29) The Elven King

187 19 1
                                    

De rots die de Elfen bewoonden had een soort grote C vorm. Wie aan de linkerkant stond (vanuit de troonzaal bekeken) was op zijn weg naar de markt en daarachter in de bossen aan de rand van de velden ongeveer woonden de Urdún.

Wat er rechts van de rots lag waren eindeloze velden. Wat zij deden was om de rots heen lopen en langs achter het midden het bos in gaan. Een bos dat blijkbaar op een manier ooit beïnvloed is geweest door de Elfen.

Allene en Lena deden het stuk te voet. Lena had geen probleem met een lange wandeling en ze droeg geen gereedschappen. Enkel het extra gewicht van de mantel die ze gekregen had. Gelukkig weegt de kleding niet zo heel veel. Een Franse jurk van voor de revolutie, dát zijn zware jurken. (In haar vrije tijd keek ze graag documentaires. Niet dat ze zo'n jurk ooit had geprobeerd).

Eens voorbij de rots was de vale zon van Onder Aarde niet meer te zien en verviel alles in zekere duisternis. Slechts verloren lichtstralen drongen het dichte bladerdek door. Allene hield de pas erin.

Lena keek rond.
"Zo weinig dieren hier."
"Er is iets op til daarom konden ze niet."
"Is er dan iets?"
"Er kan van alles zijn. Khun, de ziekte van de koning, Urdún, geen voedsel, of wat anders. Maar ik weet niet weet wat."
"Is het dan wel een goed idee om naar hier te komen?"
"Je hebt een Elf nodig om een Elf neer te krijgen."

Wat klonk dat voorbarig.

De kruinen van de bomen zagen eruit alsof ze expres het zonlicht tegen hielden door naar elkaar toe te groeien. Spinnenwebben hingen als met dauw druppels behangen kunstwerken tussen de takken van middelgrote struiken. In geen enkele hing een spin. Ook werden de webben maagdelijk proper. Ze zagen er niet uit alsof ze ooit een vlieg in gaf gezeten.

Nergens floten vogels. Allene liep zo stil dat Lena het gevoel had hier alleen te zijn als ze haar ogen dicht hield. Haar voeten maakten veel lawaai (vond ze zelf). Het leek alsof ze expres de stikte wou verstoren.

"Er is echt niets meer. Geen spinnen, geen vogels, geen eekhoorn, of wat jullie hier ook hebben leven. Er is niets? Alsof het bos..."
"Sterft met de koning. Deels ja."
Allene had voor haar doen bijzonder bot geantwoord.
Lena was er niet vang van maar kreeg er wel het gevoel van dat iets niet gaat zoals het hoort te gaan.

Ineens gaat Allene van het pad af.
Ze loopt muisstil door de bomen en voor hun tekent zich een poel voor. Relatief rond. Het water zag zwart door de donkerte en waarschijnlijk de diepte. Verdorde lelies dreven op het water alsof ze Lena wilde wijsmaken dat ze radioactief zijn of zo. Rond de poel groeit riet. Een beter woord zou nochtans zijn: verdord riet.

De gehele omgeving zag er bijzonder zielig, troosteloos, verloren uit. Alsof er niets meer aan te doen viel. Tsjernobyl had ook hier zijn werk gedaan. Of zo moest het er toch uitzien.

Allene liet zich lomp op de grond zakken. De ovalen mand die ze mee droeg liet ze vallen. Metaal gereedschap rammelde op haar rug, verborgen door de mantel.

"Het riet verdord." sprak ze triest.
Lena hurkte naast Allene neer. De ogen van de Elf werden zwart in plaats van hun mooie diepe bruine kleur.

Lena besefte dat Elfen dus slecht emotie kunnen tonen. Maar in plaats van dat ze het op hun gezicht tonen lezen ze het in elkaars ogen. Vandaar al die indringende blikken.

Allene liet haar hoofd zakken.
"Ik schaam me zo. Ik weet gewoon niet wat ik moet doen!"
Lena schrok van die woorden.
"Alles kwijnt weg. Eten vergaat op ons bord. Planten verdorren. De dieren lijken te verdwijnen. Ik weet het niet meer! Iedereen is wanhopig."

Lena wist niet hoe ze hier op moest reageren, langs Allene heen keek ze over het water. "Ik doe erg mijn best. Maar ik lag niet zo dicht bij de koning. De prins wil niet, de koning zelf gooit me buiten. Ik probeer truken te bedenken maar dat is moeilijk."

De ogen van Allene werden weer wat lichter. "Redden wat er te redden valt."
Dat klonk zo deprimerend. Lena kon wel huilen in de plaats van de Elf.

The Elven KingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu