Slaaf van de familie Bernasconi ( Aguslina)

extra 2 ( deel 1)

Verteld Carolina

Het is 4 jaar geleden dat ik en Agus in het appartement zijn gaan wonen. Agus heeft me veel geleerd over het leven. Ik heb een job maar die stelt niet veel voor omdat ik niet naar school ben geweest. Ik ga nu s'avons en in het weekend naar school om toch nog een diploma te halen. Agus heeft net een week gedaan met de universiteit hij zoek nu nog werk. Agus zijn ouders zijn om de 2 maanden naar ons gekomen of wij naar hun mijn ouders en Mike om de 3 of 4 we hebben niet zoon goed bant als Agus met zijn ouders en zus heeft. Maar voor mijn zijn ze ook mijn familie. Vandaag gaan we naar de ouders van Agus. Korol woont nog thuis maar is van plan op bij Ruggero te gaan wonen. Agus vond het niet leuk toen dat hoorden dat Ruggero en zijn zus een relatie hebben. Gelukkig is het nu beter.

A: liefje, hoe laat is het?

C: 9:45

A: dat moeten we snel opstaan. We moeten om 11 uur bij mijn ouders zijn.

C: ik ben nog moe.

A: morgen kunnen we uitslapen. Kom we moeten ons klaar maken.

C: ok ik ga douchen.

Ik sta op. Ik voel me draaiering als ik op sta.

A: gaat het goed?

C: ja ja. Ik ga me douche.

Na de douche ga ik naar beneden en eet samen met Agus na het eten gaan we naar het huis van zijn ouders. In die vier jaar is er niets veranderd alleen dat Claudia nu lief tegen me is. Waarschijnlijk omdat ze weet dat ik niet voor het geld bij Agus ben en dat we echt heel veel van elkaar houden.

A: kom we gaan naar binnen.

Agus pakt mijn hand en gaat naar de deur. Een paar seconden na we hebben aangebeld gaat de deur al open Claudia begroet ons en laat ons binnen.

Cl: ik ben blij dat jullie er zijn.

A: mam, we zie elkaar om de 2 maanden.

Cl: ik weet het maar ik mis je. En heb je al een baan?

A: nee nog niet. Ik ben nog opzoek

D: en jij Caro?

C: nog het zelfde in de dag werk en s'avons en in het weekend naar school.

Cl: ik ben blij dat je nog berijden bent om naar school te gaan.

K: mam, zijn Caro en Agus er al?

Cl: ja kom je naar beneden.

Karol begroeten ons en komt naar me zitten. We blijven nog voor praten over van alles tot ik een brandend gevoel in mijn keel krijg. Ik ren rap de trap op om naar de badkamer te gaan. Even later hoor ik iemand de trap op komen.

K: Caro, gaat het goed?

C: ja, ik moest alleen overgeven.

K: mag ik binnen komen?

C: ja.

Karol komt binnen en gaat naast me zitten.

K: heb je dit al eerder gehad?

C: ja, al ongeveer 2 weken.

K: weet Agus dat?

C: nee, ik wauw hem niet afleiden van zijn studie en zijn zoektocht naar werk.

K: ben je naar de dokter geweest?

C: nee.

K: voel je nog ander ding die je normaal niet voelt.

C: ja, misselijkheid, draaiering, moe, soms meer honger en ander smaken.

K: ik heb een idee. Blijf hier ik met binnen 10 minuten terug.

Karol gaat terug weg ik blijf in de badkamer.

Verteld Agustín

Ik weet niet wat er was maar het was raar. Caro doet sowieso de laatste tijd een beetje raar. Ik weet niet. Ze heeft me niets verteld. Ik maak me zorgen.

D: Karol kun je gaan kijken of het goed gaat?

K: ja doe ik.

Karol gaat de trap op. Ik hoop dat het goed gaat met Caro.

Cl: dat was raar. Zou ze iets hebben?

A: ik weet niet. Ze heeft niets gezegd. Maar ze doet de laatste tijd wel raar.

D: ik denk dat ze gewoon iets verkeerd heeft gegeten of zo.

A: dat kan.

Cl: ik weet het niet zeker. Ik denk dat ze iets anders heeft.