Part 11: What to do?

691 19 2
                                    

Ik word wakker en zie op de klok dat het 9 uur is. Ik wil nog niet wakker zijn. Ik wil weer verder slapen en draai mij om. Terwijl ik omkijk zie ik de knapste man naast mij liggen en ik kijk hem recht in zijn mooie blauwgrijze ogen. “Help, ik verdrink”, fluister ik zachtjes. “Rustig maar, hier komt badmeester Fischer aan. Ik geef u graag mond op mond beademing”. Hij kust mij zacht en ik voel zijn zachte lippen weer op de mijne. “Badmeester” herhaal ik en ik lach hard. “Leuk woord toch?”. “Ja, voor een Deen die Nederlands leert is badmeester een leuk woord, ja” en ik geef hem een knipoog. Ondanks dat ik net nog wilde gaan slapen, stap ik nu toch uit bed en ik kom erachter dat ik alleen een BH en onderbroek aan heb. Ik loop snel de kamer uit en roep vanuit de gang waar de douche is. “De laatste deur rechts”. Ik loop de douche in en sta versteld wat ik daar zie. Wow dit is een douche. Ik zie een grote cabine met daarin veel te veel knopjes. Daarnaast nog een groot bad en nog een raar hokje. Ik loop naar het hokje toe en zie dat het een sauna is. Ik stap onder de douche en probeer een paar knopjes. Na een tijdje snap ik het en ga ik onder de douche staan. Ik hoor de deur opengaan en zie dat Viktor binnenkomt. Ik sla mijn handen voor mijn lichaam. “Rustig maar, mag ik erbij komen staan?” vraagt hij lief. “Ja tuurlijk”, zeg ik. Vanbinnen wordt ik weer helemaal gek. Waarom nu zo onzeker Hanna. Hij houdt van jou en je bent niet dik. Hij trekt zijn kleren uit en komt de cabine binnen. Hij kijkt mij aan maar zijn ogen zakken langzaam naar beneden. Ik kijk eens goed naar hem en dan draai ik mij om. Ik droom, dit kan niet. Dit kan niet. Bij Peter voelde ik dit nooit. Dit is echte liefde. Ik voel kusjes in mijn nek en ik wordt helemaal warm vanbinnen. Dan schrik ik. “Hoelaat is het Viktor?” vraag ik snel.  “Half 10 denk ik”, zegt hij onwetend wat er aan de hand is. “Ik moet weg, ik moet voetballen met VVH” zeg ik terwijl ik de douche uitstap en een handdoek zoek. Viktor stapt ook uit de douche en pakt een handdoek voor mij. “Hoelaat moet je voetballen dan schatje”. Ik kijk hem aan. “11 uur in Rotterdam” zeg ik terwijl ik de handdoek aanpak. “Ik moet snel zeggen tegen mijn team dat ik eraan kom. Waar is mijn mobiel”. “Rustig Schat. Hier is hij”. Ik pak mijn mobiel aan en laat mijn handdoek vallen. Ik open “Whats app”. Ik zie een bericht van Inge, maar dat boeit me nu helemaal niet. Viktor pakt de handdoek op en begint mij af te drogen. Zo dichtbij is hij nog nooit geweest. Ik klik op de groepsapp van de voetbal en stuur snel het berichtje:

“Guys, ben nog in Amsterdam, dus kga op eigen gelegenheid naar Rdam!”

Ik kijk om en zie dat Viktor geniet van wat hij doet. Ik lach en hij ziet het. “Hoe ga je in Rotterdam komen als je wedstrijd om 11 uur begint?”. “Ik weet het niet”. Vanbinnen wordt ik helemaal gestresst en er rolt een traan over mijn wang. Viktor ziet het en kust hem weg. “Schat, ik breng je wel. Kom we gaan”. Ik trek mijn shirtje aan en een Viktor geeft mij een trainingsbroek van Ajax. “Sorry schat, maar deze kan ik niet aan. Maar waar moet ik mijn wedstrijd in spelen? Ik heb geen broek en schoenen?”. “Rustig Hanna, je bent hier in het huis van een voetballer. Welke maat schoenen heb je?”.

 Tien voor elf zie ik op het klokje in de auto, terwijl we het sportterrein op rijden. Dit gaat Rob niet fijn vinden. “Vik, het is al veel te laat. Wat moet ik doen?”. “Rustig schatje, ik praat wel met hem”. “Nee, Viktor dat kan nooit. Ze mogen het niet weten”. Ik stap uit en een traan rolt over mijn wang. “Je kan het schat” hoor ik vanuit de auto en ik kijk achterom. Hij ziet mijn traan en hij geeft mij een kushandje. Ik ren naar het veld, terwijl ik mijn trainingsbroek uittrek. Ik zie Rob al staan en  hij kijkt niet blij. “Je staat ernaast” hoor ik hem al zeggen als ik naar hem toe loop. Ik ga zitten op de bank en er rolt nog een traan over mijn wang. Ik wil dit team niet in de steek laten, maar ik wil ook niet Ajax laten gaan. Wat moet ik doen. “Waar was je?” hoor ik Rob in de verte zeggen, maar het dringt niet tot mij door. “Aarde aan Hanna, wat is er met jou?”. “Oh, sorry, ik stond in de file van Amsterdam en ik was te laat vertrokken”. “Het zal wel. Ik heb je hard nodig dus zorg dat je voortaan op tijd bent” zegt hij. Ik kijk naar beneden als ik merk dat Rob omkijkt. Ik doe alsof ik mijn veters opnieuw strik en als ik weer omhoog kijk zie ik een rare man naar het veld lopen. Iemand met bruin haar en een grote bril. Hij ziet er eng uit, maar als ik nog eens goed kijk zie ik dat het Viktor is. Ik begin te lachen, terwijl er juist gescoord wordt. “Jongens, Jongens, Jongens dat is toch geen uitverdedigen. Trap die bal niet zomaar weg. Kijk gewoon links van je” hoor ik. “Hanna ga warmlopen”. Ik stap van de bank en ik ren langs het veld. “Je kan het schat, jij gaat scoren” hoor ik zachtjes in mijn oor als ik langs Viktor ren. “Hanna je gaat erin”. Ik loop naar Rob toe en hij zegt: “Je hebt geluk, dat het zo slecht gaat, maar flik me dit niet nog een keer”. Ik zeg niets en trek mijn trui uit. Ik kom in het veld en coach de rest. De rest van het team is blij dat ik erin sta, maar ze zijn ook nog boos op mij. Ik krijg de bal en ga alleen op de keeper af. Ik kan hem afleggen, maar ik ben gierig voor de goal dus ik wil hem zelf nemen. Ik scoor, maar niemand komt het met mij vieren. Dus ren ik richting Viktor en Viktor roept: “That’s my girl”. Ik ren nog steeds naar hem toe, maar ik weet dat ik meer problemen krijg als ik hem kus, dus ik keer snel om. In de tweede helft scoor ik nog een keer en uiteindelijk blijft het 1-2 voor ons.

 Ik zit in de kleedkamer en alle meiden zijn blij met mij. Ze hebben het mij vergeven en hopen dat ik voortaan altijd op tijd ben. Wat erg dat ik er niet meer ben. Volgende week is mijn laatste wedstrijd, maar ik durf het niet te zeggen. Moet ik hier blijven? Zij hebben mij nodig. Kijk hoe blij ze met je zijn, Hanna. Deze mensen kan je niet in de steek laten. Ik trek snel wat kleren aan en loop de kleedkamer uit. “Waar ga je heen, Hanna?” hoor ik ze nog roepen. Ik moet weg hier, weg uit Rotterdam, weg uit Nederland. Ik wil hier niet meer zijn. Ik weet het niet meer. Ik begin te rennen. Ik ren de gang uit, de deur door, de parkeerplaats af. Ik blijf maar rennen, waarheen weet ik niet.

Dubbel levenWhere stories live. Discover now