3. Moeilijke winter

6 0 0
                                    

Ik zit achterop bij mijn vader. Het is al bijna donker buiten, terwijl het pas kwart voor zes is. Ik krijg er gelijk zo'n Sinterklaas en kerst sfeer van. De lichtjes die je overal begint te zien, de warme chocolademelk op school, maar dat is niet belangrijk.
'Okey we zijn er.' Laat mijn vader enthousiast weten. Voor me staat een heel groot sport complex, ik weet dat hier wel eens zeer professionele wedstrijden worden gehouden met sporten zoals tennis en beach-volleybal. Ik heb ik deze plek al vaak van buiten gezien, maar nu mocht ik naar binnen! Mijn korfbal club besloot te partneren met het sport campus aangezien we geen training's hal meer hadden en de enige hal die we hadden alleen werd gebruikt voor wedstrijden.

We lopen naar binnen en ik ruik gelijk de geur van een nieuw gebouw en nieuwe sportschoenen, ook staat er een kerstboom die twee keer zo groot is als de kerstboom in onze kerk, en dat was al een behoorlijk ding. Ik kijk mijn ogen uit als we door de hallen lopen, op de muren staan vele bekende quotes over sport zoals deze van Nelson Mandela vertaalt naar het Nederlands: "sport heeft de kracht om de wereld te veranderen, de kracht om te inspireren. Het heeft te kracht om mensen bij elkaar te brengen zoals niks anders dat doet. Het spreekt tot jeugd in een taal die ze verstaan." Ook waren er veel foto's van bekende Nederlandse sporters op de muren te zien, iets wat zeker motiveert als je gaat trainen.

We trainden in een klein zei halletje in het enorme sport campus, maar ons werd wel vertelt dat we veel wedstrijden zouden spelen in de topsporthal, voor wie niet gelijk doorheeft wat dat inhoud, dat is DE hoofd hal van het sportcampus. Het is de plek waar wereldkampioenschappen zijn gehouden in sporten zoals tennis en volleybal. Er is plaats voor meer dan 3.500 mensen, de hal is gewoon enorm!

Die zaterdag was het zo ver, we gingen voor het eerst spelen in de zaal, in de topsporthal! Trots liep ik de lange route en net voor ik de zaal binnenging zag ik iets op de vloer, tegen de muur was een midden stip van een voetbal veld te zien, geschilderd op de vloer. Op dat moment kwam ik erachter dat ik op de plek stond waar vroeger het Zuiderpark stadion was, de thuisbasis van ADO en als ik me nog goed kon herinneren wat er op de text op de muur naast het geschilderde middenstip stond, was het dat er best beroemde spelers hebben gestaan, ene Johan Cruijff of zo?

ik liep de zaal in en het geluid van mijn mond die de grond raakte van verbazing galmde door hele zaal heen. Het was nog groter dan ik me had voorgesteld, met één kant van de zaal die volledig uit stoelen bestond en FLIPPING UITSCHUIFBARE tribunes aan de andere kanten. Ik zocht mijn team genoten die op de rand van de start van de tribune zaten, ik keek ernaar en zei "stel je voor dat je daar tegen aanbotst." wijzend naar de rand van de start van de tribune. Deze zin bleek enorm ironisch voor wat er later die winter zou gebeuren, maar dat verhaal komt zo.

de wedstrijd begon en in de eerste helft leek het behoorlijk gelijk op te gaan, ik en verdediging ging gewoon goed en een doelpunt van de persoon die ik verdedigde kwam eigenlijk nooit voor. ik was goed in vorm en ik had veel vertrouwen in mijn verdediging, maar niets blijft voor altijd en zodra het tijd was om te aanvallen zakte het team volledig weg. ik had pijn in mijn knie, wat best vaak voorkomt en we waren gewoon leeg gespeeld, dit ging door voor de rest van de wedstrijd, zeker geen goeie start.

Dit bleek een ding te worden, in de eerste helft alles geven en dan compleet door de mand vallen. ik was misschien in vorm maar een lichte blessure hier en daar hielp mij ook niet om het allerbeste uit mijzelf te halen. Al snel was mij duidelijk dat het zaalseizoen, niet echt mijn seizoen is, maar ik zou niet stoppen met geven wat ik on brengen. Die winter begon ik bekend te worden als "zei die altijd rent." Mijn conditie leek niet op te kunnen en ik was altijd de eerste die begon met palen op te zetten bij de training, op een gegeven moment had ik zo vaak de palen opgezet en opgeruimd dat mijn trainsters een regel moesten bedenken wat mij tegenhield van de palen opruimen. ik was verplicht om de rest van het team die taak te laten doen, vond het team niet leuk maar ik zeker wel, want ik werd vaak in de steek gelaten als er palen moesten worden opgeruimd na de training.

Tijdens partijtje was ik de snelste en ik rende zowat rondjes om mijn teamgenoten heen. ook dit zorgde voor wat irritatie aan mijn kant omdat iedereen altijd liep te ruziën over wie tegen mij moest. je zou denken dat ik hier heel blij van word, maar nee, ik voelde me alleen. alleen Ruben ging vrijwillig tegen mij maar omdat hij een jongen was, mocht hij nooit tegen mij bij partijtje. op een gegeven moment mocht ik wel jongens gaan verdedigen en het werd ook al snel een trend dat ik als jongen speelde in een wedstrijd. Vanaf toen moest ik vaak tegen Nathan, dat was zeker een uitdaging omdat Nathan twee keer zo groot was dan de rest. Maar hij was dan weer niet zo snel en dat is hoe ik profiteerde. Ik denk dat ik in die periode veel heb geleerd en ik echt in top vorm was. Ik werd (zeker in de wedstrijden) enorm gewaardeerd door teamgenoten, mijn trainsters en de ouders. Ik leefde op het feit dat ik werd gezien als één van de beste uit het team, op mijn manier van spelen. Ik kreeg steeds meer vertrouwen in mezelf, ondanks dat we er slecht voor stonden in de zaal competitie, ik was enorm aan het groeien en liep voor op de rest van het team als het ging om voortgang, toch werd die voortgang even terug gedrongen door dat ironische event waar ik het eerder in deze chapter over had, maar dat is een verhaal voor het volgende chapter.

Winnen en verliezenWhere stories live. Discover now