1.4

207 9 18
                                    

Met zijn alle lopen we de grote deuren door. Net voor de trap naar de oefen zones staat Thirteen te wachten. Hij is een soort van ruimte mannetje, in ieder geval hij draagt een ruimte pak. "Hallo allemaal ik ben Thirteen". Na de introductie kijk ik rond en luister eigenlijk niet meer. Aan het einde van de trap is een plein met een fontein. In een cirkel er rond om heen zijn de zones. Er is een brand, aardverschuivingsgebied, een ingestorte stad en nog een paar andere zones. Ik kijk rond tot iets bij het plein mijn aandacht trekt. Voorzichtig rijk ik naar de zwaarden op mijn rug, klaar om mijn klasgenoten te helpen mocht dat nodig zijn. Aizawa ziet mij naar het plein kijken en draait zich om. Een paarse mist reikt zich steeds verder uit tot ik een lichtblauwe hand er uit zie komen. Aizawa zet zijn knal gele bril op en ik trek mijn capuchon op en trek mijn zwaarden. De rest van de klas heeft nu ook gemerkt dat er iets mis is. "Dit hoort zeker niet bij de training?" vraagt iemand. Geen van ons antwoord. Al snel staat er een half leger met slechteriken voor onze neus. "Rennen!" roept Thirteen. Iedereen rent terug tot dat het portaal voor ons verschijnt. "Sorry ik kan jullie niet laten gaan ben ik bang. Volgens het schema zou All Might hier moeten zijn. We zijn hier voor het nemen van zijn laatste adem. Waar is hij nu?" Wat ze waren hier om All Might te vermoorden! Maar goed dat hij dan nu op de campus is gebleven om te rusten. Toen waren er twee idioten genaamd Bakagou en Kirishima die het blijkbaar een goed idee vonden om de portaalman aan te vallen. Als dit een oefening was geweest zou ik gefacepalmt hebben. Al snel verspreide een purperen mist over de leerlingen en verdeelde de portaalman ons over de zones.

Ik was alleen in een zone met een gecrashte trein omgeven door bomen. Blijkbaar was ik hier alleen omdat er niemand anders te bekennen was dat schurken. Zo snel als mogelijk was klom ik op het dak van de trein. Met mijn Quirk deed ik de grond schudden en ontsproten er uit de grond boomwortels die het grootste gedeelte van de tegenstanders immobiliseerde. De mensen die over bleven klommen op de trein met mijn zwaarden verwonde ik ieder die naar mijn zin te dichtbij kwam. Zodra ze allemaal waren uitgeschakeld spreid ik mijn vleugels uit en vlieg naar het centrale plein waar ik zie dat mijn ooms hoofd in de grond word geslagen door een reusachtig beest. Met een schreeuw van woede vlieg ik op hem af en speld het op de grond. Met mijn ijs, vuur en zwaarden afwisellen val ik het aan. Het lijkt een hopeloos geval te wezen. Telkens als ik het raakte of zo ernstig verwonde dat zelfs de man met de hoogste pijngrens zou zijn neergevallen, genas dit beest iedere keer weer. Dit frustreert me zo erg dat ik mijn vuist omhuld met wijnstokken en ijs en het een uppercut tegen zijn kin geef zo hard dat het door de glazen koepel vliegt. Zodra de woede is gezakt kijk ik om me heen. Mijn oom ligt op de grond met zoiezo een gebroken schedel en een paar meter verderop staat All Might met zijn hand op zijn zij en een trotse grijns. Langs de rand staan de klasgenoten die hebben kunnen ontsnappen uit hun zones of die hier waren achtergebleven. Snel ren ik naar mijn oom en help hem naar de ambulances die zojuist zijn aangekomen met de andere helden en hoop dat hij in orde is. Daarna terug naar All Might die de klas telt. Bezorgd kijkt hij me aan "Nami we missen Ashido, de enige zone die nog niet is gecontroleerd is de vuurzone". "Dan ga ik daar nu heen" reageer ik. En ik spreid mijn vleugels uit. Al snel land ik in een omgeving vol rood en brandende gebouwen. Vuur schaad mij niet erg maar de rook is knap vervelend, daarnaast zijn de veren van mijn vleugels wel vlambaar. Op de rand van wanhoop kijk ik rond naar een teken van Ashido. "Help!" roept een stem die ik herken als Ashido's vanuit een gebouw achter mij. Ik ren er heen. Met mijn wind en aarde vaardigheden baan ik me een weg door de dichte groep schurken naar haar toe. Als ik er ben pak ik haar op en vlieg naar de rand van de zone. "Ashido! Ren naar het centrale plein en blijf daar!" Met die woorden verdwijn ik terug in de vlammen. Mensen dromen om me heen en sluiten me in. Met zwaarden en rotsblokken in de aanslag vecht ik tot ik niet meer kan.

Todoroki 's POV

De hele klas heeft zich verzameld op Ashido en Hana na. Ze schijnen in de vuurzone te zijn. Op een gegeven moment zie ik een persoon onze kant op komen. Het blijkt Ashido te zijn en ik begin me oprecht zorgen te maken over Hana. Gaat het goed met haar? Leeft ze nog? Als ze op adem is begint Ashido te spreken. "Hana was daar en redde me, ze zei me om niet achterom te kijken dus ben ik gaan rennen" hijgt ze. "Wat! Elem is daar nog!" gilt Midnight en begint te rennen. De klas kijkt op zodra ze de afgekorte naam van Elementa horen. Een naam die we wel vaker horen aangezien bijna alle pro helden haar zo noemen. Snel leg ik de link. De enige mist en die veel connecties heeft met helden is Hana. De gedachten van mijn klasgenoten zijn perfect overeen gekomen met de mijne, namelijk: 'We zaten in de klas met de nummer 3 proheldin Elementa!'. Het meisje dat ik in de loop van de tijd leuk was gaan vinden was mijn favoriete held. Maar nu was ze in gevaar en als de idioot die ik ben kan ik met niet eens bewegen! Damit!

Nami 's POV

Rook is overal. Rond om mij liggen lichamen van de bewusteloze schurken. Ik zit onder de krassen en bloed stroom over mijn hele lijf. Mijn vleugels hebben vlam gevat schroeien nu mijn rug. De pijn is ondragelijk. In gedachten ga ik terug naar de tijd dat ik het experiment van mijn vader was.

De zwepen, messen en brandijzers netjes naast elkaar op een roestvrij stalen tafel. Ik zit ineen gedoken in een hoekje, wetend wat er komen zal als de deur open gaat en mijn vader binnenkomt. Het wachten tot hij thuiskomt en weten wat me te wachten staat als hij er is is misschien nog wel pijnlijker dan de marteling zelf. Een donker figuur komt de kamer binnen met een vreselijke grijns op zijn gezicht. Hoe kan hij hier in vredesnaam plezier aan beleven? Langzaam loopt hij naar me toe en trekt mijn shirt om hoog. Oude littekens zijn nog zichtbaar over mijn buik en rug. Een brandijzer gloeit rood in het schemer van de kamer. Als het metaal mijn huid raakt probeer ik een gil van pijn in te houden. En nog een keer en nog een keer. De huid van mijn benen en armen is nu verschroeit en rood. Ijskoud water stroomt over me heen en de huid sist. Een zweep komt tevoorschijn en raakt me keihard op mijn rug. Deze keer kan ik de schreeuw niet meer binnen houden. Na een half uur houd hij op met slaan en schreeuwen dat ik een mislukkeling ben en teveel op moeder lijk. Dan verduister ik, mijn lichaam meer bloed dan lichaam.

Ik schrik op uit gedachten en hoor vaag in mijn hoofd mijn vaders stem die me nog elke nacht kwelt. Het vuur grijpt om me heen en schroeit mijn huid. Op een gegeven moment wordt het teveel en val op mijn knieën. De herinneringen spoken door mijn hoofd en het vuur vernietigt alles. Tot het ophoud en de wereld enkel zwart, stilte en leegte is en niets meer dan dat.

elementaOnde histórias criam vida. Descubra agora