Dag 9 - 01:45

59 5 0
                                    

Het is donker om haar heen, alsof al het licht is weggezogen. Maar ze leeft nog. Tenminste... Amelia denkt dat ze dat doet. Misschien is ze al uit haar lichaam vertrokken en zijn de geluiden van voetstappen en pistoolschoten slechts een herinnering. Misschien is de pijn in haar lichaam slechts een reflectie van het verleden. Iets wat ooit haar wereld was. Nu ebt het weg als golven in een stille zee. Is dit het einde? Mag dit het einde zijn? Of moet ze nog een keer vechten?
Ze kan niet meer.

***

Met wijdopen gesperde ogen staren de laatste drie leerlingen van lokaal 301 naar het plafond. Hetzelfde plafond waar ze Sage door hadden gestuurd. De oude platen met hun krassen en deuken. Ze kennen het als het plafond van hun eigen slaapkamer. Het is bijna vertrouwd.

'Jongens,' zegt Lily dan, wetend dat de anderen ook wakker zijn. 'Ik wil niet alleen zijn als ik sterf.'

Yasmin kijkt naast zich, een trieste glimlach verschijnt op haar lippen. 'Ik denk dat niemand van ons alleen is gestorven. Behalve Sage en misschien Amelia.'

Lily slikt en een traan rolt uit haar ooghoek. 'Ik wil gewoon dat het over is, maar ...' Haar stem trilt. 'Die gedachte doet pijn. Ik wil niet opgeven of zwak zijn, m-maar ik kan dit niet meer.'

'Ik ook,' geeft Luke toe. 'Je wilt blijven vechten, maar je weet dat het geen zin heeft. Dus waarom vechten we dan nog?'

'Omdat we dat verschuldigd zijn,' fluistert Yasmin. 'Omdat we anders dan al verloren hebben.'

Lily bijt op haar lip. 'Ik wil niet meer.'

'Laten we eerst maar deze nacht doorkomen. Dan zien we het daarna wel,' fluistert Luke. 'We moeten ons niet vasthouden aan wat er gaat komen. Morgen bestaat niet meer, we hebben alleen nog vandaag.'

'We verdienen meer,' zegt LIly dan. 'Als ik nou had gespijbeld... Als ik nou niet had aangedrongen om naar school te gaan, dan zat ik niet hier. Dan hadden mijn ouders geen geld moeten betalen dat ze al niet hadden.'

'Maar dan hadden we jou ook niet,' zegt Luke. 'Ik put er een klein beetje kracht uit. Misschien voelt het alsof je niks toevoegt, maar ergens ben ik blij dat je er bent.'

'Mijn moeder zei altijd, waar je ook in terecht komt, zorg ervoor dat je er als mooiste uitkomt.' Yasmin staart naar het plafond. 'Er is misschien weinigs moois aan dit stoffige lokaal, maar als we er als mooiste uitkomen, als we er überhaupt uitkomen... Dan is dat mijn wraak.'

'Laten we hopen dat je die krijgt,' zegt Luke, 'dat verdi-'

De knal die door de school galmt is oorverdovend. Alsof alle wapens tegelijk afgaan. De muren trillen en een leger van voetstappen galmt door de hallen. De muren trillen alsof het gebouw wil instorten, om alle ellende die hier is gebeurt voor eeuwig te begraven.

De drie springen op en zakken trillend, elkaar omhelzend, op de grond, achter een omgeklapte tafel die achterin de hoek staat.

'Nou, ik neem aan dat dit het einde is wat je wilde,' snauwt Yasmin, maar er staan tranen in haar ogen.

'Yasmin!' sist Luke zacht, proberend zijn trillende stem sterk te laten klinken.

De tranen stromen over Lily's wangen. 'S-sorry,' piept ze met samengeknepen keel.

'De enige die sorry moet zeggen is die verdraaide Joker.' Yasmin pakt de lippenstift uit haar zak en draait met trillende vingers het dopje eraf.

Dan breekt de deur open. Houtsplinters vliegen door de ruimte. 'Put your hands where I can see them,' gromt een mannenstem, terwijl meerdere in het zwart geklede figuren de ruimte instromen.

Luke legt zijn vingers op zijn lippen. Misschien als ze doodstil zouden blijven zitten dat ze niet ontdekt zouden worden. Misschien zou het hen de dood injagen, maar de kleine kans dat het ervoor zorgde dat ze de morgen nog zouden zien, was voor hem genoeg reden om het te proberen. Al moesten de meiden dan ook meewerken.

Yasmin schudt haar hoofd. 'Te gevaarlijk,' zegt ze woordeloos.

De figuren lopen het lokaal in, pistolen bewegen heen en weer, alsof ze naar een doelwit zoeken.

Lily legt haar hand op Yasmin arm om te voorkomen dat ze overeind schiet. 'Toe?' piept ze.

Dan loopt een in het zwart geklede man om de tafel heen. Er staan witte letters op zijn kogelvrije vest. Hij laat zijn pistool zakken en grijpt met zijn hand naar een walkietalkie. 'Agent 3301. Drie slachtoffers gelokaliseerd.'

'Wat?' vraagt Luke verbaasd als ze de mannen horen praten in hun taal. Langzaam komt hij overeind, Lily met zich meetrekkend. De waarheid lijkt nauwelijks tot hem door te dringen.

De man kijkt hun richting uit. 'Zijn jullie gewond?'

'Eh nee,' zegt Lily dan. Ze hadden allemaal geleden. Ze hadden honger gehad, ze hadden gevochten en ze hadden genoeg trauma voor drie levens opgelopen, maar gek genoeg waren ze er zonder echte kleerscheuren eruit gekomen.

De man mompelt nog wat in zijn walkietalkie en kijkt naar zijn collega's. 'Is de gang vrij?'
'De hal is vrijgesteld,' is het korte antwoord.
'Oké we gaan naar buiten. Blijf bij mij.' Hij kijkt hen een voor een aan. 'Het komt goed.'

Voor het eerst zijn die woorden echt, maar ze klinken nog als een leugen.

Met nog licht knikkende knieën volgen ze de agent de gang op. Pistoolschoten galmen door de gangen, wat hen in elkaar doen krimpen. Naast hen worden twee kinderen onder de tafels vandaan gehaald. Ook zij zijn bevrijd. Heel langzaam durven ze het te geloven. Dit is geen droom.

En dan is daar de deur. Luke sprint richting de uitgang, gevolgd door Lily. Het licht van zaklantaarns en de zachte bries roept hen. De vrijheid ligt binnen handbereik. Yasmin kijkt hoe haar klasgenoten het gebouw verlaten, maar het lukt haar niet om verder te lopen. Ze moet nog iets doen. Haar ogen glijden naar haar bevrijder. 'Waar is Amelia?'

'Amelia Lavina?' vraagt de man. 'Die hebben we nog niet weten te lokaliseren. Wat was haar laatst bekende locatie?'

'Ja, de Amelia die ze in elkaar sloegen. Ze moet hier ergens zijn!' Yasmins stem breekt. Ze weet niet of haar klasgenoot nog leeft, maar ze moet dit doen. Ze kan niet nog iemand achter laten. 'Je moet haar vinden, alsjeblieft.'

'We zullen elke ruimte bijlangs gaan om te kijken of we slachtoffers kunnen vinden. Als ze nog leeft, zullen we haar vinden,' zegt de man. 'Zorg eerst voor jezelf. Wij zullen alles doen wat we kunnen.'

'Nee, je moet haar zoeken. Alsjeblieft, alsjeblieft.' Haar hele lichaam trilt.

Een van de anderen plaatst een hand op haar schouder. 'Kom, we moeten gaan.' Hij loodst haar richting de uitgang.

Yasmin werpt nog een blik achter zich. Zaklampen flitsen door de donkere gang. 'Amelia!' roept ze, in de hoop dat de schreeuw ver genoeg reikt. Dan laat ze zich naar de vrijheid brengen.

At Gun Point duologie: Boek 1 -  Room 301Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu