The dog and Alice

4 0 0
                                    

5 PM. Ik hoor de schoolbel zacht ringelen in de verte maar ik vestig m'n aandacht er niet op. Ik hoor zacht getier en gepraat. "Meneer, mogen we nu gaan? De bel is 5 minuten geleden gegaan?". Ik knik. "Sorry, ja, ga maar. Ik zie jullie morgen". Ik kon zien aan hun gezichtsuitlatingen dat ze al lang op m'n woord aan het wachten waren. Ze waren in 2 seconden buiten. Geen enkele leerling die nog bleef na praten of die z'n zak nog moest inpakken. Ik pak m'n bruine schoudertas, steek nog wat spullen erin en verlaat het lokaal. Hoe kon ik zo weg van de wereld zijn? Tijdens een les dan nog wel? Focus u op de weg, Nathan. 

Na een eindje lopen, kom ik bij m'n favoriete straat uit, opweg naar huis. Het is een klein straatje dat vlak naast "The Fraser" loopt. En waar m'n favoriet restaurantje is. De zon is al aan het zakken. Ik kijk naar de lucht, die langzaamaan rood begint te kleuren, en die wordt weerspiegelt in The Fraser. De prachtigste rivier die ik ooit zag. En zo dichtbij huis. Even later kom ik aan op de oprit van ons huis. Ik zie m'n vrouw in de deuropening staan met onze hond in haar armen. Kleine Alice komt naar me toegelopen. M'n dochtertje van 3 jaar. "Pas op Alice, dat je niet valt he" hoor ik m'n vrouw roepen. Ik grijp naar Alice en lift haar de lucht in. Ze begint steeds te lachen als ik dit doe. "En hoe is het met mijn Alice? Mijn kleine Alice?" zeg ik klein tegen haar. Met haar in m'n armen kijk ik naar de deuropening. Waar m'n vrouw zonder jas, de relatie tussen Alice en mij bewonderd. Ik zet Alice neer en wandel met haar naar de deur. Ze hobbelt naar haar tekentafeltje, terwijl ik haar mama in m'n armen neem. "Hey" zeg ik. Ik kus haar rusteloze lippen; moe van het opruimen, kuisen, eten maken, voor Alice zorgen. "Het is koud" zegt ze met een subtiele hint dat ik de deur moet dicht doen. Zogezegd, zo gedaan. 

Het huis voelt warm. De laatste zonnestralen komen door het raam gekropen. "Hoe was je dag" vraagt ze als een stereotype huisvrouw, die eerst wil horen hoe het was, waardoor zij kan verder kan gaan met over welk onderwerp zij wil verder gaan. "Goed" zeg ik snel. "Goed" zegt ze. "Wat eten we"? Ze staat te roeren in een pot aan het fornuis. Ik leg m'n handen op haar heupen , kus haar wang en laat dan m'n kin rusten op haar schouder. "Ik had gehoopt dat jij toevallig zin had om iets op te halen bij Rocko's"? Ik knik, waardoor haar schouders meegaan. Ze begint te lachen, waardoor ik moet lachen. Ik ga naar de gang, doe m'n jas terug aan en terwijl ik m'n jas aandoe, heb ik een heel uitzicht op mijn kleine gezinnetje. Mijn kleine gezinnetje in het warme huis. Mijn vrouw, die ik al acht jaar ken, waarmee ik vier jaar geleden dit huis heb gekocht. Ik herinner me de dag van onze trouw, dat ik Anna met haar bruin kort haar nog, met haar witte jurk, in beide armen, heb binnen gedragen. We zette "high way to Hell" op en begonnen als gekken te dansen en te drinken. Op onze trouw, en op ons huis. Ik herinner me de dag daarna. Anna die al katerend in bed, met een emmer naast haar, ligt. En ik die helemaal ok was. Ik herinner me de dag dat we de huiskamer begonnen schilderen. Anna met witte verf op haar gezicht. Of Anna in het ziekenhuisbed met kleine Alice op haar borstkast. De eerste keer dat Alice in mijn armen lag. Hoe warm de laatste zonnestralen als nu, op mijn rug brandde. 

"Nathan"

"Ik ben weg, ja". Ze lacht. En ik doe de deur dicht. 

The Fraser-SideWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu