001

1K 64 10
                                    

Lieve mam en pap,

Jullie gaan niet geloven wat er is gebeurd. Vorige week stonden uit het niets de Wemel in onze huiskamer! Meneer Wemel had gedacht dat hij via de schoorsteen van de Duffelingen mij kon bereiken. Het was werkelijk waar geniaal! Uit het niets stonden ze in de woonkamer, zwart gekleurd door het roet en ze paste er haast niet door. De blik op oom Hermans gezicht zal ik nooit meer vergeten.

Echter was dat niet wat me het meeste raakte, dat was het feit dat ze ondanks dat we vakantie hadden toch aan me dachten. Ze namen de moeite om door die vieze, nauwe schoorsteen te komen enkel voor mij. Het feit dat de Duffelingen niets om me geven heb ik lang geleden geaccepteerd, neem dat maar van me aan. Echter blijft het toch pijn doen zodra ik zie hoe ze hun lieve zoontje Dirk vertroetelen en mij aan de kant schuiven alsof ik niets waard ben. De Wemel daarin tegen hebben wederom bewezen dat ze weldegelijk om me geven, ze hadden zelfs nog beter nieuws voor me. Binnenkort is het WK Zwerkbal, Hermelien had me enkele weken geleden laten weten dat dit plaats zou vinden, al had ik dat allang afgeschreven. De Duffelingen zouden me nooit laten gaan, en al mocht ik gaan dan zou ik nog niemand hebben om mee erheen te gaan.

Dit dacht ik tot Ron me vol trots de kaartjes liet zien. Eerst kon ik het nog niet bevatten en dacht ik dat ze simpelweg voor hunzelf de kaartjes hadden. Totdat George me op mijn schouder klopte en me vroeg voor wie ik was, aangezien ze wel moesten weten of ik geen "verrader" was. Ik mocht dus met ze mee erheen!  

Het toernooi zelf was geweldig. Ik weet heel zeker dat je het geweldig zou hebben gevonden pap! De gedachte dat ik daar met jou had kunnen staan zorgde voor een bedrukt gevoel op mijn borst, echter bleef dit gevoel niet lang. Meneer Wemel is wellicht niet mijn echte vader, of degene die me heeft opgevoed, hij zorgt wel voor me. Hij zorgde ervoor dat ik bij de groep bleef, dat ik werd ingelicht over de gang van zaken en de teams. Zelfs toen Lucius Malfidus en zijn geliefde zoon Draco ons probeerde te kleineren stond hij sterk en glimlachte zelfs naar hem. Zijn hart is groter dan die van mij ooit zal kunnen zijn, hoezeer je hem ook beledigd hij weet blijft zich netjes gedragen en dat bewonder ik.

Echter gebeurde er na het WK iets waar ik haast niemand iets over heb verteld. Het gebeurde allemaal heel snel, hoe cliché dat ook klinkt. Na het toernooi hoorde we verschillende geluiden buiten de tent, uiteraard gingen we ervan uit dat het Ieren waren, die na hun verlies wraak koesterde. Deze theorie werd echter al snel ontkracht, het waren namelijk mannen in maskers die in een rijtje liepen. In hun handen hielden ze brandende fakkels vast.

Ik weet haast zeker dat jullie al door hebben wie er aankwamen, dat wist namelijk iedereen behalve ik.

'Dooddoeners!' had Fred geroepen, waarna hij zijn vader angstig had aangegeven. 'We moeten hier weg, nu,' had meneer Wemel ons bevolen, en door de manier waarop hij het had gezegd besefte ik dat het ernstig was. Iedereen vluchtte de tent uit, en eenmaal aan het rennen op de open velde raakte ik de rest kwijt. Wat er precies gebeurde weet ik niet precies meer, het enige wat ik me kan herinneren is dat ik het ene moment rende en het volgende moment ontwaakte op een leeg veld waar de bosjes brandden.

Mijn hoofd bonkte, iets wat ervoor zorgde dat het me nog meer moeite koste om overeind te komen. Eenmaal overeind ontdekte ik dat ik niet alleen was. Op nog geen twee honderd van mij vandaan stond een man -vermoedelijk tussen de 30 en de 40- met bruin vettig haar en een lange zwarte jas. In het begin vermoedde ik dat hij het veld aan het ontruimen was, om mensen zoals ik in veiligheid te brengen. Toch bleef deze gedachte niet lang in mijn hoofd, er was namelijk iets met de manier waarop hij daar stond dat voor kippenvel op mijn armen zorgde. Zijn ogen stonden tevreden, de grijns rondom zijn lippen zorgde ervoor dat zijn tanden werden ontbloot.

Dat was ook het moment waarop er iets heel raars gebeurde, vergeef het me als ik dit verkeerd omschrijf. Hij stroopte zijn mouw op, waardoor er een teken op zijn arm ontstond. Met zijn andere hand grist hij een toverstaf van de grond en drukte deze vervolgens hardhandig tegen het teken aan. Er trok een pijnscheut door zijn lichaam waardoor hij voor een moment in elkaar zakte, al duurde dit niet lang. Voor ik kon beseffen wat er voor me gebeurde ontstond hetzelfde teken in de donkere lucht. De zwarte rook waar hij van gemaakt leek te zijn zorgde ervoor dat mijn litteken akelig begon te brandden.

De man merkte me op, iets wat ervoor zorgde dat mijn hart voor een moment stopte. Ondanks dat ik mijn staf bij me had besefte ik me dat ik niets tegen de oudere man kon beginnen. Gelukkig kwam nog voor hij me iets aan kon doen Hermelien en Ron aangesneld, wiens aanwezigheid ervoor zorgde dat de man vluchtte. Mijn vrienden hebben de man niet gezien, hierdoor kon ik hen niet vragen wie het was. Ze konden me echter wel vertellen dat het teken die de man had opgeroepen het teken van Voldemort was en dat de mensen die het kamp hadden vernietigd inderdaad dooddoeners waren. Dit betekend dus dat hij terug is, of in ieder geval wederom een poging wil gaan doen om terug te komen. Welke van de twee opties erger is kan ik nog niet beslissen.

Wederom ben ik door het oog van de naald gekropen. De vraag is enkel hoelang ik dit vol kan houden? Op een dag zal ik mijn vrienden niet naast me hebben om me te beschermen, om me te redden. Op een dag zal ik alleen tegenover het kwaad staan. Zal ik het dan overleven?

Heel veel liefs,
Harry.

Athazagoraphobia ~ DrarryWhere stories live. Discover now