2 eten

427 20 0
                                    

Verteld Carolina

Ik zetten de laatste dingen nog op tafel. Ik kijk voor me en zie Agustín en Karol in de deuropening staan. Agustín is in bloot boven lijf. Ik vraag me af of hij naar de sportschool gaat wat zijn buik is wel gespierd.

A: Maar waarom doe je dit?

C: ik doe het altijd. Ik wist niet wat ik ander kon doen.

A: heb jij al gegeten?

C: nee. Ik krijg alleen s'avons eten als ik goed heb gewerkt.

A: en wat krijg je dan te eten?

C: meestal kreeg ik twee sneetjes brood die half hard waren en een glas water.

A: is dat het enige? Ik snap niet dat je met zowijnig voeldsel kunt overleven.

K: en wat als je niet goed werkte?

C: dan kreeg ik niets te eten. Meestal at ik twee keer in de week niet daardoor. Maar dat went wel.

A: heb je gisteren gegeten?

C: nee.

A: waarom heb je dat niet gezegd dat had je iets gekregen.

C: ik dacht dat dat niet zou mogen.

A: natuurlijk wel. We willen niet de je verhongert. Waarom eet je niet met ons mee?

C: nee, ik ben niet gewoon aan dit eten. Geef mij maar gewoon brood met water.

A: ok als jij het wil.

C: weet jullie wanneer ik Jullie ouders moet wakker maken?

A: ik denk niet dat dat hoeft. Ik denk dat ze er wel derict zijn. Kom Karol we gaan eten. Ik heb honger gekregen van naar dit eten te kijken.

Agustín en Karol gaan aan tafel zitten en beginnen met eten. Ik pak twee sneetjes brood en eet ze op met wat water. Na mijn eten zet ik het brood terug weg.

A: heb je nu al gedaan met eten?

C: ja.

Ik hoor dat er nog mensen aan komen. Ik zie de vrouw van gisteren terug.

MB: wie heeft dit klaargemaakt?

A: Carolina.

MB: Agus. Je weet dat ik het niet leuk vind als je slaven bij hun naam noemt.

A: maar ik vind het niet leuk om haar slaaf te noemen.

Xx: Agustín luister naar je moeder. En ik wil haar spreken om te zeggen wat ze moet doen. Kun je mee komen?

Ik ga achter hem aan. We gaan een kantoor binnen. Hij gaat in de stoel zitten.

Xx: ga maar zitten.

Ik doen wat hij zei en ga voor hem zitten.

Xx: ik zou me eerst voorstellen. Ik ben Diego Bernasconi en mijn vrouw heb je al ontmoet zei noemt Claudia. Je mag ons bij onze namen noemen als je dat wil.

C: ok.

D: het ontbijt dat je hebt klaar gemaakt ziet er goed uit. Dat kun je elke ochtend doen. Deze paar dagen hebben Agustín en Karol vakantie dus zijn ze thuis. Ik en mijn vrouw moeten sebiet gaan werken. Ik wil dat je voor de lucht voor mijn kinderen zorigt. Ze zeggen wel wat ze willen. En voor s'avons kijk je maar wat er op de lijst staat.

C: is er nog iets anders dat ik moet doen buiten koken?

D: ja het huis kuisen en de was. Voor de rest niets. Maar als mijn kinderen willen dat je iets doet moet je het ook doen. Als ik terug thuis ben zeg ik nog wel wat de regels zijn.

C: ok.

D: ik ga nu ontbijt en dan naar mijn werk. Je kunt al beginnen met schoonmaken. De spullen staan in de kamer naast de keuken.

Ik ga naar de kamer waar de keuken spullen staan. Ik pak de spullen en ga naar boven om de kamers eerst te doen. Dat is makkelijker. Als Diego en Claudia naar hun werk zijn dan zijn er minder mensen. Ik begin met de kamer van Karol.

Slaaf van de familie Bernasconi ( Aguslina)Where stories live. Discover now