Maandagochtend 7 uur. Een tijdstip wat ik het meest haat in de week. Het weekend is weer voorbij en de normale werkweek gaat weer van start. Yeah, zin in! Ik sta echt te springen. Not! Het harde geluid van mijn wekker maakte me wakker, dus zo snel als ik kon heb ik het geluid uitgezet. Vermoeid ga ik rechtop zitten in mijn bed. Ik kijk links van me en zie Matthy net zo vermoeid in zijn ogen wrijven. "Goedemorgen." Met een slaperige stem ik begroet ik hem zachtes. "Morgen." Groet hij mij met net zo'n krakende ochtendstem. Ik laat me langzaam richting Matthy vallen, zodat ik met mijn hoofd terechtkom op zijn buik. Voor even liggen we zo stil, voordat Matthy de stilte verbreekt. "Heb je lekker geslapen?" Matthy legt zijn rechterhand in mijn haar en wacht rustig op mijn antwoord. "Ja, best wel goed. Alleen iets te kort." Ik breng mijn hand naar mijn ogen en wrijf er kort in. "Jij?" Vragend til ik mijn hoofd zo op, zodat ik hem aan kan kijken. "Hetzelfde. Ik zou best nog wel even willen blijven liggen." Vertelt Matthy waarna hij een zachte zucht slaakt.
Jammer genoeg gaan we 5 minuten later toch wel het bed uit. Ik kleed me snel om in wat makkelijke kleren, waar ik me comfortabel in voel, maar er wel degelijk uit zie en loop dan naar de keuken om een ontbijtje te maken voor ons beide. Met twee bordjes loop ik naar de eettafel, als ondertussen Matthy ook aangekleed en wel de kamer binnen komt gehinkeld. "Oeh, lekker?" Met een gulzige blik kijkt Matthy naar het ontbijtje dat ik heb gemaakt en bedankt me met een kus op mijn lippen. "Wil je een bakje koffie of iets anders?" Ik loop terug naar de keuken om daar voor mezelf een kopje thee in te schenken. In mijn rug voel ik de ogen van Matthy branden die aan de tafel is gaan zitten. "Doe ook maar een kopje thee, alsjeblieft." Knikkend pak ik nog een mok uit de kast en schenk deze vol met het hete water. Met de kopjes thee in mijn handen neem ik tegenover Matthy plaats aan de tafel, waarna ik ook aan mijn ontbijtje begin.
"Waar is een handige plek om je af te zetten?" Matthy en ik zitten in de auto onderweg naar het bankzitters kantoor. "Uhm." Naast me hoor ik Matthy geluidjes maken als hij ondertussen een goede plek bedenkt. Ik laat de auto stoppen voor het laatste stoplicht die rood is, voordat we aankomen bij het kantoor. "Je mag hem wel even daar neerzetten, dan loop ik nog wel een klein stukje." Matthy wijst naar de weg die aan de rechterkant van het kantoor ligt. Ik zet de auto aan de kant van de weg, zodat Matthy uit kan stappen. "Veel succes vandaag, lieverd." "Jij ook." Glimlachend kijkt Matthy me aan. "Tot vanavond." Ik leun dichter naar hem toe en druk mijn lippen op de zijne. "Tot vanavond." Zeg ik zacht terug als ik me terug getrokken heb. Ik kijk toe hoe Matthy zijn tas op ziin rug doet en zijn krukken pakt. "Doei." Roept Matthy nog net voordat hij de deur dicht gooit. Glimlachend zwaai ik naar hem terug en kijk hem nog even na. Als Matthy de hoek om gehobbeld is, stuur ik de auto weer de weg op richting het kantoor waar ik werk.
Ruim 15 minuten later rijd ik de parkeerplaats op de van het kantoor waar ik werk. Doordat ik wat later ben dan normaal zijn de parkeerplaatsen wat moeilijker te vinden. Iedereen wil natuurlijk zo dicht mogelijk parkeren bij de ingang, zodat ze niet zover hoeven te lopen. Gelukkig zie ik al snel een open plekje aan het einde van de parkeerplaats. Onderweg naar de lege parkeerplaats zie ik aan mijn linkerkant een collega net zijn auto uitstappen. Ik steek lachend mijn hand op naar hem op het moment dat ik oogcontact met hem krijg. Met een glimlach begroet hij me, maar al snel veranderd zijn blik naar verbaasd en wijst hij naar de auto waar ik in zit. Grinnikend rijd ik verder en parkeer de auto van Matthy netjes in het vak. Ik pak mijn tas en stap dan de auto uit. In mijn ooghoek zie ik mijn collega nog staan. Die komt natuurlijk verhaal halen. Die wil graag weten waarom ik in zo'n mooie bmw rijd. Met mijn tas op mijn rug loop ik naar hem toe. "Goedemorgen, Robert." Begroet ik hem met een glimlach. "Goedemorgen. Met wat voor wagen kom jij aan rijden?" Met grote ogen kijkt hij me aan. "Hoe kom je aan die auto?" "Ja, dat wil je wel weten, hé." Geheimzinnig kijk ik hem aan en vertel hem niet gelijk hoe ik aan deze auto kom. "Ja zeker, want ik wil weten waar jij de pot met goud hebt gevonden om zo'n auto te kunnen kopen." Zachtjes grinnik ik om zijn opmerking en ondertussen steken we de parkeerplaats over richting de ingang van het kantoor. "Bij mijn vriend." Zeg ik met een serieuze toon en probeer deze blik aan te houden, wat wel lastig is door de reactie van Robert. Weer kijkt hij me met grote ogen aan. Het lijkt wel alsof hij zijn verbazing alleen kan uitdrukken door zijn ogen groter te maken. "Dat meen je niet! Ik had je echt heel anders in geschat, Fenne. Jij bent helemaal geen golddigger type." Kraamt hij uit waardoor ik mijn lach niet meer kan inhouden. "Nee, dat klopt. Dit is de auto van mijn vriend." In het kort leg ik het verhaal over mijn vriend uit. Ik vertel hem over dat Matthy met krukken loopt en geen auto mag rijden en dat ik hem net naar zijn werk heb gebracht.
Na mijn verhaal knikt Robert begrijpelijk zijn hoofd en lopen we beide de het kantoor binnen. Aan het einde van de gang is de lift waarmee we naar de tweede verdieping gaan. Allebei werken we op deze verdieping, maar hebben we wel zo onze eigen taken. "Werkse vandaag, Fen." Ik wens hem hetzelfde en loop dan naar mijn eigen bureau. Onderweg begroet ik nog wat collega's die bij het koffiezetapparaat koffie staan te leuten. Mijn tas zet ik op mijn bureau neer en pak daar mijn drinkfles uit, waarna ik ook mijn jas uitdoe en deze over mijn stoel heen hang. Na nog een kopje thee te hebben gehaald, kan de nieuwe werkdag beginnen. Op mijn computer open ik het project waar ik afgelopen week mee ben begonnen.
"Hey Fen, ga je mee lunchen?" Ik kijk op van mijn beeldscherm en zie mijn collega Rosa staan. "Ja, ik kom eraan." Reageer ik glimlachend terug. Rosa knikt haar hoofd en draait zich dan om en loopt weg. Ik sla mijn project op en pak mijn telefoon erbij om de laatste meldingen te bekijken. Als eerste reageer ik op wat appjes en open dan mijn email. Geschokt kijk ik naar mijn telefoon. Tussen alle mailtjes staat een reactie van de schrijfster die ik vorige week een mail heb gestuurd. Zo snel als ik kan klik ik op de mail. Razend gaan mijn ogen over de woorden heen. Met elk woord dat er staat, worden mijn ogen alleen mijn groter. De kinderboeken schrijfster genaamd Ella, begint haar email met veel complimenten over de tekening die ik haar heb gestuurd en vertelt dat ze op zoek is naar mijn tekenstijl. Aan het einde van haar mail schrijft ze dat ze me graag over de telefoon wil spreken om verder te kunnen gaan in het sollicitatieproces. Onderaan de mail heeft ze ook haar telefoonnummer gezet. Na de eerste keer de mail gelezen te hebben, doe ik het nog een keer en nog keer. Ik kan het gewoon niet geloven dat dit er echt staat. Ella wil mij gewoon spreken. Mijn geluk kan echt niet op.
Zal ik nu gewoon bellen? Ik heb toch pauze. Hoelaat heeft zij eigenlijk die email gestuurd? Ik scroll een stukje naar boven en zie dat ze de mail vanochtend om 10 uur heeft gestuurd. Het is nu net iets over half 1. Kan wel toch? Ik haal mijn schouders een keer op, waarna ik het telefoonnummer bel. Zenuwachtig breng ik mijn telefoon naar mijn oor en luister naar de zoemende geluiden, wachtend totdat er iemand opneemt. Na drie overgaan hoor ik de stem van Ella door de telefoon. "Met Ella Stegenman." "Hallo, met Fenne Versteeg." Voordat ik verder kan praten spreekt Ella met enthousiast aan. "Hey, Fenne. Wat leuk dat je belt." Zo praten we nog even door over onszelf, maar ook over haar werk en waar ze naar op zoek is. Aan het einde van het gesprek maken we een afspraak, wanneer ik bij haar langskom om nog wat meer zakkelijke onderwerpen te bespreken. Na ongeveer 7 minuutjes hangen we de telefoon op en leg ik mijn telefoon voor me op mijn bureau neer. Het enige wat ik nu kan doen, is opgelucht en glimlachend voor me uit staren. Zelfs nu kan ik nog niet geloven wat er zonet is gebeurd. Mijn droom gaat waarschijnlijk gewoon uitkomen.
Het enige wat ik nu wel moet gaan doen is, ontslag nemen bij mijn baas, maar niet voor de hele week maar voor drie dagen. Gelukkig is mijn baas op de hoogte van mijn dromen. Ik heb hem niet verteld dat ik gesolliciteerd heb op deze vacature, maar ik heb hem in eerdere gesprekken wel verteld dat ik naast dit werk ook andere kansen voor mezelf zie. Mijn baas vind het gelukkig fijn om mensen hun dromen te laten volgen en te doen wat ze echt willen en daarmee geen druk zetten op dat je hier moet blijven werken. En om die reden vind ik hem zo fijn. Ik pak mijn telefoon erbij om mijn baas een berichtje te sturen om te vragen of ik vanmiddag even bij zijn kantoor langs kan komen voor een gesprekje. Met dat gedaan te hebben, sta ik op van mijn plek om eindelijk aan mijn pauze te gaan beginnen.
JE LEEST
Better Together/ Matthy het Lam
FanfictionFenne, 24 jaar heeft na een lang jaar werken, eindelijk vier weken zomervakantie. Als het aan haar ligt, blijft ze haar hele vakantie thuis, waar ze lekker haar eigen ding kan doen. Haar vriendin Sara is het daar niet mee eens en dwingt haar om mee...