Boek 1, hoofdstuk 9 - De herberg ✔️

437 23 0
                                    

De herbergier komt achter zijn bar vandaan en slaat zijn armen om Evan heen. Geschrokken laat ik Evans hand los. Ik voel dat alle ogen in de herberg onze kant op staan. 'Wat goed jou weer te zien jongen!' roept de herbergier blij. Evan lacht. 'Het is ook fijn jou weer te zien.' Zegt Evan en hij klopt op de rug van de herbergier. De man laat Evan los en hij loopt weer achter zijn bar. Gelijk kruip ik dichter bij Evan. Hij geeft me een veiliger gevoel als de rest van de mannen hier. 'Wat kan ik voor jou en je vriendin doen?' vraagt de man achter de bar. 'Vriendin?' piep ik verbaast. 'Uhm... Heb je misschien een kamer voor ons?' Aan het begin van Evans zin slaat zijn stem over. Raar kijk ik hem aan. Wat maakt hem ineens zo onzeker?

De barman knikt hevig met zijn hoofd. Hij pakt een sleuteltje uit een van de laatjes onder de bar en overhandigt het aan Evan. 'Kamer drie. Daar rechts is de trap naar de kamers.' Zegt Frits vriendelijk. 'Dankjewel.' zegt Even voor hij me richting de trap begeleid. 'Vriendin?' vraag ik opnieuw. Evan reageert niet. Ik pak de leuning vast en zet mijn voet op de eerste treden. Stap voor stap loop ik de trap op. Enkele treden kraken zodra je erop leunt. 'Loop eens door.' Moppert Evan lachend. Ik til mijn jurk op en versnel mijn pas. Zodra ik op de bovenverdieping ben kijk ik rond. Alles heeft een houtachtige tint. Er zijn zes deuren. Allemaal hebben ze een nummer op de deur. Evan staat af naar rechts en opent de eerste deur die hij tegenkomt. Verbaast loop ik hem achterna. Ik kijk op de deur en zie het getal drie staan. Een zucht van opluchting verlaat mijn mond.

Ik loop de kamer in en sluit hem achter me. 'Vriendin?' vraag ik voor de derde keer. Ik knoop mijn mantel los en gooi het op het bed. Een deel van de mantel licht nog op de grond. Evan grijns dom en hij haalt een hand door zijn haar. 'Geen idee, vast onzin.' lacht hij verlegen. Onzin. Ergens voel ik een steek van pijn. Ik zucht en schud de gedachten van me af. 'Wat gaan we nu doen?' vraag ik. Evan tikt met zijn vinger bedenkelijk op zijn kin. Het is nu bijna half vier. 'We kunnen zowat eten beneden.' Zegt Evan na een paar minuten. Ik knik en hoor mijn maag al rommelen. Even bekijk ik de kamer. Een tweepersoonsbed, een stoel en een bureau met een stoel. Geen kledingkast. Even kijk ik naar het tweepersoonsbed. 'Ik slaap in de stoel.' zegt Evan. Alsof hij mijn gedachten kan lezen. Verbaast kijk ik hem aan 'Waarom ga jij altijd ergens anders liggen.' mopper ik.

'Omdat ik een man ben en niet zomaar bij een vrouw in bed slaap. En bovendien hoort een prinses comfortabel te kunnen slapen.' Ik zucht. 'Slaap jij nou maar een keer in bed. Jij hebt je slaap ook nodig.' 'Elena, maak je geen zorgen om mij. Ik kom wel aan mijn slaap.' weer zucht ik. 'Ik kan je niet overhalen of wel?' ik sla mijn armen over elkaar en kijk Evan aan. Lachend schudt hij zijn hoofd. Een kleine grijns siert ongewild mijn gezicht. Ik loopt naar het bed en ga zitten naast Evan. 'Zullen we maar wat gaan eten dan?' vraagt Evan. Ik knik hongerig en trek snel mijn mantel aan. Evan graait het zakje met geld uit de tas en stopt het in zijn broekzak. Evan staat vervolgens lachend op waarna hij zijn vertrouwde hand weer naar me uit. Ik neem zijn hand aan en spring vrolijk van het bed af. Evan doet de deur open en wijst met zijn vrije hand naar de doorgang. 'Na u prinses Elena.' zegt hij beleefd. Een glimlach siert mijn gezicht. 'Dank u.' zeg ik beleefd.

Ik trek de muts over mijn hoofd en loop de kamer uit. Evan volgt me de kamer uit en sluit de deur. We lopen de trap af die gelijk naast onze kamer is. Boven aan de trap is de geur van alcohol al te ruiken. Ik knijp mijn ogen even stijf dicht om de geur te verminderen. Ik open mijn ogen en pak de hand van Evan vast. Het is niet meer ongemakkelijk om zijn hand vast te houden. Het is vertrouwd. Samen lopen we de trap af. Meteen lijk ik of de mannen er nog zitten. Een enkeling van de mannen is al weg. 'Waarom zijn er geen vrouwen?' vraag ik zacht aan Evan. 'Die werken thuis en zorgen voor de kinderen.' legt hij zacht uit. 'Is het dan niet raar dat ik hier ben?' vraag ik verward. Even haalt zijn schouders op. 'Ik denk niet dat dat een probleem is.' antwoord Evan. We nemen ergens plaats en wachten tot Frits komt met het bestellen van ons eten.

Just A Princess | Boek 1 [herschrijven]Where stories live. Discover now