een laptop. Ongemerkt strompelde mijn oma naar me toe en tikte op mijn schouder. Ik draaide me om en zag dat mijn oma een klein pak vast had. "Oma? Wat doet u hier?" verbaasd ging ik haar een omhelsen. "Ik kan toch niet de verjaardag missen van mijn enige kleindochter?" ze overhandigde mij het pakketje. Het was mooi versierd met bloemetjes aan de zijkant van het papier. Snel maakte ik hem open en zag een klein armbandje op een donzige kussentje liggen. Allerlei soorten wapens -zelfs wapens die nog ik nog nooit van mijn leven had gezien- hingen aan het aan zilveren armbandje. "Het armbandje staat voor onze familiewapen, het laat zien dat we met een sterke band we alles kunnen verslaan." Elk wapen zag er heel gedetaieerd uit en  was waarschijnlijk met hele precieze handen gemaakt. Zorgvuldig liet ik het armbandje om mijn arm glijden. Hij voelde koud aan op mijn warme huid en ik kreeg een rilling over mijn lichaam.  Ik stak mijn arm voor me uit. Ik straalde van blijdschap, zo mooi vond ik hem. "Dankuwel om-"

Opeens was ik weg uit de kamer. Met mijn oogleden gesloten hoorde ik de vogeltjes fluiten. De grond voelde vochtig aan en ik had het ijskoud. Harde steken van pijn gingen door mijn zenuwen heen, waarschuwden mijn hersenen van de helse pijn in mijn schouders en dijen.  Een koud ijzeren ding lag in mijn vingers verstrengeld en met een klap in mijn gezicht drong de realiteit weer door mijn hoofd. De beer die ik gedood had met een zwaard die op mysterieuze wijzen uit het niets te voorschijn kwam en Finn die... Finn! Zijn lichaamstemperatuur drukte niet meer tegen mijn huid aan. Snel opende ik mijn ogen en sprong op. Maar mijn benen voelden als pudding en de grond kwam al weer snel dichterbij. Net op tijd vingen twee ruwe handen me op. Ze hadden me nog steeds vast en als een gek probeerde ik me uit de greep te ontsnappen. De handen verslapte snel hun greep en twee vriendelijk ogen keken me aan. "Rustig maar, ik ben hier niet om je pijn te doen." alsnog hief ik mijn zwaard op en bekeek het gezicht nog eens goed. Voor me stond een jonge man van rond de twintig voor me met slonzige kleding en dik rood haar. Zijn gezicht was bedekt met sproeten en zijn groene ogen keken vriendelijk maar ook nieuwsgierig naar me toe. Ik liet mijn zwaard zakken en stak mijn hand uit. "Hey Dave," zei ik met een glimlach op mijn gezicht. Dave, de uitverkorene van vorig jaar. Het aardigste dorpeling van het dorp waar iedereen van hield stond nu voor mij, in levende lijven.  Hij begroette mijn hand en zei: "Hey Hazel, leuk je hier ook te zien." Toen richtte hij zijn aandacht op mijn zwaard alsof hij het nu pas zag. Zijn mond spreidde uit verbazing en bewondering open en hij wees naar het zwaard. Van het zwaard keek hij weer terug naar mij, dan weer naar het zwaard enz. Geruststellend overhandigde ik het zwaard aan hem en hij griste het uit mijn handen. "Hoe kom je hier in vredesnaam aan?" Hij inspecteerde elk deel van het zwaard, elke detail die er in gefiguurd was. Hij keek er net als een kind die naar zijn speelgoed keek en ik zag een twinkel in zijn ogen. "Ik heb het gevonden, hier op de grond." het werd wazig voor mijn ogen en kreunend ging ik op het mos zitten. "Gaat het wel?" vroeg Dave terwijl hij bezorgd naar me keek. "Ach meisje toch, je ziet lijkbleek!" ik had waarschijnlijk heel veel bloed verloren en de erge pijn maakte dat ook niet al te best. Zonder iets te zeggen trok ik mijn hoodie -pijnlijk- uit. Mijn t-shirt zag er al net zo slecht uit en je kon de wonden er makkelijk in zien. Vier gaten van drie centimeter diep zaten op beide schouders.  Snel haalde Dave zijn rugzak van zijn rug af en haalde er allemaal spullen uit. Met een doekje en wat water begon hij mijn wonden te ontsmetten. "Het was de beer," zei ik terwijl ik voor me uit stond te staren. "Hij kwam uit het niets, we zagen hem niet aan komen en Finn-" "wacht, was Finn bij jou?" verbrak Dave mijn verhaal. "Ja, hij-" maar Dave begon er alweer doorheen te praten. "Ik moet hem namelijk dringend spreken." "h... HIJ IS WEG!!" Schreeuw ik boven hem uit. "Weg? Hoe bedoel je weg?" "ik bedoel weg als dat hij er niet meer is!" snauwde ik naar hem toe. Ik haatte het als mensen door me heen gingen praten. "Maar waar is hij dan heen? En waarom liet hij jou alleen?" Maar ik kon zijn vragen niet beantwoordden want de zelfde soort vragen stroomden ook door mijn hoofd. Waar was Finn? Hij zou mij nooit alleen laten. Toch? Toen kwam mijn droom weer in beeld en ook de eenzaamheid stroomde binnen. Mijn familie, vrienden hadden me verlaten. Zelfs Finn. Ongemerkt begonnen tranen over mijn wangen te rollen. Ik wou dat ik weer thuis was. Bij mijn ouders en Jackson. Zonder dat dit ooit maar was gebeurd. Ik wou dat ik thuis weer in mijn eigen zachte bed kon slapen in plaats van een harde houten vloer. En de droom, waar ging hij ook al weer over? Mijn negende verjaardag kwam weer te voorschijn. De laptop die ik van mijn ouders had gekregen en oma's cadeau.. Opeens stokte ik naar adem. Het armbandje! Haastig haalde ik mijn arm erbij en bekeek mijn armband nog eens goed. Ik geloofde mijn ogen niet. Alle wapens hingen er nog aan behalve.. Het zwaard!! Dave keek met een rare blik mijn kant op en stond op. "We kunnen beter gaan voordat het donker wordt." ik was van plan om niet te laten zien wat ik net zo juist had ontdekten trok snel mijn hoodie weer over mijn lichaam aan. en Dave hees zijn tas op zijn schouder, stak zijn hand uit en ik hees mezelf omhoog. Snel pakte hij een tak van de grond waar ik op kon steunen. "Waar gaan we eigenlijk naartoe?" vroeg ik. "Wat verwacht jij dan? We gaan naar Ava's hut!"

The UnkownWhere stories live. Discover now