Hoofdstuk Negen

10 3 0
                                    

Ik gooi de zak chips in de kar en pak aan de overkant ook nog een pak chocolade koekjes. Ik loop naar de kassa en leg alles op de band. De man voor mij is aan het prutsen met zijn portemonnee. Ik kijk naar de klok boven de deur en zie dat ik nog driekwartier heb voordat ik mijn afspraak heb met Victor.

De man voor mij is opzij gegaan en de vrouw achter de kassa is mijn spullen aan het scannen. 'Dat wordt dan...' De vrouw kijkt op het computerscherm voor haar. 'Achtenzeventig pond en dertig cents.' Ik geef haar twee briefjes en ik stop het wisselgeld plus de bon in mijn portemonnee.

Met twee volle tassen loop ik naar de supermarkt uit. Mensen met oortjes in lopen me snel voorbij en mensen in nette pakken met gympen eronder rennen heen en weer. De grote rode bussen met toeristen stoppen her en der en de andere normale auto's toeteren erop los. Ik grinnik om het verschil hier en in Plymouth, waar alles zo rustig was op lawaaierige kraaien na. Ik mis het, die stilte vergeleken met hier.

Zuchtend laat ik de zware tassen los als ik voor de deur sta voor het appartementencomplex. Ik zoek in mijn jaszakken naar de sleutel. 'Waar heb ik ze-' 'je linker kontzak.' Ik draai me geschrokken om en zie Victor mij grijnzend aankijken.

Ik voel in mijn linker kontzak en voel de sleutel zitten. Ik zucht onopgemerkt. Ik draai het slot om en duw de deur open terwijl ik weer de tassen op til.

Ik hoor wat scheuren en al mijn boodschappen van één van de tassen vallen op de grond. Ik scheld en zak neer om mijn boodschappen bij elkaar te pakken.

'Wacht, ik neem dit wel, loop jij maar vast naar binnen.' Ik kijk op en zie dat Victor ook spullen bij elkaar pakt. 'En wat nou als jij er mee wegrent?' vraag ik hem sarcastisch. 'Daar kom je vanzelf achter,' zegt hij grijnzend. Ik pak de tas en loop naar binnen gevolgd door Victor met zijn armen vol met spullen. Mopperend begin ik op de trap te lopen.

Dit was niet het plan, nu weet hij waar ik woon! Dan kan hij gewoon... Weet ik veel, slechte dingen doen.

'Jezus, wie koopt er nou een appartement in een appartementencomplex zonder lift..,' moppert Victor op een fluistertoon. Ik stop met lopen en draai me op de trap om. 'Misschien omdat ze niet op de site zeiden dat je vijf trappen op moest lopen.' Victor schrikt en laat bijna de melk vallen.

'Dan moet je een klacht indienen, samen met je mede bewoners.' Ik word rood als ik me besef dat ik me nog helemaal niet heb voorgesteld aan mijn buren. Beschaamd draai ik me weer om en loop weer verder naar boven.

Als we nog twee trappen moeten hoor ik Victor hijgend zeggen dat we moeten stoppen. 'Hoezo?', vraag ik en loop door. 'Omdat niet iedereen elke dag zoveel trappen moet lopen,' zegt Victor geïrriteerd. Ik grinnik en ga de hoek om naar de volgende trap.

'Kom op Vicky,' zeg ik. Als ik me besef wat ik net zei is het al te laat. Blijkbaar heb ik een soort magische energiestoot gegeven waardoor hij in ene naast me loopt op de trap met een arrogante grijns op zijn gezicht geplakt.

'Noemde je me Vicky? Als in vuurtje?' We komen aan bij de felrode deur van mijn appartement en ik zoek alweer naar mijn sleutels als Victor met míjn sleutels voor mijn neus begint te rinkelen. Ik wil hem uit zijn hand pakken als hij hem snel weer terug trekt.

'Na-a, eerst antwoorden.' Ik zucht dramatisch en laat de zware boodschappen voor de zoveelste keer los, wat waarschijnlijk niet goed is voor de eieren. 'Ja, ik bedoelde het zo, alleen niet op de manier hoe jij het denkt dat ik het bedoel.' Hij lijkt uit te vogelen wat ik nou bedoel en ik zie mijn kans schoon om de sleutels uit zijn handen te pakken.

Ik draai klungelend aan de deur en geef er een harde zet aan waardoor hij open vliegt. Ik gris de tas van de grond en snel mijn appartement in. Ik pak de deur en kijk nog even aan. 'Nou... Doei,' zeg ik kortaf en doe de deur dicht als hij zijn voet er tussen zet. 'Ho ho, ik heb nog je boodschappen,' zegt hij. 'Al wil ik ze ook wel hebben hoor.' Ik bonk met mijn hoofd op de deur en scheld.

Ik open de deur met een glimlach en doe alsof er niks is gebeurd. 'Welkom in mijn grot,' zeg ik met nog dezelfde neppe glimlach. Hij grijnst terug en loopt naar binnen. Hij snelt naar de keuken en laat alle boodschappen vallen op het aanrecht.

'He! Doe eens voorzichtig!', zeg ik en wijs naar de boodschappen. Hij haalt zijn schouders op en leunt tegen het aanrecht. Ik zucht en doe de deur dicht met mijn voet.

'Betalen je ouders dit?' Ik schud mijn hoofd terwijl ik de koelkast open doe om boodschappen in te leggen. Hij bekijkt het nog kale, op de bank na dan, appartement en fronst zijn wenkbrauwen.

'Ik heb drie maanden bij een boer in de buurt gewerkt om het geld bij elkaar te krijgen.' Ik doe de koelkast weer dicht en stop de rest van de spullen in de kastjes.

'En de bank? Was die er al?', vraagt Victor. Ik schud mijn hoofd. 'Die heb ik samen met mijn moeder gekocht en hier naar toe laten sturen, de meubels die nog ingepakt zijn zijn wel van haar geld,' zeg ik en gooi de plastic zak in een la om met de losse boodschappen te beginnen.

Ik zie in mijn ooghoeken dat Victor knikt. 'Ma-' 'volgens mij ben je niet gekomen om meer van mijn levensverhaal te weten te komen,' onderbreek ik hem. Ik gooi de kapotte zak weg en leun ook tegen het aanrecht. 'Het enige wat je hoeft te weten is dat ik bij de politie werk en dat ik je hulp nodig heb, that's it.'

'Je hebt me bedreigd, dat is niet erg eerlijk.' Ik haal mijn schouders op. 'Anders had je toch niet mee geholpen, en trouwens, het moest er toch een keer van komen.' Hij bromt nog wat en laat daarna zijn armen verveeld hangen.

'Oke,' zucht hij. 'Wat gaan we doen?'

OpportunityWhere stories live. Discover now