Hoofdstuk Één

40 5 2
                                    


Mijn moeder trekt me in een knuffel. 'Waarom moet je ook al weer weg?', vraagt ze snikkend. Mijn zusje staat achter haar met tranen in haar ogen.

Ik doe mijn best om niet te huilen als ik mijn moeders vertrouwde geur ruik en druk mijn hoofd verder in haar schouder. 'Ik moet mam, ik wil het.'

Mijn moeder laat me los en neemt een stap van me weg. Ze droogt haar tranen met haar mauw. Ze knikt zachtjes. 'Je komt nog wel langs he?', vraagt ze aan me als ze wat afgekoeld is.

Ik kijk naar me zusje en zie der vertwijfeld naar de grond kijken. Ze kijkt net op het moment op dat ik der aankijk, alsof ze het verwachte.

'Doei,' zegt ze. Een steek gaat door mijn hart als ik haar zie omdraaien en haar zie weglopen om bij een reclamebord te staan.

'Mel..,' fluister ik teleurgesteld. Achter me hoor ik de trein aankomen en allemaal mensen beginnen zich te verdringen naar voren om een goed plekje te krijgen. Het treinstation van Plymouth is erg klein, maar heeft veel passagiers. Ik ben nog nooit met de trein geweest, behalve de keer dat mijn vader naar een goed ziekenhuis moest of toen mijn moeder Melanie kreeg tien jaar geleden kreeg en nodig naar een echt ziekenhuis moest in het dichtstbijzijnde stadje.

Ik draai me om en zie de trein vaart mindere om daarna voor mijn neus te stoppen. Ik zucht diep en probeer de tranen binnen te houden die zich beginnen te produceren.

Hier heb ik mijn hele leven van gedroomd, nou, van af het moment dat mijn vader werd vermoordt. Ik wou wat goeds doen, ik wou mensen helpen, ik mag dit niet verpesten.

Ik pak mijn koffer van de grond en zonder mijn moeder nog een blik te gunnen begin ik naar de trein toe te stappen.

'Can!' Geschrokken en verbaasd draai ik me om naar mijn zusje. Ze springt tegen me op en knuffelt me stevig. Ik sla gelijk opgelucht mijn armen om haar heen.

'Ik was al bang om je zo achter te laten..,' zeg ik en hou met moeite mijn tranen in. Melanie knuffelt me nog harder.

'Natuurlijk laat ik jou niet zonder knuffel gaan,' zegt ze spottend. Ik grinnik on haar antwoord.

Het fluitje van de conducteur schalt over het station. Verschrikt kijk ik op en zie dat het hele plein leeg is. Ik maak me los van Melanie na haar een kus op haar kruin te geven.

'Doei Candence!', schreeuwt mijn moeder. Ik steek mijn hand nog op en loop snel naar binnen. De schuifdeuren vallen dicht en door het lange raam zie ik mijn zusje en moeder staan zwaaien. Ik zwaai door het raam terug en laat mijn tranen hun vrije loop gaan.

Zuchtend pak ik mijn koffer van de grond als de trein in beweging komt. De blauwe koffer laat me bijna struikelen als ik in de stilte ruimte kom. Ik vloek zachtjes en zie dat verschillende oudere mensen mij geërgerd aankijken. Ik mime een sorry en neem plaats aan het raam naast een vrouw met een ietwat overgewicht.

Ik laat mijn tas zakken bij mijn voeten en haal mijn oortjes eruit. Mijn telefoon haal ik uit mijn rechter jaszak en plug mijn oortjes erin.

Het nummer Nothing really matters van Mr. Probz dringt mijn oren binnen en alweer moet ik mijn best doen om mijn tranen binnen te houden.

Terwijl het platteland voorbij flitst geniet ik van de rust. Enthousiast denk ik aan mijn toekomst in London, maar mijn andere kant verteld me dat het niet makkelijk word. Ik ben me daarvan bewust, zeker weten.

Mijn rust is totaal verdwenen als ik denk aan hoe iedereen me zal verwelkomen, als een groentje. Ik was misschien wel de beste hier in Plymouth, maar dat is helemaal niks vergeleken daar in London. En ik heb podiumvrees, als ik op dat podium sta als nieuwe rekruten dan... O god, ik wil er niet eens aan denken.

Ik word aangetikt de  vrouw naast me en geschrokken draai ik me om. De vrouw kijkt me geërgerd aan. Ik doe mijn oortjes uit en stop ze samen met mijn telefoon in mijn jaszak. De vrouw wijst naar iets naast haar. Ik kijk op en zie een man in een blauw pak staan, de conducteur.

'Kaartje,' zegt de man geïrriteerd. Ik mompel een verontschuldig en grabbel in mijn andere jaszak voor mijn treinkaartje. Ik zucht opgelucht als ik hem voel zitten. Ik haal hem eruit en steek hem naar de man die hem geërgerd aanpakt. Volgens mij heeft iedereen een beetje een rot humeur hier, denk ik bij mezelf.

Hij pakt het nietding uit zijn broekzak en knipt langzaam in mijn kaartje. Hij geeft hem terug en kijk naar wat voor een vormpje het heeft. Een sterretje, typisch.

'Dank u wel,' zeg ik nog maar hij sloft al verder naar het volgende bankje. Ik zak weer weg in mijn stoel en pak mijn telefoon weer uit mijn zak. Ik kijk op het schermpje en zie dat ik drie sms'jes heb gekregen.

Mona; veel plezier Candy! Hopelijk zie ik je nog een keer op tv als je een criminele topmissie hebt opgelost! Natuurlijk kom ik nog langs, maar we hebben het nu beide nog druk. Xx Moon

Ik grinnik om haar sms'je en typ een berichtje terug. Mona is mijn beste vriendin al sinds ik héél klein ben, haar moeder en mijn moeder hebben nog bij elkaar op school gezeten.

Candence; Dankje Moon, ik ga er het beste van maken zolang het duurt in ieder geval. Misschien word ik er uitgekickt na mijn onthulling, omdat ik zo erg trilde op dat podium... X Candy

Ik bekijk mijn andere berichten en doe daarna mijn telefoon uit weer in mijn jaszak. Ik kijk naar buiten en zie dat het landschap totaal veranderd is. Wat eerst platteland was is nu vooral gebouwen. Ik kijk mijn ogen uit over de vele huizen die er vergeleken bij ons, allemaal hetzelfde uitzien.

'Test test, ja hij doet het.' Ik kijk op en luister naar het verstorende geluid wat uit de boxen komt. 'Welkom in deze trein en veel rij plezier. Deze trein gaat direct door naar London, dat jullie het allemaal weten.' Je hoort een klik en daarna allemaal geroezemoes.

Ik zucht opgelucht. Bij treinen weet je maar nooit wat ze gaan doen, dat zie je maar weer. Ik doe mijn oortjes weer en in en druk het knopje in waardoor de muziek weer gaat spelen.

Ik volg de huizen met mijn ogen, waar ik moe van word. Niet veel later val ik in slaap.

OpportunityWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu