90.

37 15 10
                                    

Vele dagen verstreken.

Aiden zijn toestand verslechterde.

Hij lag de hele dag in zijn bed.

Te slapen.

Niks te doen.

Uit te rusten.

Het was al te veel voor hem, om naar school te gaan.

Alles was teveel.

Dus hielp ik hem zo veel als ik kon.

Ik bracht hem ontbijt.

Praatte met hem, zodat hij zich niet eenzaam voelde.

En nog veel meer dingen.

Alleen zijn moeder hielp hem met aankleden of douchen af en toe.

Want, zeg nou zelf, daarbij ga ik hem echt niet helpen.

Ik was een meisje.

Hij een jongen.

En ondanks dat hij mij leuk vond -ja, zo erg duidelijk was het- we hadden niets.

Alhoewel ik denk ik liever had gehad, dat we wel wat hadden.

WeaknessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu