9. Ruimteschip PVM.2

318 23 31
                                    

Geruisloos gaat de deur naar de instrumentenkamer open. Voorzichtig doe ik hem achter me dicht. Ik kijk om me heen, het eentonige gebrom en gezoem van de machines is het enige geluid in de ruimte. Er is niemand te zien. 'Rai?' roep ik. Geen antwoord.

Ik begin door de instrumentenkamer te lopen. Rai zal zo wel komen. De deur links in de hoek leidt naar zijn kamer, waarvandaan hij met een camera alles in de instrumentenkamer in de gaten kan houden. Mijn blik glijdt van Rai's deur naar de kale, lichtblauwe wand en verder naar rechts, tot hij op de deur helemaal rechts in de hoek valt.

Ik schrik van het verlangen dat opeens in me opkomt. Een verlangen om naar de deur te lopen, hem open te doen en me weer te vergapen aan alle camerabeelden die zich daar bevinden. Nadat ik die immense ruimte voor het eerst had gezien, kreeg ik hem niet meer uit mijn hoofd. Ik wilde meer zien, meer van het leven dat de mannen en vrouwen op de Planeten hebben. Als vanzelf begin ik naar de deur te lopen, maar zodra ik ervoor sta, kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Een code. Natuurlijk. Hoe kom ik erbij dat ik daar zomaar naar binnen kan lopen? De vorige keer ging Rai precies zo staan dat ik niet kon zien welke cijfers hij precies intoetste. En ik heb geen flauw idee wat het zou kunnen zijn.

'De code is niet zo moeilijk.'
Langzaam draai ik me om. Daar staat Rai. Zijn handen heeft hij in zijn broekzakken gestoken en om zijn mond speelt een geamuseerd lachje.

'Ik, eh... Sorry, ik wilde niet-,'begin ik. Dan sluit ik mijn mond. Waarom zou ik me tegenover Rai moeten verontschuldigen? Dit hier is immers net zo veel van mij als van hem. Misschien wel meer. En ik ben hier niet om stamelend mijn excuses aan te bieden, maar om Rai een aantal vragen te stellen. Ik krijg de kans echter niet om iets te zeggen, want Rai is me voor.

'Probeer eens twee-drie-nul-een.' Ik frons, als is het alleen maar om mijn verbazing te verbergen. De gedachte dat dat het jaar is waarin de eerste mannen en vrouwen naar Venus en Mars vertrokken, laat ik voor nu maar even achterwege.

'Waarom zou je mij die code geven?' kan ik niet laten om te vragen. Rai staat nog steeds met dat geamuseerde lachje naar me te kijken.

'Omdat dit hier ook bijna van jou is, niet waar? En maak nu maar snel die deur open om te doen wat je wilde doen en zeg me daarna maar waarom je hier bent.' Ik voel me betrapt. Niet omdat hij precies zegt wat ik net dacht, maar omdat hij precies lijkt te wéten wat ik wil. In de kamer met camerabeelden kijken en vervolgens vragen stellen over mijn vader. Maar hoe graag ik ook in die kamer zou willen rondlopen, ik doe het niet. De manier waarop Rai me toestemming gaf om naar binnen te gaan, klonk ietwat ongeduldig. Haast bevelend. Al zou je dat niet zeggen nu hij daar nog steeds nonchalant grijnzend staat. Dus ik verroer me niet.

'Rai,' zeg ik. 'Hoelang woon je hier eigenlijk al? Langer dan mijn vader, toch?' Rai lijkt niet van zijn stuk gebracht te zijn door het feit dat ik hem meteen vragen begin te stellen. Ergens ben ik wat teleurgesteld daardoor. Hij knikt.

'Klopt, ik was vijf jaar toen je vader hier als baby aankwam. We wonen hier allebei al ons hele leven.' Oké, dat is fijn om te horen. Het maakt het ondervragen een stuk makkelijker.

'Heb je zijn vader goed gekend? Mijn opa?' Na die woorden verstrakken Rai's lippen haast onzichtbaar.

'Ik heb je opa gekend, ja. Heer Ivar, de Genadeloze Heerser van de Planeten. Nee, je hoeft niet zo geschokt te kijken. Dat was zijn bijnaam onder het personeel van het ruimteschip. Als je denkt dat jouw vader wreed kan zijn, dan had je je opa eens moeten kennen. Iedereen leek wel te sidderen van angst als hij door de gangen liep. Hij was moordzuchtig en altijd opzoek naar een reden om iemand te straffen. En zijn manieren van straffen waren vreselijk. Hij martelde mensen letterlijk dood.'

Rai valt stil. Zijn laatste woord galmt na in mijn hoofd. Dood. Als aan de grond genageld staar ik hem aan. Hoe kan het dat ik dit niet wist? Voordat ik dat kan vragen gaat Rai verder.

Tussen Venus en Mars | GestoptWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu