2

15 2 0
                                    

Ongelovig keek ze naar het takje die onder haar knapte, hoe kon ze zo dom zijn?

'Gespot!' Klonk Boaz' stem door het bos.

Kayley kon zichzelf wel vervloeken, ze was zo dichtbij geweest en door haar slordige actie was alles voor niets.

De tieners waren op kamp met hun klas en deden een nachtspel; kaarsje aan, kaarsje uit. Twee mensen worden de spotters en verstoppen een brandend kaarsje in het bos, die ze moeten beschermen, hiervoor hebben ze een zaklamp. De rest van de groep probeert onopgemerkt dichterbij te komen en het kaarsje uit te blazen, maar als ze door de spotters gezien worden, zijn ze af.

'Wat krijgen we nou? Kay?' Boaz kreeg spontaan een grijns op zijn gezicht toen hij het tedere meisje op de grond herkende, hij stak lachend zijn hand uit om haar overeind te helpen.

Kayley gaf hem een dodende blik en negeerde zijn hand, 'ach hou je mond.' Mompelde ze geïrriteerd. Het was duidelijk dat ze haar verlies slecht kon hebben. Snel sprintte ze weg, voor de lange jongen voor haar nog iets zou zeggen

Boaz' grijns werd nog breder terwijl hij de schim van het meisje nakeek; Kayley was bij verre de fanatiekste persoon die hij ooit had gezien. Daar konden alle meiden die bang waren dat hun nagels braken nog eens wat van leren.

Toen Kayley aankwam bij de verlichtte klimmuur, was het grootste gedeelte van de groep er al, de enige die ze niet zag was Noah. Ze plofte geïrriteerd naast Beau neer, haar vriendin moest een lach onderdrukken toen ze haar teleurgestelde gezicht zag. Kayley was nog nooit gespot; ze blaaste altijd het kaarsje uit, of lach tot diep in de nacht op dezelfde plek, wachtend op een kans.

'Kom op Kay, het is niet het ergste van de wereld.' Beau duwde het kleine meisje zacht en keek haar met de glimlach die altijd op haar gezicht bleef aan.

Kayley mompelde wat onverstaanbaars; natuurlijk was het niet het ergste van de wereld, maar het was wel verdomd irritant dat dat takje daar had gelegen en zij niet had opgelet. Ze bleef mokken tot de laatste terugkwamen van het spel, ze kreeg vaag mee dat Noah het kaarsje wél had uitgeblazen, wat haar nog gefrustreerder maakte.

Toch bleef Beau vrolijk, lachend trok ze haar vriendin mee naar de slaapzalen, 'kom op Kay, morgen is er weer een dag, en daarna weer, genoeg kansen om dat stomme kaarsje uit te blazen.' Ze ratelde nog door over de activiteiten die ze de volgende dag zouden doen, maar Kayley was verzonken in haar gedachten.

Morgen zou ze winnen, kostte wat kost.

Kaarsje aan, Kaarsje uit Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu