Hoofdstuk 66

1.2K 51 12
                                    

Omdat Wolfs natuurlijk ook gevoelens heeft en ik het mooi vind die ook met jullie te delen schrijf ik ook een stukje vanuit hem.


Wolfs
Met mijn hoofd in mijn handen ga ik op de bank zitten. Toen Marion Lindsay belde omdat ik niet opnam vertelde ze me dat ik naar Eva moest omdat het fout was en ze totaal overstuur was. Lindsay zou de zaak regelen ze zei dat ik moest gaan, ik ben dan ook als een gek naar huis gereden waar ik Eva huilend op de bank trof met de verloskundige in de kamer, ik had al zo’n gevoel dat dit helemaal niet goed was. Waarom had ik m’n telefoon tijdens die klote missie op stil gezet en waarom  had ik hem niet gevoeld, ik had bereikbaar moeten zijn voor Eva. Ik snapte dus wel dat ze kwaad op me was, maar ik wilde haar troosten, haar in mijn armen nemen, ons verdriet samen delen, haar zeggen dat het goed komt, al weet ik nog niet hoe, ik wil haar gelukkig maken zoals zij mij ook gelukkig maakt. Waarom moest ons dit gebeuren, waaraan hadden wij dit verdient. Alleen liet ze zich niet door me troosten, ze duwde me weg, terwijl ik haar wilde helpen, ik wilde dat ze wist dat ze er niet alleen voor staat, dat ik er voor haar ben maar ze wilde niks van me weten. Ik voelde een traan over mijn wang naar beneden lopen. Een traan van pijn en verdriet omdat we ons kindje verloren waren en omdat Eva dit verdriet kennelijk niet met me wilde delen. Nu zat ik hier alleen te janken op de bank, terwijl Eva boven waarschijnlijk in bed lag. In haar bijzijn zou ik me nooit zo laten gaan, ik moest de sterkste zijn ook al doet het pijn, we hebben wel nog twee kinderen die ook aandacht en liefde nodig hebben. Verschrikt keek ik op mijn horloge toen ik dacht aan onze kinderen, ik moest Florian van school gaan halen, waarschijnlijk zou Eva niet naar beneden komen. Hoe moest ik hem dit ooit uitleggen, eerst vertellen we hem dat hij een broertje of zusje krijgt en nu moeten we hem vertellen dat er geen baby meer is. Hem eerst maar eens ophalen, naar het bureau ging ik nu toch niet meer, snel stuurde ik Lindsay een berichtje ‘Lin, ik kom niet meer vandaag kun je dat doorgeven aan Mechels. Wolfs’ meer informatie was niet nodig en die zou ze nu ook niet krijgen. Blijkbaar begreep ze het al toen ik haar berichtje las ‘Sterkte, geef Eef een knuffel van me’ kon ik haar die maar geven, maar ze wilde niet. Opnieuw branden de tranen achter mijn ogen, nu moest ik sterk blijven, ik moest Florian ophalen en die zou zo niks aan me hebben, ik moest er voor hem zijn ook al had hij nog geen idee van wat er aan de hand was.


Eva
‘Eef’ hoor ik Floris zijn stem, ik heb hem de trap niet op horen komen, ik lig dan ook nog steeds in bed helemaal onder de dekens. ‘Eva’ probeert hij nog een keer als ik geen antwoord geef. ‘Ik ga Florian van school halen, ik neem Wessel mee’ deelt hij me mee als ik nog steeds niet reageer. Ik hoor aan zijn stem dat hij gehuild heeft maar hij doet nu alsof er niks is waarna ik hem weer naar beneden hoor gaan als ik weer geen antwoord geef, ik kan het gewoon niet. Ik ben mijn kindje verloren, ik kan niet opstaan en Florian gaan halen die nog van niks weet ook, hoe moet ik hem dit ooit uitleggen als ik het zelf niet eens begrijp. Had ik voorzichtiger moeten zijn, had ik rustiger aan moeten doen allerlei vragen die maar door mijn hoofd spoken. Voordat ik er erg in heb hoor ik de deur beneden weer open gaan en na een paar tellen klinken er voetstappen op de trap. ‘Eef, Florian is beneden, hij vraagt waar je bent, ik zei dat je even ligt te slapen, maar kom je zo’ praat hij aan één stuk door en zonder te wachten op een antwoord loopt hij weer terug naar beneden. Het was dus meer een mededeling dan een vraag, dan had hij wel gewacht op een antwoord, of hij was er van overtuigd dat er geen antwoord ging komen. Ik ben toch eigenwijs blijven liggen, wat moet ik beneden doen, gezellig spelletjes spelen terwijl mijn hart verscheurd is van verdriet. Opnieuw hoor ik even later voetstappen maar deze zijn veel zachtjes dan daarnet. Op zijn teentjes komt Florian de slaapkamer binnen gelopen ‘mama, waarom moet jij huilen’ blijft hij geschrokken staan. ‘Ga maar naar beneden’ aai ik hem over zijn hoofd. ‘Ik wilte jou kusje geven’ twijfelt hij of hij het nu wel of niet moet doen maar uiteindelijk draait hij om en loopt de kamer weer uit. Waarom heb ik hem niet gewoon een kusje gegeven, maar voordat ik me zelf daar antwoord op kan geven komt Floris de slaapkamer opnieuw ingestormd. ‘Waarom stuur je Florian zo naar beneden, hij begrijpt er helemaal niks van’ vliegt hij tegen me uit. ‘Als zelfs je eigen zoon je geen kusje meer mag geven, kom op Eva’ ratelt hij woedend door, ik hoor het aan zijn stem. ‘Laat me gewoon met rust’ draai ik me demonstratief om. Gefrustreerd gooit hij de kamerdeur achter zich dicht voordat hij terug naar beneden loopt, ik begrijp mezelf niet eens hoe moet ik het een ander dan kunnen uitleggen. Als de geuren van eten me boven bereiken kom ik toch maar uit bed, ik voel me nog steeds verschrikkelijk klote maar ik heb ook spijt dat ik zo gemeen deed tegen Florian en tegen Floris, ik weet ook wel dat hij het goed bedoelde maar op de één of andere manier komt dat gewoon even niet binnen. ‘Sorry’ kom ik langzaam de trap af waarna Floris naar me toe komt en me in zijn armen neemt. ‘Wil je ook wat eten’ bied hij aan terwijl hij en Florian al aan tafel zaten. Zachtjes knik ik, ik heb toch best wel trek in wat te eten. ‘Florian’ begint Floris heel serieus als ik bij schuif aan tafel. Wild schud ik mijn hoofd, ik weet wat hij wil gaan zeggen maar ik wil het niet, niet nu in elk geval. ‘De baby in mama’s buik’ trekt hij zich niks van mij aan en praat verder tegen zijn zoon die hem luisterend aankijkt. ‘Die was een beetje ziek en daarom is de baby nu niet meer in mama’s buik’ verteld hij zijn zoon. Informatie die ik zelf nog niet eens verwerkt heb verteld hij onze zoon, en voordat mijn tranen er daad werkelijk uitkomen sta ik weer op van de tafel en ren terug naar boven, dan maar geen eten. De hele avond ben ik niet meer naar beneden geweest en ik heb noch Floris noch Florian nog gezien, ik heb gehoord dat Floris zijn zoon naar bed heeft gebracht, en ik verafschuw mezelf alleen nog maar meer, ik ben en mijn kindje kwijt en nu zorg ik niet eens meer voor mijn andere kindjes, wat ben ik voor een waardeloze moeder. Een paar keer overdenk ik om naar beneden te gaan maar ik durf niet, bang dat Floris weer kwaad op me word, ook al kan ik me er wel iets bij voorstellen, ik zou het ook zijn als ik hem was geweest. Als hij om half twaalf nog steeds niet boven is sluip ik de trap af naar beneden, waar het inmiddels wel donker is, zou hij ervandoor gegaan zijn? Opgelucht ben ik als ik hem op de bank zie liggen. ‘Flo.. sorry wil je alsjeblieft bij me in bed komen’ smeek ik hem, geen idee of hij slaapt en of hij me dus wel hoort. ‘Hmm wat’ mompelt hij wat. ‘Dat het me spijt, kom alsjeblieft in bed slapen’ herhaal ik mijn woorden waarna hij opstaat en voor me uit de trap op loopt waarna ik met een gerust hart bij hem in bed kan kruipen. Een tijd lang liggen we zwijgend naast elkaar in bed, ik durf niks te zeggen, bang om iets fout te doen, en misschien neemt hij het me ook wel kwalijk. Ik probeer mezelf rustig te houden door mijn ogen te sluiten maar het beeld van vanmiddag gaat niet meer van mijn netvlies af, ik draai op mijn zij met mijn rug naar hem toe, terwijl de tranen opnieuw vanzelf over mijn wangen lopen, wat ik me niet besef is dat Floris zich ook heeft omgedraaid en dat bij hem de tranen net zoals bij mij over zijn wangen glijden, totdat ik hem zachtjes ineens hoor snikken en ik besef dat hij zich net ze vreselijk voel als dat ik dat doe. Ik draai me terug om en zachtjes kruip ik tegen zijn rug aan, met mijn hand geruststellend op zijn rug, meer durf ik niet,  bang dat hij alsnog alweer kwaad op me word. Gelukkig zegt hij er niks over en zo val ik even later toch in een onrustige slaap.

Het verleden en onze toekomst (Flikken Maastricht verhaal)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu