De Brug - Deel 2

543 22 0
                                    

Er waren meerdere gelegenheden in Wolfs' leven geweest dat een soort spontane reflectie bij hem had opgeroepen, waarbij alle momenten van schuld en spijt in hem naar boven kwamen en hij zich nietiger voelde dan welk wezen op aarde dan ook. Waar een gebeurtenis te groot was om met enige vorm van rationaliteit op te reageren, leek bevriezen de enige uitkomst. Alles in zijn lijf en leden neigde weer naar deze situatie, maar dit keer kon hij het te baas. Hij moest wel. Eva was volledig van hem afhankelijk. Haar leven lag in zijn handen en als hij niks ondernam, zou dat leven vroegtijdig eindigen.

Het ging allemaal zo snel dat hij later niet meer op de seconde nauwkeurig zou weten te vertellen wat er allemaal gebeurde die dag. De planken die onder Eva's voeten braken, lieten genoeg ruimte over om haar aan de zwaartekracht over te laten en naar beneden te laten vallen. De normaal gesproken kalme beek was door het smeltwater uit de hoger gelegen delen gaan stromen als een woeste rivier die geen genade kende en haar meetrok alsof haar lichaamsgewicht niet meer telde. Daar kwam nog eens bij dat ze door de snelheid geen kans had gehad om zich ergens aan vast te grijpen en hierdoor weerloos bleek tegen het wassende water.

Het enige lichtpuntje was dat de rivier zijn richting op stroomde. Waar hij eerder nog binnensmonds vloekend zich druk had gemaakt over het feit dat hij zover achterop was, bleek dat nu een zegen. De kettingreactie van gebeurtenissen was naar alle waarschijnlijkheid in werking gezet op het moment dat hij bewust doorhad wat er gebeurde en weigerde zijn impulsen te volgen en te bevriezen. Daardoor konden zijn hersenen zijn lichaam aansturen en dook hij nu voorover, plat op zijn buik, zijn ene hand om de dichtstbijzijnde rots geklemd en zijn andere arm over de rivierbedding uitgestoken. 'Eva!' riep hij, volledig in paniek. Als deze actie niet zou slagen, was ze verloren. Dit was hun enige kans. 'Eva, pak mijn hand!' schreeuwde hij over het bulderende geluid van de rivier heen. Hij hoopte dat ze hem gehoord had toen hij haar op hem af zag komen. Hij kon zien dat ze moeite had haar hoofd boven water te houden en dat ze elke paar seconden kopje onder ging. Maar of ze doorhad dat hij op de kant lag en naar haar schreeuwde, dat kon hij niet waarnemen, daarvoor was de situatie te chaotisch. 'Eva, steek je arm uit, nu!' Hij strekte die van hem zo ver naar voren als hij kon en deed zijn hand dicht, precies op het moment dat hij haar huid tegen die van hem voelde. Toen hij zijn ogen terug in focus bracht, zag hij dat hij haar pols te pakken had en met alles wat hij in zich had begon hij aan haar arm te trekken.

Het kolkende water trok aan de rest van Eva's lichaam, waardoor het hem de grootste moeite kostte om van dat natuurgeweld te winnen. Hij zag de doodsangst in haar ogen en wist zeker dat die in die van hem werd gereflecteerd. Ze reikte haar andere arm omhoog, waarschijnlijk om houvast te zoeken aan de kant, maar verloor snel aan kracht en liet de steen die ze had weten te pakken weer los. De kou van het water pijnigde haar zenuwen en verslapte haar spieren, wist hij.

Door de enorme inspanning kon hij geen woord uitbrengen, maar hij probeerde met zijn ogen te communiceren wat zijn stem niet kon. Hij probeerde haar gerust te stellen, aan te moedigen en te smeken niet op te geven, maar het licht in haar ogen begon langzaam te dempen. Nee, dit mocht niet gebeuren, hij moest haar redden. 'Aaah!' riep hij uit en met het laatste beetje energie dat hij had en op pure adrenaline gaf hij nog een laatste ruk aan Eva's pols. Tot zijn eigen verbazing wist hij haar eindelijk op de kant te krijgen.

EINDE DEEL 2

Flikken Maastricht - In het kort gezegdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu