Naar een ander kamp

405 5 12
                                    

'UIT BED, SLAAPKOPSTERS!'

Slaapkopsters? O ja, de mannen zijn weg. Hasna heeft niet veel moeite met uit bed gaan. Dus springt ze uit bed. Ze ziet een forse vrouw voor de soldaat staan die 'slaapkopsters' riep. De soldaat lijkt een beetje bang voor haar. Als Hasna nog iets dichterbij komt, hoort ze wat de forse vrouw roept:

'Waardeloze soldaat! Mijn man en mijn jongen zijn misschien wel in gevaar en jij wilt niet vertellen waar ze zijn!?!'

'Nee mevrouw, sorry, het zit zo...'

'Het kan me niets schelen hoe het zit! Ik wil mijn man terug! Nu! Meteen! Onmiddelijk!'

'Oké, mevrouw, als u het zo graag wilt weten...ze...zijn, eh...nou ja, ze zijn gewoon...met de trein naar een ander kamp gevoerd,' antwoordt de soldaat trillend.

'En...wat is daar...galgen? Gaskamers? Of zulke vreselijke martelmachines?' vraagt de vrouw geschrokken.

'Nee, nog niets. Maar jullie gaan ook naar een ander concentratiekamp.'

'Wat?' blaft de vrouw. Een ánder kamp? En wat moet ik daar?'

'Nou, het zit dus zo...'

'Waag het niet dat je liegt!' schreeuwt de vrouw. 

De officier haast zich ineens alles te vertellen, hij schijnt erg bang voor de vrouw.
'Jullie zouden nog 7 kampen langs moeten gaan, en bij de zevende kamp is het afgelopen met je, want daar zijn gaskamers, mevrouw. Maar jullie gaan...daar meteen al heen. Dat gebeurt ook met uw man, maar dan later,' antwoordt de soldaat nu weer veel meer met zelfvertrouwen.

'Nee...dat mag niet. Het kan niet.' De vrouw klinkt ineens zo verslagen. 

'Jawel. Mevrouw, u hebt zo'n krachtige stem, wilt u door de hele barak roepen dat iedereen naar buiten moet komen? Volgens mij hebben ze me niet gehoord.'

'Oké...'

De man loopt de barak uit. 'Ik wacht op jullie bij de trein. Kan ik erop vertrouwen dat jullie ook echt komen?'

'Eh...ja...tuurlijk.'

De man loopt richting de trein en gaat in het stoeltje zitten voorin de trein voor de condecteur. De forse, grote, bangmakende vrouw is stil. Ze roept niet, zoals ze beloofd had. Ze gaat langs alle bedden en fluistert dat iedereen moet komen. Dat ze naar gaskamers gaan. Hasna kan het bijna niet geloven. Die forse, sterke, brede vrouw, legt zich er óók nog gewoon bij neer?! Dat ze eraan gaan? Tja, wat kun je er eigenlijk ook tegen doen? Iedereen loopt met de vrouw mee naar de trein. 'Doe het niet! Jullie worden vermorzeld, je zult je man en jongens nooit meer terug zien! Kom op, we gaan vluchten!' roept Hasna dan ineens. Niet hardop natuurlijk. Ze had het willen doen. Maar ze durft niet. Als een schaapje loopt ze achter de vrouwen en meisjes aan.


OorlogWhere stories live. Discover now