familie

16 2 0
                                    

Danny P.O.V

"Waar heb je haar heen gestuurd?" "Groep A." Hij knikte. "Waarom A eigenlijk?" "nou dan helpt ze mensen." "ja ja. Je wilt haar gewoon vaker kunnen zien he." "nee...." "je bent zo slecht in liegen." "oke. ja ik wil haar vaker kunnen zien." Lars begon te lachen. "oke. nou je hebt geluk. Volgende week mag je haar weer zien." Ik zuchtte. "nou kom love Bird. We moeten weer verder." We liepen naar de jeep toe.


Jacob P.O.V

Ik zit bij geweldige mensen. Danny en Lars zitten bij een andere groep. "dus Jacob heb jij een zus ofso?" "een zusje." "hou oud." "16." "16! is ze knap." "weet ik veel." "je weet toch wel hoe je zusje er uit ziet?" "ja voor het bombardement . na der na." "heb je haar niet meer gezien dan?" "nee..." "sorry." ik knikte. Vanbinnen weet ik dat ze nog leeft. ik voel het dat ze nog leeft. Mam is wel dood. Ik en Lars hebben haar gevonden. Maar Eleanor hebben we niet gevonden. "geen overlevende familie gevonden?" ik schudde mijn hoofd. "ik ook niet. Allemaal dood." "sorry." hij knikte. "moet je na gaan. 2 oudere zussen. 2 jongere broertjes. En mijn moeder." "allemaal dood?" "een oudere zus en een jongere broertje. de andere zijn niet gevonden." "wow serieus?" hij knikte. "ik vond mijn moeder. Mijn zusje weet ik het niet." "komt wel goed." ik knikte.


Eleanor P.O.V

"hier komen de spoedgevallen binnen." we kregen een rondleiding. "en daar komen de gewonden te liggen die het minder erg hebben als een ander." ze wees naar een deur toe. "en deze kasten liggen de spullen die je nodig hebt." we knikte. "en ja deze karretjes gebruik je om de spullen te verplaatsen." we liepen verder. "en hier liggen ook gewonden." we liepen terug naar de grote zaal. "vandaag is er niet veel te doen. Maar als er ineens veel gewonden binnen komen dan gaat er een sirene af." we knikte. "dan moet je zo snel mogelijk hier heen komen. begrepen?" "ja." "jullie kunnen zelf nog wat rond kijken als jullie willen." "oke. dankje voor de rondleiding." ze knikte. Jessie en ik liepen wat gangen door. "gaan we hier wonen?" "ja tot de oorlog voorbij is." Ze pakte mijn hand vast. "komt wel goed. als je maar bij me blijft en goed luistert." ze knikte. "kom dan gaan we terug naar onze kamer." samen liepen naar onze kamer toe.

WarWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu