H.70

629 57 19
                                    

Ashton pov.

Wanhopig blijf ik Maaikes naam roepen terwijl ze op de grond valt. Wanhopig probeer ik naar haar hart te luisteren maar ik hoor helemaal niks. He-le-maal niks. Een woedende, wanhopig, pijnlijke schreeuw bereikt mijn oren. Pas later realiseer ik me dat hij van mij komt. Ik zak door mijn knieën en schreeuw nog een keer. Hete tranen stromen over mijn wangen. 'MAAIKE! MAAIKE!' schreeuw ik hard terwijl ik op mijn knieën naar haar probeer toe te kruipen. Ik kom niet verder dan drie centimeter. Wanhopig en huilend mep ik tegen de grond waarbij het net lijkt alsof mijn armen in de fik staan door dat klote paarse spul. Woest probeer ik het van me af te halen maar Maaike had gelijk, hoe meer ik beweeg, hoe sneller het omhoog gaat. Maar nu maakt het mij niks meer uit als ik dood ga. Dan ben ik weer bij Maaike, mijn sweetheart... Wild blijf ik proberen het van me af te trekken en het komt steeds verder omhoog. Om precies te zijn is het nu bij de bovenkant van mijn schouders. Nog een paar secondes en dan is het gedaan met mij. 'ASHTON!' Michaels stem vult mijn oren en ik kijk met moeite op. Michaels gezicht staat wanhopig terwijl zijn blik van mijn dode Maaike naar mij schiet en vervolgens naar het gat in de muur waar dit paarse spul uitkomt. Hij krijgt een vastberaden blik in zijn ogen en wil ernaartoe lopen maar hij stopt als hij mij hoort praten. 'Niet... niet... doen.... Z.... zal j... jou ook do.... doden.....' breng ik met moeite uit. Het paarse spul brand en ik wil het wel uitschreeuwen als het paarse spul niet onderweg was mijn mond binnen te dringen. 'H... het spijt.... me.... d... dat i.... ik ni... niet......... v.....v....verder k....kan hel....pen....' zeg ik vermoeid en ik leg mezelf neer op de grond en sluit mijn ogen. 'R.... raak.... m... me.... n.... niet..... a..... aan.... an..... d... dat.... v.... ver... verbied.... i.... ik.... je..... w.... want.... ande..... anders.... ga.... jij..... oo.... ook.... dood....' 'NEE! VERDOMME ASHTON! JIJ GAAT NIET STERVEN! JE BENT VERDOMME NOG DE ENIGE DIE IK HEB! SHIT! ASHTON! Laat me niet alleen....' Hoor ik Michael nu snikken? Mijn mond is zowel van binnen als van buiten opgezwollen en ik kan niet meer praten. Ik voel hoe het paarse spul zich een weg baant verder mijn lichaam in en ik wil nu al helemaal keihard gaan schreeuwen want ik heb het gevoel alsof mijn lichaam in de fik staat en tegelijkertijd uit elkaar valt. Michael schreeuwt ergens in de verte en ik voel de drang dat hij me wilt aanraken maar het niet kan omdat ik hem dat verboden heb. Michael moet blijven leven want anders ben ik bang dat Max me een flinke trap zou verkopen als hij erachter kwam dat ik Michael niet verboden had om te proberen mij te "redden". Dat paarse spul kun je niet vernietigen, het vernietigd jou....

Michael pov.

Schreeuwend en huilend kijk ik naar zowel Maaikes als Ashtons dode, opgezwollen lichaam. Het paarse spul beweegt levendig onder hun huid en ik word misselijk als ik ernaar kijk, wat al een wonder op zich is. Ik ram mijn vuisten in de vloer en er verschijnen lange barsten in het parket. Het kan me niks schelen. Wat heb ik in godsnaam zo verkeerd gedaan dat iedereen waar ik van hou dood moet?! Waarom haat het leven mij zo? Eerst Sophie, toen Max, toen Maaike en nu ook nog Ashton! Een schreeuw glijdt weer over mijn lippen en bloedrode tranen diggelen over mijn wangen en laten rode vlekken achter op mijn kleding. 'MICHAEL?' hoor ik Calum roepen en plots borrelt er een enorme woede in me op. Waar was hij toen dit gebeurde? Waarom heeft hij niks gedaan? Ik heb Maaike horen gillen ook al was ik zeker vijf kilometer verderop. Hij zou haar al helemaal gehoord moeten hebben omdat hij thuis was! Toch...? Net zo plotseling als de woede is gekomen is hij weer verdwenen en word mijn hoofd gevuld met twijfels. Was Calum wel hier toen dit gebeurde? Was Ashton überhaupt wel hier voor Maaikes afgrijselijke gil? En waar was ik ook al weer toen dít gebeurde? O ja, vijf kilometer verderop, om te jagen. Als ik hier was geweest, zou dit dan niet gebeurd zijn? Of als Calum er zou zijn geweest? Of als Ashton er eerder bij was geweest? 'Michael?' De deur gaat open en Calum komt binnen. 'Waar- HOLY SHIT! WAT IS HIER GEBEURD?!' Huilend kijk ik hem aan. 'I... ik kwam... b... binnen en.... en toe... toen w.... was Maaike al... d.... dood.... en.... en Ash.... Ashton w.... was stervende en... en.... toen.... ging.... ging.... hij ook... dood! En.... en ik weet niet meer wat ik moet doen! Mijn.... mijn hele familie is dood, verdomme! WAAR WAS JIJ IN GODSNAAM TOEN DIT GEBEURDE?' Calum trekt wit weg en mompelt iets over jagen en rennen. Oké, nu kán ik heel boos op hem gaan worden maar ik was zelf ook aan het jagen dus dat zou dan niet eerlijk zijn...

The black wolf and I   ●The Lost Mind Series●Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu