hoofdstuk 3

16 3 0
                                    

~elif~

Terwijl ik daar op de stoep zat, voor mijn huis kreeg ik een idee. Ik zou iemand gaan zoeken, iemand die dom genoeg zou zijn om in mij te gaan geloven zonder mij te zien. Ik zou gewoon de komende dagen of weken mensen volgen en ervoor zorgen dat ze besef zouden krijgen van de andere wereld, mijn wereld. 

Ik zit op het schoolplein en denk. Ik denk na over wie de beste optie zou zijn. Een van mijn oude vrienden? Waarschijnlijk niet... vrienden had ik niet echt of ik moest die twee 'hulpjes' van mij vertrouwen... Ik blijf op het bankje zitten voor de school en wacht tot het pauze is. Ik hoor de bel en wacht, alweer. Het lijkt uren te duren tot er iemand naar het bankje loopt om te gaan zitten. Wanneer het meisje dat eraan komt met haar groepje vlak voor het bankje omdraait om ergens anders te gaan zitten steek ik snel mijn hand uit en raak haar aan. Een golf van zelfvertrouwen gaat door mij heen en wanneer ik haar naar de andere zie lopen schud ik mijn hoofd. Een egocentrische bitch had ik echt niet nodig, daarvoor had ik mijzelf al... De rest van de dag komt er niemand meer op het bankje zitten en ik loop maar weer naar mijn vaste plekje onder het raam, bij de struiken. Ik begin blaadjes te tellen en raak bij 110 de tel kwijt. Ik verveel mij zó erg... Dan hoor ik het weer. Het slaan van de deur bij de verlaten jongenstoiletten. Ik sta op en leun op de rand van het raam. Dezelfde jongen als gisteren staat voor de spiegel, alleen draagt hij nu een lelijk rode bril in plaats van die grijze van gisteren. Met deze bril snap ik wel dat hij er zo bij staat, met die kleur rood zou ik ook spontaan moeten huilen als ik mijzelf zou zien. Hij adem zwaar en ik zie hem met moeite tegen zijn tranen vechten. "Niet huilen, niet huilen.. nog drie jaar en je bent hier weg... nog drie jaar." Hij schudt zijn hoofd om de tranen tegen te houden en probeert vastberaden de spiegel in te kijken. Maar tevergeefs, zijn gevoel wint en hij zakt huilend tegen de muur. Plots vliegt de deur open en Daniel staat in de deuropening. "Zo watje, toch aan het janken? Zo hard sloeg ik je niet. Het was gewoon een klopje." Aan de grijns van hem te zien was dat helemaal niet zo en mijn blik schiet weer naar de jongen op de grond. Nu pas valt mij de schram op zijn slaap op en ik sla mijn hand voor mijn mond. Ik zie hoe Daniel steeds dichterbij komt en het slachtoffer zich nog verder tegen de muur drukt. Een trap. Het gezicht van de jongen verrekt van de pijn. Ik durf niet te kijken en zak op de grond. Nog een trap. Het geschreeuw van de jongen gaat dwars door mij heen en wordt plots gesmoord. Ik schrik en weet dat Daniel zijn hand op mijn mond heeft gelegd. Ik kijk om mij heen en zie een steen liggen. Een fractie van een seconde twijfel ik en dan pak ik hem op. Mijn hand gaat er dwars door.  "Kut, kut, kut." Ik klim door het raam en pak de ijzeren staaf die ik eerder daar had zien liggen . Voor ik kan twijfelen gooi ik hem richting Daniel. De staaf raakt hem vol tegen zijn arm en hij schrikt op. "Wat...wat..." Hij loopt achteruit en is lijkbleek geworden. "Viggy wat deed jij..." De jongen die blijkbaar Viggy heet is ook lijkbleek en kan niks uitbrengen. Daniel doet de deur open en gaat zo snel mogelijk de toiletten uit, zijn arm vasthoudend met zijn hand. Viggy kijkt de ruimte rond en kijkt nog steeds dwars door mij heen. Hij schudt zijn hoofd en staat op. Hij loopt naar de deur en loopt door mij heen. Ik voel de onzekerheid en diepe droefenis in mijn lichaam. Ik sluit mijn ogen en blijf staan. Voordat hij de ruimte verlaat kijkt hij nog een keer rond, maar de ruimte is leeg.


~Pov viggy~

Een zwevend stuk metaal. Ik lijk wel gek... Dan schreeuwt Daniel het uit van de pijn. Zijn hand gaat naar zijn arm en hij loopt lijkbleek naar achteren. Eerste ben ik alleen maar opgelucht maar dan valt er een golf van angst over mij heen. Dat is niet mogelijk. Ik word gek. Wanneer de deur is dichtgevallen en Daniel weg is word het mij steeds helderder, zover dat mogelijk is. Ik kijk de ruimte rond maar zie niks. Ik ben de enige in de ruimte. Toch?! Daniel vroeg nog wat ik deed... maar ik weet zeker dat ik het niet was, ik had teveel pijn om mij te kunnen bewegen. Ik schud verdwaasd mijn hoofd en sta op. Ik zucht en loop de kamer uit. Nog een keer laat ik mijn blik de ruimte verkennen maar er is niks. 

Ik zit aan tafel en probeer te eten. Ik blijf maar naar mijn bord staren en ben zo in gedachten dat ik niet eens merk dat ik mijn pasta aan het sorteren ben op mijn bord."Viggy, gaat het? Hoe was het op school?" Mijn moeder kijkt mij aan en ik probeer te glimlachen. "Het gaat prima. Ben gewoon moe." Mijn moeder knikt en wisselt een bezorgde blik uit met mijn stiefvader.


week later

Ik smijt mijn tas in de hal en zucht. Deze week was verschrikkelijk. Ik wilde niet opvallen maar elke dag gebeurde er wel wat gestoords. Het startte met dat gedoe met Daniel en ging door tot het moment dat mijn tas zwevend van mijn fiets zich een meter verplaatste. Ik keek om mij heen maar niemand had het gezien. En toen ik mijn tas weer wilde pakken voelde ik iets van tegendruk. Ik was naar de bieb gegaan maar kon er niks over vinden. Ik voelde mij gestoord, voel mij gestoord, en ik kan niks delen met andere zonder voor gek verklaard te worden. Ik pak een glas en loop naar mijn kamer. Wanneer ik de deur open is er wat veranderd, maar wat... Ik kijk mijn kamer rond en zie de envelop... 








it's all about trustWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu