~6~Analairel~

26 2 0
                                    

'Oké, dus als ik een toren wil maken, moet ik vuisten maken?' vraag ik, het niet helemaal begrijpend. Ze knikt en doet het even voor. Het ziet er niet moeilijk uit, maar schijn bedriegt. Na veel pogingen doen mijn knokkels gewoon pijn en wil ik het opgeven. Anesdiriel verbiedt het me. 

'Anders weet je niet hoe je uit een gevaarlijke situatie bijvoorbeeld kan ontsnappen, als er geen andere oplossing meer is. Dan is het zo goed als gedaan met je.' ik zucht, en probeer het nog een keer. Mijn knokkels worden wit van de kracht waarmee ik ze als vuisten maak. Het enige wat gebeurt, zijn kleine vlokjes sneeuw die eruit komen. Anesdiriel ziet dat het echt niet lukt, en zegt dat we maar eerst aan iets anders moeten beginnen. 

'Laten we de spiraal maar weer even herhalen, zodat je die niet vergeet.' begint ze. Ik graaf diep in mijn geheugen, en draai mijn handen. Er ontstaat een kleine spiraal, die groter en groter wordt. Met al mijn kracht duw ik de spiraal richting het doelwit, maar hij komt niet verder dan mijn voeten. Een beetje beschaamd kijk ik om me heen, en zie veel elfen lachen. Ik probeer het nog een keer, en nog een keer, maar veel ga ik niet op vooruit. Mijn hoofd wordt rood, en ik wil weer opgeven. 

'Ik kan het gewoon niet. Ik ben een mens geweest en het zit niet in mijn bloed. Ik ben een slechte vechter en zal jullie tijdens gevechten in gevaar brengen. Ik ben een mislukkeling, ik had hier nooit naartoe moeten komen.' zeg ik, terwijl er een traan over mijn wang naar beneden glijdt. Iedereen kijkt me nu sprakeloos aan. Oh shit, dat had ik niet moeten zeggen... 

Hulpeloos ren ik de zaal uit, met Anesdiriel op mijn hielen. Als ik achterom kijk, zie ik ook Cildan me achtervolgen. Het heeft toch geen zin, ooit zal ik ze weer onder ogen moeten komen. Ik laat me neerzakken tegen de muur van de gang, en laat de tranen over mijn wangen stromen. Cildan en Anesdiriel komen naast me zitten en Cildan slaat een arm om mijn schouders. Automatisch leg ik mijn hoofd op zijn schouder, waarna hij me sust dat het wel goed komt. 

Als ik wat opgeknapt ben, begint Anesdiriel met praten. 

'Maar ben je echt een mens geweest? Hoe lang ben je dan een elf? En hoe?! Dat is toch nog nooit eerder gebeurt? Maar je hebt wel krachten? Vreemd...' overvalt ze me met vragen.

'Ik ben inderdaad een mens geweest maar het was niet mijn bedoeling ik dacht dat het bramen waren die ik at maar het waren geen bramen maar het waren transferbessen en toen gingen ik en Danzou naar de koningin en nu ben ik hier maar ik wil terug naar mijn ouders en Fay maar ik wil ook een elf blijven maar als ik naar huis wil zien ze mijn vleugels en dan heb ik jullie verraden en ik weet gewoon niet meer wat ik moet doen.' ratel ik helemaal in paniek. Alle emoties, waarvan ik niet eens merkte dat ze er waren, komen er nu uit.  

Mijn hoofd verberg ik in mijn handen, en huil tot er geen tranen meer over zijn. Het stopt gewoon, ik kan niet meer huilen. Cildan ziet het en staat op. Hij reikt zijn hand uit naar mij en trekt mij ook omhoog. 

'Kom, zal ik je naar huis brengen? Ik neem aan dat je niet meer verder wilt trainen?' zegt hij als ik sta. Ik knik en trek ook Anesdiriel mee. We wandelen door de lange gangen van het trainingscentrum tot we de grote deuren openen en we verder door het bos lopen. We komen langs het beekje. 

'Zullen we even gaan zwemmen?' stel ik voor. Ze kijken me allebei een beetje verbaast aan.

'Cildan zou ons kunnen drogen.' leg ik uit, terwijl ik mijn schouders ophaal. Ze lijken het te snappen en springen het water in. Lachend spring ik er ook in en spetter ze helemaal nat. 

Na heel wat spetteren voel ik ineens een arm in mijn knieholte en een onder aan mijn rug, en word ik het water uit getild. Een paar seconden later beland ik weer met een plons in het water. Als ik proestend bovenkom, zie ik Cildan grijnzen. Hij heeft het dus gedaan. 

Became A Fairy TaleWhere stories live. Discover now